3 resultaten
1527-09-18 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 33
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn lieve en getrouwe Raad Frederik van Renesse here van Malle, stadhouder van onse leenen, Albrecht van Raephorst, schiltknape, maakte tot lijftocht voor zijn huisvrouw jvr Marie van Foreest, in recompense van seeckere heure goeden bij hem in synen nootsaecke vercoft, t huys tot Raephorst met allen den huijsraet daerinne wesende, met selver, ende anders niet daerof uytgesondert, mitten boomgaert ende mitte drift ende weyden binnen en buyten den cingel, ende hierboven nog 200 R gld op en uijt alle de goederen van Raephorst, met halff die levering die men uyt den duynen en lantpachten t huys van Raephorst jaerlix levert, om die als zij haar man overleeft haar leven lang te gebruiken. Hierin ook gerekent de 100 R gld per jaar die Aelbrecht haar voortyts onder sijn hantteyken gemaakt had. Hertrouwt zij dan moet zij de lijftocht opgeven behalve de 200 R gld per jaar, die zij haar leven lang mag behouden. Karel confirmeert deze making
Dalem, van | 1541-06-15
Arch Nassau Domeinraad regest 3024
Achternamenindex
Cornelis Jacop Thomasz, secretaris van Donghen, geeft op verzoek van Willem van Donghen op, wat hij over 1536 voor diens moeder Belije van der Dussen heeft ontvangen aan kapoenen, ganzen, hoenders en cijns, met de opmerking, dat hij niet kan opgeven wat er aan cijns opgebracht behoord te worden, daar het cijnsboek bij Belije van der dussen berust. N.B. met adviezen van de rentmeesters van Breda en Oosterhout vastgehecht aan de brief d.d. 1541-02/01
Boekel/Bokel | 1366-10-06
Reg Rotterdam en Schieland no 897
Achternamenindex
Wilhelmus de Reno, geestelijke en keizerlijk notaris oorkondt, dat Hugo abt van het klooster van Egmond verklaart heeft, nadat ook Jacobus gezegd Buekel was verschenen, dat over zekere tiende te Scoenreloe de abt beslist had dat deze vervallen waren aan het klooster Egmond en Jacobus niet gerechtigd was en een vergoeding voor de inbreuk schuldig was; voorts dat Jacobus zijn aanspraken moest opgeven op de tiende van het ambacht van Boekelsdijc, evenzo op de tiende in het kerspel van Ouderschie en gedeeltelijk in het kerspel van Scoenreloe, waartoe het voornoemde klooster ook gerechtigd was, aan welke beslissing Jacobus beloofde zich te zullen onderwerpen