1511-05-31 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 54v

Jaartallenindex

(doorgehaald) Max. en Karel oorkonden dat Dirck Heyn Touw hun te kennen gegeven heeft dat hij van de heerlijkheid Voorne in leen houdende is zekere landen ende uytgorssen geheten die Strooist gelegen in onsen lande van Voorne, zuid: die Canonicken van Oistvoorne met een gerseken gelegen achter Pieter Jacobsz, zuidwest: Vlake, west: die Lagenael, toebehorende denselven Canonicken, noord: die Hellevoetse dyk. Om een nieu landeken daaronder gelegen tot een nieuwe dyckaege te brengen, is hij genoodzaakt zijn leengoeden te bezwaren met zekere jaarlijkse losrenten. Derhalve heeft hij opgedragen tbv Huge Cornelisz [uyt den Briel, opschrift] de somma van 14£ gr Vls jaars, ter lossing den penning 15. Hij stelt hiervoor ten onderpand al zijn eigen goed en leengoed, uitgezonderd 41 gemeten lands die Meijns Dirck Heynens huisvrouw bruict en de vruchten en pachten daarvan ontvangt haar leven lang durende. Vervolgens wordt Hughe Cornelisz met deze rente beleend, als leen van Voorne, echter zonder enige dienst daarvoor te doen

present: Jacob van Matenesse, Pieter Hanneman, Pieter Plumion, Jordaen van Raemsdonck, Roeloff van Halter, Loys Bruueel, Jan Nop