1 resultaten

1538-08-08 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 13v, 12
Jaartallenindex

geeft te kennen joncker Jan van Pallant heer tot Keppel hoe dat in den jare 1438 bij wijlen hertog Philips als grave van Holland verlyt en verleent is geweest Sweder van Rechteren heer tot Voorst ende tot Keppel, de heerlijkheid van Tule ende Wale, mit die hofstad van Olbergen c.s (gelegen in den ambachte van Doesburch), hem suppliant uytten name van synder huysvrouw aengecomen zijnde, tot noch toe rustelyck ende vredelyck beseten heeft sonder te weten van deselve zijn leengoet ofte datselve ooit versocht is geweest sedert de voors jare 1438, als nu geleden zijnde 100 jaren, sonder dat hij suppliant te spreecken weet ofte gebruyckt gehad heeft ofte hebbende is van de heerlijkheid van Tule ende Wale, vermoeden daaromme of dezelve stad bij de grafelijkheid geaccordeerd mochte zijn te wesen eygentlyck goet. Aengemerckt mede den lancheydt van den tydt dat dieselve niet versocht en is, omme alle seeckerheijts wil verzoekt suppliant om de griffier te belasten met hem te belenen met de hofstad van Olbergen alleen, gelegen in den ambacht van Doesburch, met zijn ouden en nieuwen toebehoren, mitsgaders den eygen ende horige luyden. Hem remitterende van het gepleegde wanverzoek. Mr Cornelis Barthout, clerck van de registercamer, relateert dat het leen 100 jaar onverzocht is gebleven. Tegen betaling van dubbel heergewade wordt de belening toegestaan. Karel beleent op request van jhr Johan van Palant heere tot Vorst en Keppel van wege zijn huisvrouw jvr Elisabeth van Rechteren vrouwe van Vorst en Keppel, jhr Johan voorn. met de hofstad van Olbergen c.a. in het ambacht van Dousburch

Cornelis Barthouts, Zeger Gerritsz, Anthonne Lebucq, leenmannen