2 resultaten
1519-04-16 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 12
Jaartallenindex
burgemeesters, schepenen en raad der stad Utrecht oorkonden dat Michiel Ram, onse mede borger, volmacht geeft aan Heindrick Geritsz, onder rentmeester van het land van Woerden, om namens hem "een halve hoeve lants heerlix goets gelegen tot Jutfaes bij den Doerslach, die men te leen houdende is van de grafelijkheid van Holland, ende Michiel voirs. aanbestorven is bij dode van syn moeder jvr Aechte Aernt Rammen weduwe, Aerntsdochter van Hoef, in het Hof van Holland voor de edele Frederick van Renes van Wulven, heer t'Oestmalle, stadhouder van de lenen over al Holland etc te verzoeken. Item noch ¼ deel van 3½ morgen lants in Lynschoter Aer. Ende noch 4 morgen en ½ hont in Zwamerdamme aen den quadendyck gelegen, den voors. Michiel Ram aanbestorven van wijlen syn broeder mr Adriaen Ram, canonick van den Dom te Utrecht. Dese twee leste percelen te verzoeken voor de registermeester van het huis van Naeldwijk. Voorts geeft hij hem volmacht om zijn vrouw jvr Katherine te lij"ftochten aan de voors. ½ hoeve lants gelegen te Jutfaes in den Doerslach. Vgl 1519-05-31: waar Aechte heet: jvr Aechte van Hoeve Adamsdochter
get. Valentinus
Splinter | 1479-04-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 219, 133
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Splinter Jacopsz wordt na dode van zijn vader Jacop Splintersz beleend met: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezerveen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoesche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, na dode van Splinter Jacopsz heeft zijn dochter Catharina, vrouw van Michiel Rammen, dit verzocht en overgegeven (fol 133); 2) ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den haerden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn (fol 219v); 3) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Roelof van Baern in leen houdt, en van ½ vierdel van de hoeve veen de ofgrifte overgegeven heeft aan Peter Willemsz en Reyer Snijer; "dit heeft Catryn sijn dochter versocht en terstond weer overgegeven Geryt Jacopsz" (fol 133)
mannen: Johan Hermansz, Steven Willemsz