108 resultaten
1551-1552 |
C.W. Bruinvis: Aanv Inv Arch Alkmaar p 225
Jaartallenindex
afschriften van grafelijke handvesten, verordeningen betreffende het onderhoud van de zeedijk van Petten tot Beverwyk, van de West Friese dijk etc. Grotendeels geschreven door heer Claes Pietersz Corf
Muylwijk, van | 1559-1560
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 591
Achternamenindex
Margaretha weduwe van Jan van Muylwijck Willemsz, mede namens haar kinderen, proces over het onderhoud van de Arkelse dijk "de Kyffdyck"; eiseres was 1559-09-15 door hoog heemraden en 1564-12-02 veroordeeld tot het onderhoud; zij gaf toe dat zij eertijds van Andries Huygen een stuk land aan de Kyfdijk in pacht had gehad
Bentheim, van | 1241-09
Brom regest no 957
Achternamenindex
Baldwinus van Bentheim geeft als burggraaf van Utrecht onder zekere voorwaarden de helft van de pons urbanus (Maartenbrug) over aan het Domkapittel op last van onderhoud
Oegstgeest, van | 1297-10-12
v.d. Bergh II no 1016
Achternamenindex
verdrag tussen de abdis van Rijnsburg en Heinric burggraaf van Leiden, Jan van Teylingen en Willem van Oegstgeest, knapen, over het onderhoud van de brug te Kerkwerve
Wulven, van | 1281-05-25 - 31
v.d. Bergh II no 422
Achternamenindex
graaf Floris V regelt het onderhoud van de dijken in het land tussen de Schie en de Gouwe: o.a. in officio domini Arnesti de Wulven in Broec
1503 |
V.R.O.A. 1920 dl I p 705/Arch Stolwijk Inv 508
Jaartallenindex
akte van overdracht t.o.v. schout en schepenen van Gouderak van een buitendijks aan den Ysel gelegen stuk land (beneden Haastrecht bij den Stolwyksen boezem) door het gerecht van Stolwijk aan Geryt Gheerlofsz, met als tegenprestatie het onderhoud van de bijbehorende dijk
zegel van de schepen Dirck Jansz: 3 verticaal geplaatste vissen, geen helm, en van de schepen Jacob Dirksz: 3 palen, geen helm
Arkel, van | 1608-07-05
Inv Oud Arch Neder Hemert no 408, p 124
Achternamenindex
Arkel van Heukelom: overeenkomst tussen Otto van Arkel heer tot Amecoijen, Weel en Woordragen en Johan Torck heer tot Nederhemert en Delwynen, omtrent het onderhoud van enige dijken
Teylingen, van | 1297-10-12
v.d. Bergh II no 1016
Achternamenindex
verdrag tussen de abdis van Rijnsburg en Heinric, ridder, burggraaf van Leiden, Jan van Teylingen en Willem van Oegstgeest, knapen, over het onderhoud van de brug te Kerkwerve
1499-1505 |
Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl II dossier 184 1-6
Jaartallenindex
de Waersluyden van Weesp, Muiden c.s contra de inwoners van Over Diemen. Geschil betreft het onderhoud van de Zuiderzeedijk bij Diemen. Van deze dijk, die vanaf het kruis bij Outenwaal tot het gerecht van Muiden in het geheel 2200 lang was, werd 1000 roeden geheel op kosten van Outersdorp en Buterkerk, twee geburen van de ban van Diemen, onderhouden. Van de overige 1200 roeden werd 800 roeden door Diemen, Overdiemen, Weesp, Muiden e.a. onderhouden. Het aandeel van Overdiemen in dit onderhoud bedroeg 1/15. Voor het overige gedeelte van 400 roeden was geen regeling getroffen, omdat eertyts veel z.g. "voerlant" ervoor was gelegen, waar door de zee werd tegengehouden en daardoor het betreffende dijkgedeelte niet zozeer als zeewering werd beschouwd. Op verzoek van de baljuw Floris van Alkemade had Over Diemen het onderhoud ervan op zich genomen. Toen na de dood van Floris het "voerlant" door de zee werd verzwolgen en het dijkgedeelte daardoor werkelijk als zeewering dienst ging doen, stegen de kosten van het onderhoud. De inwoners van Overdiemen, dat maar een klein plaatsje van 16 à 17 huizen was, vroegen daarom aan stadhouder en Raden van Holland om de bijdragen van alle belanghebbenden te herzien, zodat ook het onderhoud van de 400 roeden gemeenschappelijk zou worden bekostigd. Alle belanghebbenden werden toen voor het Hof van Holland gedaagd. Degenen die voortaan mee moesten betalen zoals Weesp en Muiden wierpen tegen: 1) bij arbitrale uitspraak van het Hof van Holland in 1436 was het onderhoud van de dijk definitief geregeld, daar kon niets aaan veranderd worden; 2) zij zijn niet verantwoordelijk, want zij hebben geen landerijen die eraan grenzen, 3) Abcoude e.a. zijn inwoners van het Sticht en kunnen niet voor het Hof van Holland worden gedaagd; 4) de gehele dijk is geen 2200 roeden lang; 5) zij zijn niet rijker dan de bewoners van Overdiemen. Overdiemen voert hiertegen aan dat de regeling niet onveranderlijk is. Het onderhoud van de 400 roeden had feitelijk door van Alkemade moeten gebeuren, daar diens landen eraan grensden. Bij doorbraak lopen hun landen ook onder. De landerijen van de inwoners van Abcoude worden door de dijk beschermd en deze is op het gebied van het Hof van Holland gelegen. Het Hof beslist dat Overdiemen "het aertwerck" op zich moet nemen en de tegenpartij "het bolwerk". De tegenpartij gaat in beroep bij de Grote Raad. Enige jaren later blijkt dat Over Diemen het aertwerck verricht, doch de tegenpartij doet niets. Bijgevoegd: schepenbrief an Diemen dd 1499-07-07 dat de dijk 2200 roeden meet. Ook een schepenbrief dd 1500-09-07 van Pieter Aerntsz, schout, Jan Jan Willemsz en Jan en Gheryt Aerntsz [!], schepenen, uit "de dyckagien met die Vecht" die op verzoek van Weesp en Muiden c.s. de dijk hebben doen meten. Op 1500-11-26 hebben enquete-commissarissen de dijk doen meten. Procuratie dd 1501-12-23 van de inwoners van Overdiemen aan procureurs om voor hen bij de Grote Raad te Mechelen op te treden