Boxtel, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283

Achternamenindex

de abdij Postel ontvangt goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel en Alphen als gift

getuigen: Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Heeze, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283

Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Breda, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283

Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Heusden, van | 1173

Noordbrabantse Charters bl 283

Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Altena, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283

Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Uitwijk, van | 1140

Noordbrabantse Charters p 11

Achternamenindex

Fastradus heer van Uitwyk geeft aan de abdij van Postel zijn heerlijke rechten te Roselo (Reuzel)

Herlaer, van | 1173~

Miraeus: Opera Diplomatica I p 711/II p 709/Gramaije Taxandria p 39/Chartes de la Belgique A Wauters Thome I p 542

Achternamenindex

Fastradus van Uytwijk schonk ⅓ deel van een praedium de Roselo [=Reusel] aan de abdij Postel; ⅙ deel van het allodium Roselo werd door Arnoldus Brabant en zijn zoons Bernerus, Otto en Arnold aan de abdij Postel geschonken; ⅙ deel schonk nobilis matrona Berta de Blaerthem, haar dochter Billa en de zoons van Billa, Alardus comes de Megen, Theodericus en Rogerus de Scademule; ⅙ deel schonk domina Didradis de Ricstel met haar zoon Baldwinus en haar dochter Sibylla; op ⅙ part werd aanspraak gemaakt door Theodericus dominus de Herlaer die echter zijn aanspraken in 1173 afstond aan de abdij Postel. Zijn allodium in Elmeth had hij verkocht aan de abdij van Floreffe, die deze weer overdroeg aan de abdij Postel. Toen Udehilt, de moeder van Theodericus stierf, werd haar erfenis verdeeld. Theodericus gaf zijn zuster, gehuwd met Florentius de Voorne, het allodum Gerdingen in Bastwike

Asten, van | 1306

Batavia Illustrata bl 863

Achternamenindex

Daniel van Bevere, knape, confirmeert de donatie van t jus patronatus der Kerken van Asten en Liedorp, gedaan bijWillem, heer van Asten en Esscheren binnen Loven aan die van Postel, is

Megen, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283/Miraeus I p 709

Achternamenindex

Alardus graaf van Megene en zijn broers Rogerus Scademul en Theodericus, zoons van Billa dochter van Bertha van Blaerthem schenken aan de abdij Postel een preduum te Blaerthem en goederen te Reusel, Blaerthem, Bladel en Alphen

Grevenbroek, van | 1569-01-27

R.A.H. Coll Aanw Caput Altena fol 216

Achternamenindex

lenen van de geconfisqueerde heerlijkheid Altena: jvr Jozyna van Grevenbroek, met haar gecoren voogd Willem Pinse, houdt 28 roeden, van de Wercken tot de Hollandse Grave, belend oost: het uiterland van de heren van Postel, haar aangekomen na dode van haar vader Floris van Grevenbroeck; opbrengst leen 90 £