Bedoelde u soms?
omgegaan | onderaan | opgedaan

11 resultaten

1539-12-03 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 580/2 sub d
Jaartallenindex

verkoop door Catherina Jansdochter aan Joost Gerritsz van 4 morgen land te Hoogeveen voor 45 £ 10 schl Vls, de koopsom voor ½ contant en de andere ½ binnen 2 jaar. Tegen betaling van het drinkgeld kan Joost binnen 14 dagen ongedaan maken (vgl 1555-01-14, 1541-1566 (proces) en 1523-02-06)

Steijnemolen, van | 1567

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 603
Achternamenindex

mr Rombout Steijnemolen secretaris van het Hof van Holland contra mr Barthoud Ernst, griffier van het Hof: hij eist verschillende sommen, ws voortkomend uit een openbare verkoop van goederen van eiser die later ongedaan is gemaakt

1541-09-04 |

C.W. Bruinvis: Aanv Inv Arch Alkmaar p 33/Verz Eikelenberg M 2523
Jaartallenindex

burgemeesters van Alkmaar certificeren dat zij in november 1528 van de rentmeester van Kennemerland en Willem Cornelisz van Haerlem gekocht hebben de fundamenten van de Nyenburg en de Middelburg, die te staen plagen omtrent deser stede, naer die voors. Willem dieselve burgen gelycks daerde [daerna] afgebroken hadde. Deze koop was voor 20£ per stuk. Was het niet mogelijk de stenen er heel uit te krijgen, dan zou de koop ongedaan gemaakt kunnen worden. Dat doen zij bij desen: uitbreken was niet mogelijk daar de fundering bestond uit gegoten werk, zodat de stenen niet verwijderd konden worden zonder te breken. De burgemeesters annuleren nu de koop

1604-07-31

R.A.H. O.R.A. 2098 fol 36v
Transportregister Egmond

schout en schepenen oorkonden dat mr Ludolphus Potterus, rector der Latynsche school te Alkmaar, transporteert aan Jan Arentsz hoedemaker, wonende tot Egmont op Zee, een huis en boomgaert te Egmont op die Hoeve, west: de Heerenstraet, oost: Jan Arentsz hoedemaker, noord: Jacob Hendriksz, zuid: Jan Evertsz, predicant. Onder enige condities. Op 1605-05-22 is deze verkoop weer ongedaan gemaakt. De rector verkoopt het nog in hetzelfde jaar aan Willem Claesz, buerman te Egmont op Zee voor 300£ (aantekening in margine)

Loeff van Haerlaer, schout, Dierck Pietersz en Aris Pietersz [kistemaker], schepenen

Keijser, de | 1485-1488

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 124
Achternamenindex

Cornelie Cornelisdochter, weduwe van Jan de Keyser, had in den Haag aan de kreupelen en gebrekkigen aldaar (gilde gewijd aan de heilige abt Antonius) een huisje geschonken om tot kapel te maken en zielmissen te lezen; dit huisje had zij eerst geschonken aan de religieuzen van de H. Antonius van Bailleul, doch deze schenking had zij ongedaan gemaakt toen deze geen missen opdroegen voor haar overleden man

1582-06-14

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 30
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen van Overveen oorkonden dat mr Pelgrom van Loen, Raad ordinaris van den Hove van Holland, als procuratie hebbende van jonckvrou Johanna van Bloemendael, erkende getransporteerd te hebben aan joncheer Floris van Jutphaes, een stuk land groot 2 morgen, gelegen in de ban van Overveen, zuid: Claes Bastyaensz, noord: Marijtgen Pouwels, oost: die Berchkamp, west: Huybert Cornelisz. Mocht het land vóór St Maarten e.k. meer kunnen opbrengen, dan zal deze koop ongedaan gemaakt worden (vgl 1588-05-20)

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Willem Jacobsz en Pieter Willemsz, schepenen

Willem Claesz | 1394

R.G.P. 174 p 51/Rek Baljuw Rijnland 1394 fol 5v
Voornamenindex

ontvangen in het land van Woerden, binnen der stede van Oudewater, scout: Willam Claesz, gecomen van boeten 102 £, mijn heer ⅓ deel, 17 £; Bartout de piper, van dat hem die stede van Leyden met enen seggen ut den lande seyden, daer hem die baeliu t lant of weder gaf, 15£ [Bartout was ook uit de omgeving van Leiden verbannen, maar had het vonnis bij de baljuw ongedaan gemaakt]

Berendrecht, van | 1567

Arch Kerken Leiden regest 625/Arch St Pieterskerk Inv no 326
Achternamenindex

Melchior van Berendrecht als bezitter van een vicarie op het St Anna altaar in de St Pieterskerk te Leiden, verzoekt aan de keizer om verschillende akten buiten kracht te verklaren, door hem verleden aangaande het in erfpacht uitgeven van 10 morgen land, genaamd Valckenburch aan de Rijn, en de Pollencamp in Leyderdorp, behorende tot deze vicarie, daar dit door hem gedaan is deels tijdens zijn minderjarigheid en zonder dat hem de waarde der landen bekend was. Hij verzoekt tevens om zijn ondertekening van een verzoek tot het onder curatele stellen als ongedaan te beschouwen

1516-04-24 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 78v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij ontfangen heeft de ootmoedige supplicatie van onsen wolbeminden Lenaert Boen Vranckenz, inhoudende hoe dat hij suppliant onlancks gekocht heeft de helft van Catendrecht, t welck is een leen groot 48 morgen lands die hier voermaels bij der vrouwe van Moerkercke in eenen erfpacht die men van ons als heere van Putte te leen hout uitgegeven zijn geweest om 10£ gr Vls sjaars. Tis nu soe dat alsoe de selve suppliant onlancx gecomen is om t voors. leen te ontfangen, anders niet wetende ten was één leen, alsoe t anderen tijden geweest is, soe heeft hij bevonden dat hetselve gereeckent wordt voor 4 grote lenen, overmits het bij versterfte gespleten en gedeelt is geweest in vier diversche handen. Ende soude mitsdien gehouden sijn te betalen 4 heergewaden voor één, t welck hem comen en keeren soude tot grote schade, laste ende achterdele. Hij verzoekt die scheiding ongedaan te maken en er hem als één groot leen mede te belenen. Na ingewonnen adviezen wordt deze ½ van Catendrecht vervolgens verenigd tot één groot leen. Hij laat de mogelijkheid open dat er een protest zal komen tegen de reducering van de vier heergewaden tot één (vgl 1513-10-23)

by den Coninck: die here van Montiguy, heer Nicasius Hackenen Hoofden [?], mr Jan Ruffault, thesaurier generaal van de financien; get. Haneton

Hodenpijl, van | 1478-11-17

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 145, 149, 254
Achternamenindex

Jan van Hodenpijl gedaagd door Lodewijk heer van Gruuthuuse; eiser is in mei 1474 door verweerder uit het slot en heerlijkheid van Haemstede gestoten; verweerder stelt dat alleen leenmannen van Zeeland bevoegd zijn; verweer verworpen, herstel vorige toestand gelast; 1492-05-04: Lodewijc van Gruuthuse contra Jan van Houdenpijl, betreft de heerlijkheid van Westerschouwen en Haemstede, uit het bezit waarvan de eiser in juni 1484 vóór de opstand in Vlaanderen door verweerder met geweld was gestoten. Verweerder stelt dat de heerlijkheid bij de opstand verbeurd verklaard was; de heerlijkheid wordt aan eiser toegewezen, de verbeurdverklaring ongedaan gemaakt