1 resultaten
1544-1546 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 439
Jaartallenindex
klooster Mariengaerde te Monnikendam contra de magistraat van Monnikendam. Tijdens de Gelderse oorlog (1536-1543) besloot Monnikendam de stad geheel te ommuren en de vestingwerken te verbeteren. Met de eigenaars van erven op de grens van de stad moesten regelingen getroffen worden. Tot deze grensbewoners behoorden de Tertiarissen van het klooster Mariengaarde, welk klooster een brouwerij had, die zich buiten de geplande ring van de omwalling uitstrekte. Toen hierover [!] een oplossing werd bereikt, kwam men tevens overeen dat het klooster een schutting met een poortje zou afbreken, welke de vrije omgang op de strook direct binnen de veste belemmerde. Toen het klooster de (voorgegeven !) overeenkomst niet nakwam, liet de magistraat de schutting door de schutterij afbreken, er zou daarbij geweld gebruikt zijn. De zusters meenden nu van de noodzakelijke beslotenheid te zijn beroofd. Het Hof van Holland gaf hun een mandament in cas van ....... (onleesbaar). Tevens vorderden zij de heropening van een gracht, die naar zij zeiden, onontbeerlijk was voor de aanvoer van noodzakelijke levensbehoeften; van het water eruit moest de brouwerij draaien. De magistraat had de gracht bij de veste doen afdammen. Bij interlocutoire sententie (1544-06-17) werd de magistraat veroordeeld de schutting te herbouwen en de waterpoort te heropenen. Aan het eerste bevel gaf men gehoor, van het tweede ging men in appel bij de Grote Raad, waar men zich erop beriep dat het hier een stadsgracht betrof. De Grote Raad vernietigde het vonnis en gaf het Hof opdracht beide zaken tesamen te behandelen. Door tussenkomst van commissarissen van het Hof werd tussen partijen een regeling tot stand gebracht betreffende het openen van de poort in de schutting in tijd van nood