Bedoelde u soms?
paarden | paerden | parden | pardoen | parduyn | paridon | parsyn | peroon

8 resultaten

Pardon | 1643-09-04

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Enkhuizen: verschijndag 09-20, Jan Pardoen de jonge fl 1400 - fl 56; Spranca en Susanna Pardon, fl 600 - fl 24; 1647-10-10/11-01: Jan Pardon de jonge, fl 1000 - fl 40

Aa, van der | 1327-07-28

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 193
Achternamenindex

leen van Amstel: no 96) 20 morgen in Hoencoop in het gerecht van Gerrit van den Vliet, Jacob van der Aa Jacobsz, na pardon, omdat oude Jacob van der Aa wilde houden van Jan van Amstel

Vliet, van den | 1327-07-28

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 193
Achternamenindex

leen van Amstel: no 96) 20 morgen in Hoencoop in het gerecht van Gerrit van den Vliet, Jacob van der A Jacobsz beleend, na pardon, omdat oude Jacob van der Aa wilden houden van Jan van Amstel

Wilde, de | 1629-08-23

G.A. Amsterdam Not Arch 399 fol 140/Notaris Nic Jacobs
Achternamenindex

Matheus Capoen, burger van Amsterdam, attesteert op verzoek van Sebalt de Wilde, als schriftelijke lasthebbende van Jan Gerritsz, wonende te 's Gravenhage, dat hij getuige 2 ½ jaar geleden van Jan Gerritsz ontvangen heeft 40 gld die bij hem, getuige, "geemployeert sijn geweest tot lichtinge van t pardon van Compaen..."

1553-03-17 |

R.A.H. Coll Aanw 256 fol 171-176/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

keizer Karel ontvangt de supplicatie van Thyman Aertsz, burger der stad Naerden, inhoudende hoe de jonge schutters deser stede in den jare 1551 l.l. nae die papegay geschoten hebben, aldaer die suppliant Coninck geworden is. Na afloop daarvan wilden zij zoals naar ouder gewoonte gaen in den convente van Oudenaerden. Toen zij bij de stadspoort kwamen, daerdeur men gaet tot oude Naerden, weigerde hij suppliant consent om naar Oud Naarden te gaan. Daarna trokken zijn naar het gasthuis om feest te vieren. Na afloop trokken zij met trommels en pijpen naar de stadspoort om een rondgang om de stad te maken. De ghemeen schutters dwongen hen echter in de richting van het convent van oud Naerden. Toen zij bij de molen van het convent aangekomen waren, wilde suppliant geen consent geven om het convent binnen te gaan. De gemeen schutters hadden hem toen naar binnen gedragen, hetgeen de prior gezien had. Er was toen enige onstuijer in den convent bedreven. Door de Raad van Holland waren enigen deswege veroordeeld (1552-10-13). Alzo suppliant een zeer scamel visscher is, beladen met vrouw en kinderen, die niets anders kan dan visschen, verzoekt hij pardon. Het Hof herroept nu zijn bannissement van 2 jaren op voorwaarde dat hij de door hem aangerichte schade zal vergoeden, dat hij belooft 5 jaar lang het convent niet binnen te treden, dat hij een boete betaalt van 12 Kar gld en de costen van justitie

1545-01 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 273-281v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

supplicatie van Adriaen Nannincsz, schout van Alckmaar, die bij zijn ambtsaanvaarding in deze periculeuse tijd de stad in grote overlast bevonden heeft van vagebonden, verlopen crijgsluiden, anabaptisten etc. Om deze baas te worden had hij op eigen kosten 4 of 5 dienaars moeten aannemen, zodat de stad in korte tijd van al dat gespuis bevrijd was. Op St Annendach 1544 was hem echter bericht dat savonds om 7 uren wijlen Anthonis Zegersz, dienaar van de suppliant, en Andries Pelgroms malcanderen grievend gequetst ende gewont hadden, en dat de vier broers van de voors. Pelgrom, te weten Claes Oly, Zijvert, Tinne en jonge Claes, mitsgaders Kors Jansz, dienaer van de voors. Andries, gelikelijk vuytgecomen waren elx met geweer, ende met hemluyden Jacob Jansz Col, krijgsman, custumelyk dronken met een tinnen can in de hand. Zij sloegen Anthonis neer en achtervolgden hem. Hij werd met 5 quetsuren gedood. De aanvallers wilden zich toen keren tegen de schout en zijn dienaars. Toen zij de schout op het Payglop bedreigden met bussen en brandende lonten, dat hij de voors. Jacob Jansz Crol neergeslagen met zijn zwaard, zodat deze 8 dagen later gestorven was. Diens verwanten hadden toen een klacht ingediend tegen de schout, die voor het Hof gedagvaard was. De dagvaarding tegen 19 januari had hij echter door afwezigheid niet in handen gekregen. Hij verzoekt absolutie en pardon, zo hij iets misdaan mocht hebben. Het Hof verleent hem die en herroept ook alle dagingen. Hij zal echter de klagers moeten satisfactie doen en de kosten van justitie betalen

Scriver, de | 1299-12-10

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 377
Achternamenindex

leen van Amstel: no 46) zijn goed te Weesp over de Vecht, en 1 ½ morgen land in heer Haduwarsland, die Jacob de Scirver kocht van Indolf [lees: Mondolf]; 1299-12-10: twee pastoors verklaren dat Jacob Mondolf gezet is in het erf van diens neef Jacob Scriver, om nood, en Jacob hield van Amstel; maakt lijftocht voor zijn vrouw Margaretha en beval Jacob Mondolf de renten van de 4½ morgen te innen; 1319-09-22: Jacob de Scriver, zoals zijn vader, hij mag geen steun verlenen aan de vijand van de leenheer; 1321-04-20: Jacob de Scriver na pardon, nadat zijn vader verbeurde met de heer van Amstel, hij zal de leenheer getrouw zijn; 1325-02-26: Jacob de Scriver ten eigen; 1328-11-23: Jacob de Scriver ten eigen

1522-10-27 |

R.A.H. Coll Aanw 243 fol 449v-454/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

keizer Karel heeft ontfangen die ootmoedige supplicatie van Dirck Vuijterwijck, geboren tot Castricum, inhoudende hoe dat hij meenigen langen tijt geleden geweest is mit joncker Frans van Breederoede binnen onser stede van Rotterdam, ende denzelven joncker Frans gedient heeft tegen onsen landen. Waernae hij met een baentken knechten gegaen is by den here van Montfoert binnen Woerden, bij denwelcken hij geschikt was int beleggen van Montfoert binnen derselver stede. Nadat tselve gedaen was, is hij gegaan binnen der Sluijs bij den heer van Ravestein, liggende 3 jaar daarby (?) totdat een zoen gesloten was. Ook heeft hij in dienst van keizer Maximiliaen voor Nymegen en int land van Gelre 3 jaar lang. Daarna kwam hij bij hertog Karel van Gelre bij wie hij 20 jaar geweest is. Hij is o.a. met de Franchoysen en Geldersen geweest binnen Thienen. Heeft ook helpen innemen Weesp, t huys en dorp van Muyen. Hij keerde naar Holland terug maar toen de Proc. Gen. trachtte hem te apprehenderen heeft hij te Heemskerk een paard genomen uit de stal van Henrick Gerytsz en is daarmede uyten lande gereden, het paard gaf hij aan de eigenaar terug. In dienst van de hertog Karel van Gelre lag hij aan den Arckensdyck en nam daar gevangen Jan van Schaverdack met zijn zoon, poorters van Haarlem. Hij nam hun schip met lading hout en nog 350 R gld voor rantsoen. Ook nam hij en rantsoeneerde hij 2 luijden uyt die Wyck, Jacob Albertsz en Pieter Rob. Hij heeft dus veel kwaad gedaan, doch heeft nooit brand gesticht en is nooit als verspieder opgetreden. Daar hij een "dorre geselle" is die van zyn glavie (stokwapen) leven moet, zal hij van armoede weer in dienst van Gelre moeten gaan, indien hem geen pardon gegeven wordt. De keizer pardonneert hem