10 resultaten
1500-09-11 |
Bronnen Gesch Rijnsburg regest 1060
Jaartallenindex
Petrus Brun, deken van St Pancras te Leiden, gedelegeerd van de Apost. Stoel, brengt ter kennis van de bisschop van Utrecht en de geestelijkheid van het diocees, op gezag van de paus, de statuten gegeven door Jacobus, deken van de collegiale kerk van St Pancratius binnen het kasteel van Voirne, op 1454-04-06, hem overhandigd door Beatrix van Reimerswael en de kapittelvrouwen (zie voor de namen 1498-04-17) heeft onderzocht en goedgekeurd. Ego Wilhelmus Buser alias Bijndop, notarius etc
1495-12-01 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 109/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Dirk van Zwieten, Raad, kastelein en baljuw, bericht aan het Domkapittel in antwoord op hun brief dd 28 Nov. in zake eener zwanendrift in Wttermeer [Uitermeer], dat hij deze van hertog Philips in pacht gekregen heeft als behorende aan het huis te Muiden; dat hij echter belooft deze niet te zullen gebruiken alvorens in den Haag de zaak te hebben onderzocht, en dat hij nu deswege een authentiek afschrift vraagt van het vroeger te dier zake door het gerecht [het Hof ?] van Holland gewezen vonnis, waarbij het kapittel in het gelijk is gesteld
Corthals | 1262-07-12
De Fremery no 140
Achternamenindex
Aleid van Avennes getuigt dat Godefridus de Cruninghe en Biggo de Coudewerve voorheen bij opdracht van haar broer Floris de twist tussen de erfgenamen van Deinoud (Corthals) van Nieuwland en de abdij ter Does inzake Morlodenesse hadden onderzocht, waarbij gebleken was, dat er geen verplichting jegens de erfgenamen op de abdij rustte
Coudewerve, van | 1262-07-12
De Fremery no 140
Achternamenindex
Aleid van Avennes getuigt dat Godefridus de Cruninghe en Biggo de Coudewerve voorheen bij opdracht van haar broer Floris de twist tussen de erfgenamen van Deinoud (Corthals) van Nieuwland en de abdij ter Does inzake Morlodenesse hadden onderzocht, waarbij gebleken was, dat er geen verplichting jegens de erfgenamen op de abdij rustte
Cruyningen, van | 1262-07-12
De Fremery no 140
Achternamenindex
Aleid van Avennes getuigt dat Godefridus de Cruninghe en Biggo de Coudewerve voorheen bij opdracht van haar broer Floris de twist tussen de erfgenamen van Deinoud (Corthals) van Nieuwland en de abdij ter Does inzake Morlodenesse hadden onderzocht, waarbij gebleken was, dat er geen verplichting jegens de erfgenamen op de abdij rustte
Meer, van der | 1553-1556
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 72, 72/7 sub q /6
Achternamenindex
Ploenis Martsz van der Meer, een ongunstig bekend staand persoon die een doodslag gepleegd zou hebben op Lenert Michielsz, onderzocht door de baljuw van Schieland, die hem liet arresteren; zijn broer Adriaen Martsz was niet als getuige verschenen; 1553-04-08: verzoek om een onderzoek naar zijn dood te Zevenhuizen, opdat men hem zal kunnen begraven
1506-01-20 (1505) (1) |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 215-218v
Jaartallenindex
alsoo Jan Deedel van Rysoort den Hove van Holland te kennen gegeven heeft, dat hij hem bevint in diverse groote lasten en schulden. Te weten eerst syn huys en erve belast met 15 R gld sjaars, en vele andere schulden, ± 200 R gld. Voor de rente op zijn huis zal voor aflossing 1500 R gld nodig zijn. Hem behoort ook toe ⅛ deel van een bedyckt landeken, genoemt die Hooge Nesse, gelegen in Zuyt Holland. Als commissarissen van het Hof hebben mr Jacob Bouwensz, Raad en Andries Barthoudsz deze zaak onderzocht, en de verklaringen van Jan van Rysoort juist bevonden. Zij hadden nu om hem uit de schulden te helpen een coopman van Dordrecht gevonden, die dit ⅛ deel wel wilde kopen van die Hoge Nesse voor 64£ in eens. Het Hof ratificeert vervolgens het tractaat van coop met Andries Berthoutsz als voogd van Jan Dedel van Rysoord. De Hoghenesse is 17½ morgen groot [of het ⅛ deel daarvan ?], zuidoost: de erfgenamen van heer Claes van Assendelft, ridder, of Ariaen Pietersz van Antwerpen, noordwest: Pieter Schaart en Aernt van Diemans land. Komen er aanwassen an t voors. lant of ⅛ deel van Hoghenisse boven die voors. 14½ morgen, die men bedycken zoude, dan zijn deze niet bij deze coop inbegrepen (vgl 1506-01-21)
heer Philips v.d. Spaengen, ridder, mr Jacob Ruych [Ruysch], Jan Bouwensz, Floris oom van Wyngaarden Jansz, Floris van Wyngaarden Florisz, Gerrit van der Mije, Raadsluden van Holland
Asperen, van | 1382-07-26
R.A.H. Coll Aanw 64 fol 61v t/m 65
Achternamenindex
hertog Albrecht doet uitspraak in het geschil tussen de heer van Arkel en zijn zoon Jan van Rinensteijn en de heer van Asperen betreffende het goed dat heer Gerijt van Asperen achterliet. De vrouw van heer Jan is een erfgenaam van heer Gerrit, o.a. wat het goed Gripestein betreft. De zaak moet onderzocht worden door de leenkamer van Asperen. Heer Jan krijgt een vrijgeleide in het land van Asperen voor 50 personen. Beide beweren dat zij het goed Gripenstein rechtstreeks van de bisschop van Utrecht houden. De heer van Asperen zegt dat Jan het van de heerlijkheid Asperen houdt. De bisschop zal hierover beslissen. Ieder houdt vervolgens het bezit wat hij nu heeft tot de uitspraak
1526-07-16 (3) |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 159v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van Jacob Coppier Jacobsz, onse heemraet van Rynland, dat hij van ons als heer van Voorne in erfleen houdt een huysinge en hofstede genaemt de hofstede van Alphen, mitten boomgaert, rijsthuynen, graften ende toebehoren, groot 2 morgen land, binnen de ban van Alphen, belend mit eijgen, zuid: Willem Jansz, oost: de Rijn, noord: Jacob Coppier, west: jvr Margriet van Alkema lant, dat van cleyne begrip es, niet wel woenbaer, dat hij gaarne ofbreken of andersins appliceren soude an andere syn eygen goeden daeromtrent gelegen, alsoe verre als het selve ons alsoe beliefde, ende soude in plaets van dien ons weder op doen dragen bij enen Simon Florisz, 4 andere morgen eygen goets in de ban van Alphen en Alphenderhorn, binnen de wateringhe in het Breede weer, belend west: Heyndrick Dirck Claesz mit eygen erve, oost: dat smale weer, noord: de oude Boomgaert werf, zuid: die weteringe, diewelke veel beter sijn in jaerlixe waerde dan t voors. huijsken. Hij verzoekt om dit alles te confirmeren. Onderzocht door de rentmeester van Noord-Holland, Dirk Godschalk, die t also bevonden heeft, en dat de voors. Simon Florisz de 4 morgen uit eigen goed heeft opgedragen en weer in leen ontvangen. Karel geeft hem de voors. huysinge ten vrijen eygen tegen betaling van 12£ van 40 gr, in handen van de ontfanger van de espargne in Holland, Crispyn van Buschuysen
Amstel, van | 1297-09-29/30, 1297-10-09, 1298-04-26, 1299-10-17
v.d. Bergh II no 1010-1014, no 1028 en 1093
Achternamenindex
overeenkomst tussen graaf Jan I en bisschop Willem van Utrecht over het beheer van de goederen van Ghisebrecht van Amstel in het Sticht Utrecht; 09-30: graaf Jan belooft de bisschop niet te zoenen met de moordenaars van zijn vader. Willem belooft graaf Jan de moordenaars van zijn vader uit het land te houden; 10-09: de bisschop van Utrecht zweert dat Muiden, Weesp en de goederen aan de Vecht, gelijk in het verdrag tussen hem en graaf Jan over de goederen van Amstel en Woerden gemaakt, begrepen was, aan hem en de kerk van Utrecht behoorden; 1298-04-26: graaf Jan verklaart dat hij vanwege het geschil met de bisschop over Bindelmerebroec [Bylemerpolder in Amstelland] de zaak onderzocht heeft en bevonden heeft dat dit goed zijn wettig eigendom is; 1299-10-17: Jan van Avennes en graaf Jan I verbinden zich benevens de voornaamste steden van Holland en Zeeland, zich nooit te willen verzoenen met de moordenaars van graaf Floris V