1534-02-20 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 293v

Jaartallenindex

Karel beleent jvr Catharina van der Werve Davitsdochter na dode en makinge van jvr Wilhelme van Walschemerloo, voocht van wijlen Jan Oom, in syn leven onse schout onser stede van Dordrecht, haer nichte, de somme van 50 £ [25 ?] uit alsulcke 50 £ als jvr Wilhelme jaarlijks te heffen placht uyten eersten ende gereetsten inkomen van der naebeschreven tiende, te weten uyt een tiende gelegen in Hodenpyl, beginnende van Anthoven voort opgaende bij den Woutweg op tot aan de Lierdyck toe, ende van de Lierdyck schreckende van der zuytwinde zuytwaert op tot aen de twee heulen schinckelende op van der grooten vaert oostwaers op tot Authoven toe, welke tiende geheelt is in vieren: a) die nieuwe poldertiende, b) die oude poldertiende, c) ook: die nieuwe poldertienden, d) die tiende achter die kerck van Schipluyden. Haar man Michiel van Halmale doet de eed voor haar

Pieter van Haelmale, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen