9 resultaten
Rechtere, de | 1615~
Kroniek Hist Gen 1853 p 170
Achternamenindex
Willem de Rechtere, vendrig van kapitein Adriaen van Arckel solliciteert naar een kapiteinschap
1625-01-06 |
J.A. Jaeger: A.R.A. Hs 3e afd no 1295a p 238, 237, no 1295b p 237
Jaartallenindex
akte van belening van wege het huis Duivenvoorde van Anna de Rechtere, vrouw van Michiel de Wilhem, oud schepen van 's-Gravenhage, en oudste dochter van Barbara van Dorp, met 3 weer land in het Nieuwelant te 's-Gravensande, haar aanbestorven van haar broer Willem de Rechtere. Met kwitantie wegens betaalde leenrechten, 1 charter en 1 stuk; 1611-04-09: kwitantie van de stadhouder van de lenen van het huis Duivenvoorde, wegens betaalde leenrechten voor 3 weer land in het Nieuweland, door Willem de Rechtere; 1568-03-29: beleend Willem Jansz van Dorp, hem aanbestorven van zijn vader Jan Willemsz van Dorp (met retroacta van 1506, 1508 en 1535)
Arkel, van | 1615~
Kroniek Hist Gen 1853 p 170
Achternamenindex
Willem de Rechtere, vendrig van capitein Adriaen van Arckel, solliciteert naar een kapiteinschap
Rechteren, van | 1438
Batavia Illustrata bl 1205, 940; Wapenheraut jg II p 171
Achternamenindex
genoemd: Sweder van Rechteren; Anna de Rechtere x Adriaan Duyk; Adolf Hendrik graaf van Rechteren
1596-01-20 |
Inv Arch H Geest Den Haag dl I no 616
Jaartallenindex
accoord tussen de H. Geest in Den Haag en Coenraet de Rechtere, betreffende de splitsing van een jaerlijkse rente van 9 Kar gld 18 st 1 blank, rustend op diens huis en erf in de Hoogstraat in den Hage, genaamd Sint Jacob
Hoylede, van | 1283~
Bijdr Hist Gen jg 1901 p 258/Reg EL 5 fol 88r/De Fremery Nal no 3
Achternamenindex
leen van Teylingen: no 12) 15 morgen land op de Hernesse, Didderic van Hoylede [heer Niclaesz], "daer Didderic op sit van der Kerken in erfhure" voor 3 (4) £ en een vierdel botter en 4 hoenre per jaar; daer is dese Didderic van Hoylede self rechtere
Goor, van | 1336-03-27
Reg Bisschoppen Utrecht no 1168
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht verklaart dat hij de graaf van Gelre 43000 £ Zw Tourn geleend heeft om daarmee het huis en de heerlijkheid Diepenheim en het graafschap Dalen te betalen, waarvoor hij hem in pand geeft: slot en land van Vollenhove, het land van Salland en bij de Vecht, het huis te Goor en Twenthe
Rodericus de Voerst, Engelbertus de Gerner, Everardus de Bevervorde, Godfridus de Gore, Johannes de Cuynre, Henricus de Ehze, Egbertus de Almelo, Hermannus de Lage, Swederius de Rechtere, de broers Theodericus en Ecbertus de Grimbergen, Johannes de Tye, Henricus zoon van Godfridus de Borclo, Johannes Redinc, Stephanus de Rutenberch, Wilhelmus de Bochorst, Swederus de Daminc, Gerardus Heyne, Johannes de Ostenwoude, Gerardus de Wenlo, Arnoldus Wilde, Wynekinus Putepas, de burgemeesters, schepenen raden van Deventer, Zwolle, Hasselt, Genemuiden, Ommen, Rijssen, Goor en Oldenzaal beloven de graaf als hun landsheer te aanvaarden
Grimbergen, van | 1336-03-27
Reg Bisschoppen Utrecht no 1168
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht verklaart dat hij de graaf van Gelre 43000 £ Zw Tourn geleend heeft om daarmee het huis en de heerlijkheid Diepenheim en het graafschap Dalen te betalen, waarvoor hij hem in pand geeft: slot en land van Vollenhove, het land van Salland en bij de Vecht, het huis te Goor en Twenthe
Rodericus de Voerst, Engelbertus de Gerner, Everardus de Bevervorde, Godfridus de Gore, Johannes de Cuynre, Henricus de Ehze, Egbertus de Almelo, Hermannus de Lage, Swederius de Rechtere, de broers Theodericus en Ecbertus de Grimbergen, Johannes de Tye, Henricus zoon van Godfridus de Borclo, Johannes Redinc, Stephanus de Rutenberch, Wilhelmus de Bochorst, Swederus de Daminc, Gerardus Heyne, Johannes de Ostenwoude, Gerardus de Wenlo, Arnoldus Wilde, Wynekinus Putepas, de burgemeesters, schepenen raden van Deventer, Zwolle, Hasselt, Genemuiden, Ommen, Rijssen, Goor en Oldenzaal beloven de graaf als hun landsheer te aanvaarden
Overijssel
Almelo, van | 1336-03-27
Reg Bisschoppen Utrecht no 1168
Achternamenindex
de bisschop van Utrecht verklaart dat hij de graaf van Gelre 43000 £ Zw Tourn geleend heeft om daarmee het huis en de heerlijkheid Diepenheim en het graafschap Dalen te betalen, waarvoor hij hem in pand geeft: slot en land van Vollenhove, het land van Salland en bij de Vecht, het huis te Goor en Twenthe
Rodericus de Voerst, Engelbertus de Gerner, Everardus de Bevervorde, Godfridus de Gore, Johannes de Cuynre, Henricus de Ehze, ridders; Egbertus de Almelo, Hermannus de Lage, Swederius de Rechtere, de broers Theodericus en Ecbertus de Grimbergen, Johannes de Tye, Henricus zoon van Godfridus de Borclo, Johannes Redinc, Stephanus de Rutenberch, Wilhelmus de Bochorst, Swederus de Daminc, Gerardus Heyne, Johannes de Ostenwoude, Gerardus de Wenlo, Arnoldus Wilde, Wynekinus Putepas, knapen, de burgemeesters, schepenen raden van Deventer, Zwolle, Hasselt, Genemuiden, Ommen, Rijssen, Goor en Oldenzaal beloven de graaf als hun landsheer te aanvaarden