1 resultaten
Grebber, de | 1535-04-21
Schepenrol Hoorn 4146
Achternamenindex
"die schout beelaechde Willem Mathijsz de wever hoe ende al ist soe dat de K. Majesteit bij zijn open brieve van placate den 6e Mey anno XXXIV geboden ende bevolen heeft dat nijemant wie hij zij ende soude mogen ontfangen of harbargen enige van denghenen die zij weten herdoopt te wesen, noch oich mit hemluyden converseren ofte frequenteren, op verbuerte van hueren lijve ende goeden, desen enen wel nijet jegenstaende soe heeft belieft gehat de vors. Willem genouch in contempt van t voors placaet te logieren ende herbergen enen Claes Grebbersz ende zijnen huijsfrou, van Monikendam, die beyde herdoopt waren, ut saeke van dien de vors schout over ende in den name soe hij procedeert, neempt voor sijn conclusie dat Willem Mathijsz gedaegde vors gecondemneert sal wesen tot verliesinge van zijnen lijf ende goeden tot profijt van de K Majesteit int achtervolgen t vors placate. Ende alsoe de voors Willem tot deser instantie nyet en comapreert is geweest is hij vellich gewesen van de voors eijsche of hij keert mit beter recht"