3 resultaten
1616-08-02 |
Ms Opstraeten III fol 1578
Jaartallenindex
Johan van Suylen van der Haer, heer der vrijheerlicheyt Sevender, heer van der Haer, Cockengen, Spengen ende Montfoerts gerechte, oorkondt dat hij mr Jacob de Wijs, advocaet voor den Hove van Utrecht als gemachtigde van Joffr. Odilia Valckenaer, beleend heeft met een hoeve lants gelegen in die Lege Haer op Haervelt. Eodem die beleent dezelfde Odilia Valckenaer vrouwe douagière tot Warmond met 14 morgen lants, huysinge, hofstede en getimmerte gelegen aen de Haer, haer aengecomen van joffr. Hase van der Mye, haar oudemoeder en haar broer jonge Henric Valckenaer. Eodem die beleent dezelfde haar eveneens met 2 campen lants gelegen in Haervelt in ½ hoeve lants geheten Piecxhoeve, streckende van der Haer houdijck tot Nuwercoperwetering toe, belend boven: Beernt van der Haer soo aen die oversijde, beneden weleer: Alphaert van der Mije, nu jvr Odilia aen die nedersyde (vgl 1603-07-30 en 1621)
Culemborg, van | 1460-03-13 (1460-02-13~)
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 16v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat heer Johan heer tot Ghimnich en tot Visschell, ridder, hem opdroeg het leengoed dat hij van de abdij in leen hield, die hij om zijn schulden te betalen had moeten verkopen: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Schulenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen hij van de abdij hield; vervolgens wordt heer Gherart van Culenborch met deze goederen beleend tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen: Gherijt van Lochorst van der Merwen, Ffolpert van Amerongen, Johan van Amerongen, Zoude van Rijn, Dirck Bor van Amerongen van Renen
Culemborg, van | 1480-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent jhr Jasper heer toe Culenborch, ter Weerde, toe Lijenden en toe Borssele, na dode van zijn vader jhr Gerart van Culenborch met: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Sculenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen Gerard van de abdij hield; jhr Jasper ontving ook: 4) de halve tiende te Kesteren; opschrift: "Jonchere Jasper here tot Culenborch to Weerde mo [do ?] vrouwe Anna van Pallant ejus filia, ut in libro abbatis Wilhelmi de no fol 174"
mannen: Bernt uyten Enghe, Ott van [der] Oird