10 resultaten
Colfhoudt | 1521-1522
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 306
Achternamenindex
Jan Gerritsz Colfhoudt met de magistraat van Brielle contra Dordrecht, dat een schip geladen met graan ter verstapeling had opgebracht naar Dordrecht
Welis | 1508-1517
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 81
Achternamenindex
Jan Welis, koopman te Zwolle: in een schip dat op de Zuiderzee door de Geldersen werd opgebracht, doch daarna door een Amsterdams oorlogsschip werd heroverd, bevond zich een hem toebehorende lading ossen en een som geld. De ossen werden door de bemannig van het oorlogsschip geslacht en opgegeten, Jan Welis eist een vergoeding van zijn schade
1536-10-27 |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 216v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
aangezien door het Hof met consent van gedeputeerden van de steden Rotterdam en Schiedam geaccordeerd is, dat het geld benodigd voor de betaling van de soldij van de knechten op de 6 oorlogsschepen ter bescherming van de haringbuizen, terstond opgebracht en betaald zal worden door de gecommitteerden tot die toerusting van denselven schepen van oorloge, te weten Heynrick Lourysz, Herman van Kelst ende Thonis Jacobsz als gecommitteerd tot Rotterdam voor ⅓ deel; Danckert Pietersz gecommitteerd tot Schiedam voor ⅙ deel, en Jan Govertsz, Jacob Jan Claesz en Jan Lyellen, als gecommitteerd tot Delfshaven, voor die andere helft etc
Hogendorp, van | 1616-04-15
G.A. Amsterdam Weeskamer Inbrengregister 17 fol 23
Achternamenindex
ingebracht op 1616-04-01: tbv Nelletgen van Hoogendorp, nagelaten dochter van Albrecht van Hoogendorp, om bewaard te worden: - een obligatie van de O.I. Compagnie van 525 gld; 1616-11-25: heeft Catharina van Olthoff opgebracht uit naam van Jacques van Hoogendorp 450 gld; verder genoemd: Hans van Hoogendorp als erfgenaam van zijn zuster Nelletgen (notaris Frederick van Banchem, 1621-12-29); 1622-07-13: zijn zuster wijlen Clementia van Hoogendorp
Dalem, van | 1541-06-15
Arch Nassau Domeinraad regest 3024
Achternamenindex
Cornelis Jacop Thomasz, secretaris van Donghen, geeft op verzoek van Willem van Donghen op, wat hij over 1536 voor diens moeder Belije van der Dussen heeft ontvangen aan kapoenen, ganzen, hoenders en cijns, met de opmerking, dat hij niet kan opgeven wat er aan cijns opgebracht behoord te worden, daar het cijnsboek bij Belije van der dussen berust. N.B. met adviezen van de rentmeesters van Breda en Oosterhout vastgehecht aan de brief d.d. 1541-02/01
1497-04-22 | Velsen
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 8v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat hij een supplicatie ontvangen heeft van onse welgeminde Jan van Barry Jacobsz, inhoudende hoe na dode van Willem van den Voorde aan de grafelijkheid vervallen is, zeker clein tiendeken gelegen tot Velsen, geheten die corentiende van den Hogen Geest tot Velsen, dat vervolgens door domeinen verpacht was en in het afgelopen jaar 12£ van 40 gr Vls opgebracht had. Deze tiende is "seer wel gelegen an de woninge en hofstede van de suppliant, die hij daarby liggende heeft". Suppliant heeft nu deze in erfpacht gevraagd, te houden tot een recht leen. Op grond van een ordonnantie van Mei 1500 j.l. [!] hebben die van de rekeninge hierin niet toegestemd. Philips vergunt hem nu om dit leen te kopen en voortaan ten rechten leen te houden tegen betaling van de penning 6, in totaal 72£; 1497-04-28: Hues du Mont, conseillier en thesaurier des Finances, erkent deze 72£ ontvangen te hebben; 1497-06-13: belening (vgl 1492-05-23)
getekend door mr Tibault Barradot, Roeland le Fevre
1650-03-21
R.A.H. O.R.A. 2104 fol 21, 22, 23
Transportregister Egmond
Jan Willemsz Cranenbroeck, wonende op Cranenbroek onder de ban van Heyloo, verklaart dat hij comparant, Adriaen Adriaensz van der Mos en wijlen Jan Lourisz alias Jan Louwen, van den E. oud schepen Nicolaes Rietvelt van wege zijn kinderen, vermogens octrooi van het Hof van Holland, hebben gecoft een merckelijcke partij land in de Egmondermeer voor een merckelijke som aan penn. die volgens het octrooi ter weeskamer te Alkmaar gedeponeerd moest worden. Dat op 2 augustus 1649 opgebracht was de som van 4500 gld. Dat Rietvelt geprobeerd had deze som te lichten doch dat hij geprotesteerd had, waarover een proces was ontstaan etc. Trijn Jans, nagelaten dochter van wijlen Jan Louwen, weduwe van Jan Adriaansz Heemskerck, wonende bij de kalchoven onder Alcmaer. Mitsgaders Mies Jansz en Jacob Adriaensz, schout van Langedijk als voogden over Maertje Jans, nagelaten weeskint van Jan Louwen, leggen eenzelfde verklaring af, Adriaen Adriaensz van de Mosch idem
1514-11-22 |
Genealogie v.d. Does Voorburg/Familiearch Bredius/Hof van Holland
Jaartallenindex
compareert voor het Hof de procureur van Philips van der Does, gedaagde, om te antwoorden op de eisch van Clais van Esch. Philips stelt dat hij in november 1507 de eiser vercoft heeft 100 morgen lands met de tienden, gorsen en blicken en met zeeckere moete in d'eerde gesayt tot 20 morgen aen saet en 20 morgen aen tarwe om seeckere groote somme van penn. Dat gebleken is, dat er 8 morgen te weinig waren, die jaarlijks 22 gld opgebracht zouden hebben, dat is dus over 8 jaar 176 gld. Dat er verder in t geheel geen zaad gezaaid was en niet meer dan 8 morgen aan tarwe, waar door gedaagde een schade had van 8 gld per morgen, dus over 20 morgen 160 gld. Dat er 12 morgen tarwe te weinig was, leverde hem een schade van 8 gld per morgen, dus over 20 morgen 96 gld. Dat ook de "blicken" niet opgeleverd waren zoals afgesproken, hetgeen over 10 jaar een schade van 157£ 10sc opleverde. Gedaagde eist op zijn beurt dus van eiser 669£ 6sc. Behandeling over 8 dagen. Op 1514-11-27 concludeert Cornelis Sael als procureur van mr Claes van Esch, dat de eis in reconventie van Philips van der Does niet ontvankelijk is, daar hij, eiser, willige condemnatie heeft op Philips. Dat hij echter na executie op deze reconventie wel wil antwoorden
1592-03-07 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 905
Jaartallenindex
schout en schepenen te Utrecht oorkonden dat Eerst Pietersz Knijff voor zich zelve, Henrick Beerntsz van Deventer x Magdalena Peter Knijffsdochter, erkennen overeengekomen te zijn met Beernt van Coesfelt als gemachtigde van het sterfhuis van wijlen Johan Taets van Amerongen, eertijts borgermeester deser stad, met betrekking tot de afkoop van lijfrenten door het sterfhuis verschuldigd aan comparanten krachtens het testament van wijlen Sibilla Taets van Amerongen, weduwe heer Gerrit van Vlijet Coesfelt zal hun uitbetalen 300 gld en nog tbv scomparanten jongste zuster Anna Pietersdochter, 25 Kar gld in eens. In dorso: memorie dat Johan van Amerongen in 1586 beleijt heeft op de stad Utrecht de somma van 252 gld op vier lijven te weten Antonia, Ernst, Magdalena, Geerloff, alle kinderen van Peter Willemsz Knijf geprocreert bij Sibille Geerlofs van Amerongen natuerlycke dochter, van welcke kinderen één gestorven is vóór de aflossing, zodat de stad in 1592 200 gld , daar de kinderen eens deels mede afgelost zijn van de rente die zij hadden krachtens het testament van joffr. van Vlyet en voorts voldaen door joffr. van Amerongen die 125 gld int welc van dese brief verhaelt etc. Op 1593-10-15: Anna Pietersdochter met haar broer Ernst Knijf en haar zuster Magdalena erkennende haar toekomende 25 gld ontvangen te hebben. Pro memorie: de 200 gld zijn betaald uit de afgeloste lijfrenten en die resterende 125 gld zijn opgebracht en betaelt bij Cornelia van Valladolyt weduwe jhr Willem Taets van Amerongen
Niclaes van Suijlen van Draeckenborch, heer van de Sevender, schout, Roetart van Lanscroen en Cornelis van Malssen, schepenen
1471-1472 (2) |
Rek Rentmeester Kennemerland 903
Jaartallenindex
(vervolg) (fol 22) van noch eenre ander besterfnisse minen genad. here anbestorven in de ban van Oestzanen bij dode van Jan Vruechdenz, dat ⅓ deel van desselfs Jans Vruechdenzoens goeden over ende in den naem van Hillegondt des voirs. Jansdochter, woonachtig in Oist Vriesland, te weten ende dat denselven minen genadigen here van denselve goede voir zijn derde, te lote gevallen is 2 stucke lants groot samen omtrent 4 maden, dairaf dat meeste stucke vercocht gheweest is Jan Rembrantsz om 16 R gld 5st, ende dat ander stuck bij Dirc Vechtersz om 17 R gld 11 st. En noch ⅓ deel van ¼ deel van 5 hond lant gecoft bij Martin Pietersz om 2 R gld. Item ⅓ deel van eenre huysinge welcke huijsinge deselve Jan Vruechdenz in zijn leven gemaict ende gegeven hadde Geertruijt, sijn joncwijf, huer leven lanck te gebruycken, mitsgaders al zijn imboel die van cleenre wairde was. Die beteringe van welken huys Aef Lambertsweduwe gecoft heeft om 3 R gld 6½ st. Ende een coe die deselve Jan Vruechdenz gaf in testament der kerk van Oestzanen. Alle welcke voirs. goeden vercocht sijn geweest bij den anderen erfgenamen van denselven Jan Vruechdenz aleer de rentmeester van de voirs. besterfnisse ijet wiste. Niettemin hij heifth denselven coop van waarde gehouden [omdat zij bij officiële verkoop waarschijnlijk minder opgebracht zouden hebben]. De rentmeester ontvangt nu in totaal 39£ 3sc 2d. Certificatie van Aelbrecht Willemsz en Jacob Claesz, schepenen van Oostzaan