Bedoelde u soms?
pandinge | plantage | plantinus | platinge

12 resultaten

Floris Engbrechtsz | 1453-1454

Thesauriersrekening Haarlem 1453-1454 Vervolg II, II, IV
Voornamenindex

op 14 december reysden tot Brederoede Floris Engbrechtsz, Claes Aelbertsz en Willem Paedse, omdat die heer van Brederode een plantinge begeerde te hebben opten poerteren. Op 21 december werd Willem Paedse weder gesent tot Brederode omme den heer van Brederode te spreken op die sake ende vangenisse van Philips Jansz (fol 23); (fol 23v) reisden weer 4 naar Brederode om te spreken over plantinge, wagendienst en Philips Jansz

1626-04-20 | Leiderdorp

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 159
Jaartallenindex

het Hof van Holland approbeert de verkoop van een huis en erve, potinge en plantinge, gelegen te Leiderdorp, noord: de Lage Rijndijk, oost: huis en erf van Cornelis Dirksz, nu wonende te Amsterdam, zuid: de Rhijn, west: de Achthovender cade, toebehorende aan Frans Cornelisz, waert in de Leeuw, wegens een hypotheek tbv Catarina Jansdochter, weduwe van Cornelis Jansz, backer tot Alphen, ingevolge een akte van condemnatie door genoemde weduwe op 1 Mei 1625 van het Hof daartoe verkregen

1567-07-29 | Hillegom

R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 88c regest 118
Jaartallenindex

Lourijs Heynricsz (zegel: een staande grote vogel, naar links gewend, niet in een schild), schout tot Hillegom, oorkondt dat Anthonis Symonsz transporteert aan Griete Jansdochter, weduwe Aerndt Zymonsz, brouwer tot Haarlem, een huis en erf met potingen en plantinge mit een croft, groot 1 morgen daar de huijsinge op staet in de ban van Hillegom, zuidwest: Aeryen Jeroensz, noordoost: die wildernis en Jan Upperstees, noordwest: die wildernis, zuidoost: de heerwech. Borgen: Gysbrecht Claesz en Aerijen Jeroensz. Twee tuygen en buyren Geryt Jorijsz en Geryt Claesz

1510-02-06 (1509) | Tetrode

G.A. Haarlem Inv no 1665c Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Aelbrecht Jansz als man en voogd van Brechte Willemsz erkennen verkocht te hebben den capelmeesters van St Remijnscappelle staende bij de Cleyne Houtpoirt binnen der stede van Haerlem 1/12 deel van de hofstede, husinge ende lande dairtoe behoerende, gelegen in den ban van Tetrode, daerof diselve capelle de andere 11/12 deelen van toebehoeren, daer naeste lenden of zijn zooals de brief die omschrijft die capelmeesters daarvan bezitten. Met belofte van vrijwaring, belast met 1/12 st en een blanck sjaers jaarlijksche erfhuur, waarvan de grafelijkheid jaarlijks ontvangt ½ stuiver, ende dat ander die here van Brederode. Ende noch mit sulk wege, wateringe, heyninge ende plantinge van duynen als daertoe staen ende behoeren, medegelijc andere zyne naebueren. In kennisse bezegeld door leenmannen, 6 Febr 1509 na den loep s Hoefs van Holland (vgl 1508-09-22 en 1509-08-06)

Floris Bolle en Geryt van Adrichem, leenmannen

1622-04-06

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 116v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de Regenten van de H. Geest te Haerlem verkopen aan de eersame Jop Claesz Ghijblant, oud schepen van Haerlem, en Thomis [Thomas] Jansz moutmaecker aldaar, een hofstede genaempt Dalenberch, groot 8 morgen 4 hont, in de ban van Overveen met een nieuw schoon welbetimmert huys, boomgaert en plantinge tegenwoordig gebruikt bij Claes Jansz, die er nog een jaar huur aan heeft voor 150 gld, noord: Baert Claesz, zuid: Cornelis Thunisz backer, oost: de wildernis, west: de wildernis, belast met 9 duijts per jaar erfhuyr, en nog 1 schell 9 penn erfhuur. Koopsom 1800 Kar gld

Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Willem Cornelisz en Willem Dammisz, schepenen

1629-05-16

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 45v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de Edele doctor Johannes Hooffant voor hemzelf en zich sterck makende voor zijn broeders Mattheus van Hoofflant en Cornelis van Hoofflant, erfgenamen van hun vader Thomis Jansz van Hoofflant, transporteren aan de Edele Jop Claesz Gijblant, oud schepen van Haerlem, ½ in een hofstede genaemt Dalenberch, groot in het geheel 8 morgen 4 hont, met huysinge, boomgaert en plantinge daerop staende, in de ban van Tetrode, waervan de andere ½ aan Jop Claesz Gijblant zelf toebehoort. Zoals Thomis Jansz en Gijblant hetzelfde gecoft hebben van de regenten van het H. Geesthuis binnen Haerlem, op 1622-04-30. Koopsom 550 Kar gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Cornelisz en Jan Claesz Beveren, schepenen in Tetrode

1628-05-12

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 15, 15v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Daniel de Keijser, secretaris, als gemachtigde van Aechte Cornelisdochter, laatst weduwe van Jan Ysbrantsz, gepasseert ten overstaan van haar zoon Cornelis Dircsz Roo voor notaris Egbert van Bosvelt te Haerlem dd 11 Mei 1628, erkende schuldig te zijn aan Jan Cornelisz brouwer en Frederick Coninck, wonende beide te Haarlem, resp de somma van 150 gld (voor geleverde bieren) en 100 gld (voor geleverde lakens, Frederik is laeckencoper). Voor de betaling verbindt zij haar huys, werf, boomgaert, plantinge en teellant in de voors. banne, zuid: Lysbeth Cornelis, west: de wildernis, oost: De Seven madt, noord: de gemene watering; 1628-05-23: zij erkent aan Gerrit Sebastiaensz, cuijper te Haerlem, 100 Kar gld schuldig te zijn ter zake van verdiend arbeidsloon, onder verband van hetzelfde huis

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symen Symensz (met zijn merck), schepenen in Tetrode

1596-04-04 | Zandvoort

R.A.H. O.R.A. 114 fol 5
Jaartallenindex

schout en schepenen tot Santvoort oorkonden dat de eersame hopman Niclaes de Leure in erfpacht geeft aan Cornelis Symonsz, een bruickwaer lants ghenaempt het Bentvelt in de ban van Santvoert, "waarvan ettelycke besaeijt met thien sacken coorn, etlijck met twintich sacken garsten ende noch etlyck sack erweten, met noch t huijs, schuijer ende bepotinghe daerop staende, streckende van t Cente gat toch achter aen de ghemeene Vrogenwech bij t groote water. Sal noch bij de voors. woninghe ende bruyckwaer blijven drije paerden, drie wagens, carren, ploegen, eggen ende alle andere ghereetschap daertoe dienende. Met noch thien coijen, pincken, versen tot vyftien stucx in t getal en twee calveren, met noch etlijcke deelen rasters sparren. Als oock vleys, vier syden speck, boter, caes, vis, harinck ende alle andere provisie bij t huijs ofte woninge sijnde, alsoe t jegenwoordich bij den voorn. Cornelis Sijmonsz ghebruickt ende bewoent wart. Sullen oock beijde de knechten huere huyeren bij denselven Nicolaes de Leur betaelt worden, te weten Lijck Gerrietsz tot St Jacob '96 tiecomende, ende Jan de Wael tot Meij '97 d.a.v. Ende dat voor de somme van 350 Carol gld sjaers". Belend rondom met de wildernisse. Cornelis Symonsz zal 40 gld jaarlijks betalen aan de Palsgravinne. Nicolaes de Leur en zijn vrouw behouden tot hun dood het gebruik van de boomgaert, plantinge en huysinge en 2 paerden, en hij moet Nicolaes de Leur "halen, brengen en voeren waer ende waerwert hem gelieven sal". De calveren, pauwen, hoenderen, duijven met haere eijeren ende jongen als oock snippen worden door hen half en half gedeeld. Nicolaes zal "alle weecken ghenieten een mengelen room sonder hem tot sijnder gelieven te mogen weijgeren stremmende ofte soetemelck. Sal oock Nicolaes de Leur toestaen soe veel wartelen, aguijn ende andere groente als hem voors. te doen sal hebben"

Govert Garbrantsz, schout, Crijn Cornelisz en Jan Gerrietsz, schepenen in Santvoort

1686-04-13

R.A.H. O.R.A. 2110 fol 2v
Transportregister Egmond

vertoont reverentelyck George le Vasseur here van Thouars colonel ten dienste deser landen, als getrouwt hebbende Anna van Cuijck van Myerop, dat deselve zijn huisvrouw beneffens haar zuster Emerentia van Mierop, volgens de uyterste wille van wylen Emerentia Banningh, weduwe van de heer burgemeester Jacob van Broeckhoven, waren aangekomen: 1) 10 morgen land te Egmond op de Hoef, 2) 3 morgen 200 roeden gelegen bij Heijloo, 3) een woninghe met 2 weren lants, groot 22½ morgen, 4) 4 morgen onder Amstelveen, alles met last van fideicommis tot in de 4e graad. Twas nu sulcx dat de suppliant op 7 April 1683 gekocht hadde van de erfg. van wylen juffr. Appolonia van Florij een woninge met woonhuijs, barch en schuur, bogaard en plantinge, van ouds genaamd "Duijnstee", groot 25 morgen 335 roeden, zynde allodiaal goed. Mitsgaders nog 29 morgen duijnen en clingen geplant met conynen, leenroerig van den huyse van Wassenaer ende Zuydwijk ende alle onder de voors. heerlijkheid gelegen nevens des suppliants andere woninge. Dat hij om deze aankopen te betalen ontslag uit fideicommissair verband verzocht en verkregen heeft op 22 februari j.l. en ook daarna verkocht had. Dat in zijn request de woninge Duynstee begroot was op 80 morgen, doch nu blijkt niet grooter te zyn dan 55 morgen. Hy verzoekt nu wyziging van het octrooi. De Staten voldoen aan dit verzoek 1686-04-13

1648-06-07

R.A.H. O.R.A. 2103 los ingevoegd na fol 168
Transportregister Egmond

Hugo Brasser, baljuw van Harencarspel, verkoopt aan mr Johan Verwer, advocaat te Haarlem, die hofstede tot Egmond Binnen gelegen, en de huysinge, stallinge, timmeringe, bogaert, plantinge, croften teel- en weijland, in het geheel 4 morgen 770 roeden 7 voeten, volgens metinge van Cornelis Claes Bommer en Bartholomeus Verburch, landmeters, den 32 [!] october 1637 [?] gedaen. Eerst de werff daar t huijs op staet met de bogaert en een strookje elst daer benoorden aen gelegen, groot 659 roeden 5 voeten, met conditie dat de cooper de scheydinge daer benoorden aen gelegen alleen moet onderhouden, het elsenbos genaamt "Jan Bramen land", groot 620 roeden 5 voet, den grooten croft, den laen daeronder begrepen, groot 1327 roeden 3 voeten. Alle welcke landen in een block gelegen zijn, in de Suyderbuert, oost: de Heerewech, zuid: Claes Cornelisz, west: de wildernis, noord: de stad Alcmaer en Symon Cornelisz, duinmeier. Item noch een stuckje weydt lant gelegen over de Venne, groot 1364 roeden 3 voeten, met de belasting van 3 gld per jaar aen croongeld, zuid: Jan Heyndricsz, noord: Jan Engelsz, bleker, west: de Egmondervaart, oost: de Heijloër Tochtsloot, waaronder 700 roeden zijn gerekend, gecomen van de abdij Egmond. Koper neemt tot zijn last het restant van een custingbrief groot 426-6-10, die Aeff Jans op het perceel weytlant aan de Venne gelegen, sprekende heeft. Verder neemt hij tot zijn last de vervallen en onbetaalde ongelden en het onbetaalde croongelt van den jare met nog 5-10 te geven tot redemptie van t versuym. Verder ontlast de cooper de comparant van de 2800 gld die hij op dit goed te zynen laste sprekende heeft met de sedert 1644-08-09 onbetaalde rente