2 resultaten
1546-12-31 (1) |
Cartul Assumburg no 326/Arch Marquette 1106
Jaartallenindex
Gheryt heer van Assendelft, van Eemskerck etc, ridder, 1e Raad des keizers presiderende in Hollandt, oorkondt hoe hij en zijn voorzaten te leen houdende zijn van den prinche Willem prince van Orangien, grave van Nassou van Vyanden van Catzenellebooge etc als here van der Lecke, volgt opsomming van de lenen in Heemskerk (zie eigendomsakten Heemskerk op 1546-12-31). Ende wandt ick an t voors. huyse van Assumburch groote coste van timmeragie gedaen hebbe ende noch van de meeninge ben meer te doen ende omme tselve te bet bij mijnen naecomelingen in eeren ende reputatie gehouden te worden, soe hebbe ick tot augmentatie ende meerderinge van dijen, den voors. prinse van Orangien als heere van der Leck vuytte mynen eygen ende propren goeden mij eensdeels aengecomen bij mijn voorouderen, eensdeels angecoft bij mijn lieve vrouwe en moeder Alijdt van Kyfhouck zaliger gedachten ende eens deels bij mij selve gecoft ende geconquesteert, opgedraegen ende quytgeschouwen deese naervolgende pertijen: 1) dat recht van den duyfhuyse totten huyse van Assumburch behoerende, een paer voedende drivende zwaenen in de grafte van denselven huyse; 2) de collatie van de navolgende vicariƫn: a) een viacrie gefundeert in St Ypolituskerke tot Delft op St Jeroenoutaer, daer vuyt mijn presentacie possessor off is mijn neve heer Jan van Assendelft, canonick tot Oudemunster te Utrecht, b) noch die collatie van een vicarie gefundeert in St Jacobskerk in den Haege op St Jacobsoutaer, ende bij consent van den bisscop van Utrecht getransplateert es in mijn capelle staende aen de zuydzyde van dien voors. kercke, daer althans possessor off es heer Wolphert Jacobsz, c) noch die collatie van een vicarye gefundeert in die Parochykerke van Haerlem op St Jorisoutaer, bij eenen Jan van Zassenem, daeroff dat recht van patronaet mij getransporteert is geweest bij wijlen Floris van Cralingen, mijnen neve
1420-08-09 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 213
Haarlem Algemeen
wy Vranc van Zaenden als voecht van Pieter van Zaenden, clerc, myns zoens, die geprovent is in der parochiekerk van Haerlem, ende Ghysbrecht Dullert, clerc, mede geprovent in derselver kerk, doen cond allen luden, dat wij gegeven hebben ende geven met desen openen brieve, puerlic om Gods willen, heren Dirc Gerit die boghemakersoen, priester, een cappelrie gelegen in de groter kerck van Hairlem voirs, ende gesticht is in die ere Gods ende des H. Geests, ende die nu open geworden is bij dode sheren Dirc Hobbenz, priester, so die gifte ende presentacie ons toebehoert te geven mitter deken van OLVr gilde tot Haerlem, waarom wij presenteren denselven heren Dirc voorn. den eerwaerdigen in Gode den Doemproeste van Utrecht of sinen officiaal, en bidden dat hi hem wil setten in des voors. cappelrie mit sulker solemniteyt als ghewoenlic is. In kennisse der wairheyt so hebbe ic Vranc van Zaenden als een voecht Pieters myns zoens voirn. desen brief bezegelt mit minen zegel. Want ic Ghysbrecht Dullaert voirs. op dese tyd selve geen zegel hebbe, so hebbe ic gebeden Jordyn Claesz, minen vader, desen brief over my te bezegelen. Ende ic Jordyn voirs. hebbe om bede wille Ghysbrechts myns zoens voirn. minen zegel tot enen getuge mede an desen brief gehangen (vgl 1401-10-02, 1401-10-19)