1554-07-11 |

R.A.H. Coll Aanw 257 fol 571-573/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

alsoe Jacop Ysbrantsz, schout tot Schoerl en Camp, buyten Alcmaer, den Hove vertoond heeft dat een Gerijt Reijnsz Dogger nedergeleyt en geslagen heeft Outger Ysbrantsz, zijn broeder. En hoewel Gerrit Reijnsz wegens dit delict niet behoorde te komen binnen Schoorl, Camp of Groede, daar die suppliant zyn broeders, zwagers en meest al zijn vrienden woonachtig zijn, belieft het hem toch iedere dag in die dorpen te komen, niettegenstaande hij balling geleyt is door de baljuw van Kennemerland. Hoewel een zoen voorgesteld is, wil Gerrit daaraan niet meewerken. Het Hof vergunt om Gerrit te apprehenderen en aan de officier van Kennemerland over te leveren

1624-10-18

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 2v

Transportregister Egmond

Cornelis Jacobsz Jongebrecht heeft gecoft van Isbrant Reijnsz een stuk land gelegen tot Reynegom, genaamd "benoorden thuyn", groot 600 roeden, oost: Hendrick Boelisz, west: de erfgenamen van Reijn Huijgen, zuid: een gemene laan, noord: Cornelis Adriaensz. Koopsom 675 gld. Noch heeft Cornelis Jacobsz Jongebrecht gecoft van Reijn Isbrantsz, een huis en erf en boomgaert tot Reynegom, groot ¼ part van een morgen, oost: de Heerewech, zuid: het Reynegommer cleijn laentgen of een gemeene buerwech, west: de weduwe Pouwels Reijnsz, noord: de weduwe van Reyn Huijgen. Koopsom 600 gld

1489-12

folio 28v XXXI 1489-1492

Transportregister Haarlem

Zasse Jacobsz de decker aan Claes Reijnsz een huis en erf op Craijenhorstergraft, an d'een zijde: Dirc Jansz Moeijenkint, an d'ander zijde: Jan Claesz, afterwaerts streckende an Lysbeth Henric Sceepbrekers weduwe; 72 R gld

1394 |

R.A.H. Coll Aanw 51 fol 120/Reg B Bloys Cas D fol 57

Jaartallenindex

Nanne Symonsz in Texel is myns heren man geworden, anbracht bij Janne van Braeckel, baljuw aldaer, van eenen stucke lants geheyten Jan Tryssen coech, belend oost: Jan Pietersz, west: Aelwin Mathysz, noord: Jacob Sweertsz, ende houdt 2800 roeden. voor dit is hij man geworden van omtrent vier hondert lants gelegen in Elboutscoech, west: myn here, zuid: Witte Heynricsz, oost: Symon Reijnsz. Dit laatste lant heeft heeft hij opgedragen van zijn eigen goede, en hij wordt er nu mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een jaar renten of 10£

mannen: Willem Gerritsz, Claes Reynertsz

1655-11-01

R.A.H. O.R.A. 2104 fol 138

Transportregister Egmond

Michiel Pietersz van de Camer, herbergier te Egmond, erkent schuldig te zijn aan Pieter Jansz metselaer en Maritie Pieters, huisvrou van Dirck Dirksz, beide erfgenamen van Cornelis Maertsz, metselaer, staande met de goederen verticht ter weeskamer van de stad Alkmaar, 550 gld tegen 5%, onder verband van een stuk land te Egmond Binnen, genaemd "de Rietcampen", groot 3½ morgen, oost: Gerrit Jansz, west: Huyck Reijnsz, zuid: de weduwe en erfgenamen van Eddick van Sanen, subst. schout te Egmont op Zee, noord: Lammert Jansz in de Wyck

1569-04-23 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland fol 87

Jaartallenindex

schepenen in Sommelsdyck gelegen in Zeeland oorkonden dat heer Carel van Bourgondië heer van Sommelsdyck, St Annenlandt, Vienwaelende Vuerse, Zegwaert en Zevenhuizen, ende heeft vercocht en opgedragen zijn broeder heer Jan van Bourgonigien, here van Froijmont, Janop, Sambre etc tbv vrouwe Loyse van Croij, vrouwe douagiere van der Vere, zyn gesellinnne, een erfelijk losrente van 300£ Vls sjaars, losbaar met 4800£, gevestigd op Sommelsdyck en oick op alsulcke 50 morgen lands als hij en vrouwe Johanna van Cuylenburch liggende hebben in Beyerlant eensamelyck, op zijn heerlyckheyt ende incomsten van Vienwalene in het land van Loon gelegen. De heer van Sommelsdyck geeft volmacht aan mr Gillis Reijnsz, Mattheus van Steynemolen en Marius de Florens, procureurs voor de Grote Raad in Mechelen, om deze vestiging van rente voor de grote Raad te bevestigen. Ende alsoe Cornelis Aerntsz Berckel voorn. noch ter tijdt geen segel en gebruickt, hebbe ick Jan Cornelisz Coman deur bede van de voorn. Berckel mijn segel hier onder aen gehangen. In Margine: mr Cornelis van Ruijck, advocaat voor het Hof van Holland, als gemachtigde van de heer Herman de Bairgonge heeft de afgeloste rentebrief vertoond, 21 februari 1512 [1612], get. E. Gool 1612 (vgl 1569-05-02)

Jan Jansz de oude, Adriaen Gysbrechtsz en Cornelis Arentsz Berckel, schepenen

1521-10-28 |

G.A. Monnikendam 154 fol 39v/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

scepenen in Monickendam oorkonden dat Tyman Pietersz erkende verkocht te hebben aan die broeders van Galilea 3 deymt lants in Monikebroeck op die Leek, belend zuid: Jaep Claes, noord: Gherit Outghersz

Gerbrant Semmen en Dirck Reijnsz, schepenen

1630-05-16

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 123

Transportregister Egmond

schout en schepenen van Egmond oorkonden dat Jan Reijnsz Vogelsang, als man van Jannetgen Crijnen, verkoopt aan Pieter Pietersz Teunen en Cornelis Gerritsz Gijsen, beiden buren en inwoners van Egmond, een stuk lands genaemt de oostercamp van de Deukelcamp, groot 929 roeden 17 voet, gecomen van de grafelijkheid van Egmond, gelegen in de ban van Egmont, oost: het voornoemde affgegraven stuck [!], zuid: een hoeck van de zuyder helft van de ommeloop van Deukelcamp, west: de Noortcamp van Deukelcamp, noord: de ommeloop van de oostercamp van Knutshorn. Jan Reijersz verklaart zich door de coopers voldaan en betaald, en dat in mindering van zijns huisvrouwen legitieme en treplianica [?]. Cornelis Jansz Robbesteijn, zoon van Jannetgen Crynen, en Nanning Pietersz Fekerdey stellen zich borg; overdracht van de transportbrief waarmee Crijn Reijersz dit perceel verkregen heeft, op 7 oktober 1635 afgelost

de substituut-schout en baljuw en Symon Reijnen en Willeboert Ariaensz, schepenen van Egmond

1401 | Rotterdam

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 91v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

Rotterdam en daer omtrent. In registro anni 1401. Gaf ons Kathryn Jan Donckers 20 schell. Holl. op een huis en hofstede tot Rotterdam gelegen in die Nupoort aen die Rotte zyde, an die noordzijde: die steghe tussen denselven huyse en Jan Poijssone, zuid: Alijt en Douwe Lambrechtsdochteren, erfchyns, daer die dach tot Valckenborger marct. Item in Rotterdam dat ons Ysebrant die snyder gaf 4 morgen die na maals onse donaet, wat belegen hebben an die zuidzijde: Dode Gherytsz, en an die noordzijde: Jan Everoutszone, streckende van den wege tot in die Rotte. Item tot Yselmonde 6 morgen die ons jouffr. Hildegard van Bolghersteyn gaf, gelegen in Oudziers ambacht van Cralingen, an die oostzijde: Claes Gheritsz met 6 morgen, west: Henric Gheritsz, streckende van den dyck totter landscheyding. Dit lant rijt na ende is onder water. Item dieselve jonffr. in den zelven ambacht en in denselven brief een stuk land van 4 morgen dat genoemt is die Breede Wael. Dit lant rijt oic ende is onder water. Item gaf ons Ysebrant onse donaet, met een instrument en schepenbrief 20sc Holl. op een huis en erf gelegen op die Spoey wart an die oostzide, belend an die noordzijde: Dirc Busschman mit huis en erf, zuid: Peter Zote mit huis en erf. Item gecocht tegen Daniel van Cralingen 11½ morgen. Dit is vercoft en hier hebben wij wairnbrief op gegeven. Item in die Ketel gecocht tegen Govert Jansz 2½ morgen. Nota: Reppelmunda scripsit copiam hujus littere in papiro que sigillata est cum littera sigillata in qua addidit. Item Willem Jan Reijnsz heeft een brief van ons behouden en daer staet op geteykent die H letter van 20 sc meester Dirk van Ryswijk in den Haghe

1507-01-27 |

Oude Hof Alkmaar no 76

Jaartallenindex

Jan Jansz, schout in de ban van Haerlemmerliede, oorkondt dat Symon Jansz voor hemzelve, en Angnyese Henrick Jansz weduwe met Melis Jacobsz de cuyper, als haar gecoren voogd, gelyeden dat sijluyden die mater en gemene zusteren van t oude Hof te Alkmaar, in volle betalinge ende voer de alinge uytcoep van de erfenisse en goeden die t selve convent uyten name van Hillegont Jansdochter, medezuster in t voors. convent, opgecomen en aanbestorven zijn bij dode van Hillegont Claes van der Meeren wijf, gegeven hebben tot een vrij eigen, een stuk land gelegen in de Waert in de ban van Haerlemmerlyede, belend noord: Andries van Foreest, oost: Ysbrant Pietersz, zuid: Aechte Pieter Heynricsz dochter, west: die zusteren van Zyl

Dirck Havicxz, Steven Gerritsz, schepenen en tuygen. Daar Jan Jansz, schout voorn, zelf geen zegel heeft, verzoekt hij zijn vader Jan Reijnsz voor hem te zegelen