12 resultaten
Rossem, van | 1363
Düss Bedbur no 46
Achternamenindex
Gerard van Rossem constitue à sa fille Heylwighe, religieuse à Bedbur, une rente de 10 livre
Does, van der | 1502
Gedenkw Kerken Zuidholland dl II p 439
Achternamenindex
Rijnsburg: (12) begraven Elysabet van der Does, religieuse van Reijnsburch; Geertruid Van Reymerswael vrouw van Adriaen van der Does; met het wapen van der Does en de kwartieren
1e zijtak
Rode, de | 1373
De Raadt I p 228/Düss Cap de Dusseldorf no 48
Achternamenindex
Huynkin van Beynsber, chevalier, a vendu à Louis van Raede et Stijne, sa femme, son hoff, erve ind guyt zo Arde, hormis une rente due par la dame de Bilke, rente qui appartiendra, sa vie durant à sa soeur Jeanne, religieuse à Doynwald, puis passera au bien d'Arde
1536-08-15 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 412
Jaartallenindex
Karel oorkondt: alsoo Otto van Malsen, secretaris in onsen Camere van den Rade in Holland, van wege zyn zuster jvr Alyt van Malsen, religieuse in het convent van Coninxvelt, en Marie zyn natuerlyke dochter [gewonnen bij Catharina Cornelis], onse lieve en getrouwe ridder, eerste raed presiderende, en stadhouder van onse lenen in Holland, here Gerrit heer tot Assendelft, Heemskerc etc vertoond heeft dat hij gecoft heeft van Gerrit Ysbrantsz een lijfrente van 16 gouden Kar gld, die wij geconfirmeerd hebben, verlyen en verlenen Otto van Malsen in de naam en tbv jvr Alijt en Marie, met deze rente van 16 gouden Kar gld (vgl 1536-08-14)
Criekenbeek, van | 1450
De Raadt I p 277, II p 281, IV p 185
Achternamenindex
Goedert van Boickholt enzijn vrouw Janna van Goer, de l'avis de leurs parents: Arnould van Wachtendonc, Henri van Criekenberch, Henri van Wachtendonc, qu'eux et leurs enfant appellent onse neven, swegerling, oemen en goede vrinde- partagent leurs biens entre leurs treize enfants: 1. Harmen: hoff te Lobbroich, Schilbeck etc. 2. Guillaume, seigneur de Gladbach. 3. Gerard. 4. Jeanne en 5. Marguerite, religieuses in Daelheim, 6. Dijne, religieuse in Heinsberg. 7. Arnold, goederen in Lobbroich, Greveraet, Boeshem. 8. Gertrude en 9. Elisabeth religieuses in Dietkirchen. 9. Gaert (Goert) een hof te Ylem, Vierssen. 10 en 11. Aleid en Catherine religieuses in Keijserbosch. 12 en 13. Pierre en Fije kregen de hof te Broick
1536-08-14 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 409
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Gerrit Ysbrantsz, wonende tot Ryswyk, erkende verkocht te hebben jvr Alyt van Malsen, religieuse in den convente van Coninxvelt, oud 42 jaren, daer moeder af is Catarina van [corrupt, waarschijnlijk enkele woorden weggevallen], Cornelis, haer beyder leven lang gedurende en niet langer een vrije lijfrente van 4 Kar gld van 20st het stuk per jaar, zo lange ende ter tyt toe dat de voors. jvr Alyt van Malsen ende Marie [Cornelis ??] ende [!] of een van beiden in leven zal zijn. Gerrit Ysbrantsz verklaart zich van de koop van deze lijfrente op twee lijven door jvr Alijt vernugt en betaald te wesen, onder conditie dat oock [Ott] van Malsen van deze lijfrente ontfanger en gebruiker zal zijn zijn leven lang gedurende indien het hem belieft off degenen die hij des belasten en ordonneren zal, hetzij zijn zuster jvr Alyd van Malsen, al t leven lanck gedurende, en Marie, zijn natuerlyke dochter voors. Gerrit Ysbrantsz verbindt voor de betaling 11 morgen lants leengoed, hem aangekomen bij dode van zijn vader Ysbrant Gerritsz, gelegen in Zuyt Maelslandt, belend oost: de middelwatering, zuid: Cornelis Dirc Symonsz.z en zijn kinderen en Jacob Jansz te Delft, west: de Maeslandse wech, noord: Machtelt Dircszzoons [!] weduwe en haar kinderen. Noch ½ huis met geboomte, schuer ende berch hem toebehorende, daar hij nu in woont, staande tot Ryswyck. Hij verzoekt confirmatie (vgl 1536-08-15)
Nicasius Hanneman, advocaet in den Hove van Holland, Thomas Cassiopyn, procureur postulant voor den Hove van Holland, Cornelis Barthouts, griffier van den leenhove, leenmannen
Goor, van | 1450
De Raadt I p 277, II p 281, IV p 185
Achternamenindex
Goedert van Boickholt en zijn vrouw Janna van Goer, partagent leur biens entre leurs treize enfants, de l'avis de leurs parents: Arnould van Wachtendonc, Henri van Criekenberch, Henri van Wachtendonc, qu'eux et leurs enfant appellent onse neven, swegerling, oemen en goede vrinde-: 1. Harmen: hoff te Lobbroich, Schilbeck etc. 2. Guillaume, seigneur de Gladbach. 3. Gerard. 4. Jeanne en 5. Marguerite, religieuses in Daelheim, 6. Dijne, religieuse in Heinsberg. 7. Arnold, goederen in Lobbroich, Greveraet, Boeshem. 8. Gertrude en 9. Elisabeth religieuses in Dietkirchen. 9. Gaert (Goert) een hof te Ylem, Vierssen. 10 en 11. Aleid en Catherine religieuses in Keijserbosch. 12 en 13. Pierre en Fije kregen de hof te Broick etc
Bocholt, van | 1450
De Raadt I p 277, II p 281, IV p 185
Achternamenindex
Goedert van Boickholt en zijn vrouw Janna van Goer, partagent leur biens entre leurs treize enfants, de l'avis de leurs parents: Arnould van Wachtendonc, Henri van Criekenberch, Henri van Wachtendonc, qu'eux et leurs enfant appellent onse neven, swegerling, oemen en goede vrinde-: 1. Harmen: hoff te Lobbroich, Schilbeck etc. 2. Guillaume, seigneur de Gladbach. 3. Gerard. 4. Jeanne en 5. Marguerite, religieuses in Daelheim, 6. Dijne, religieuse in Heinsberg. 7. Arnold, goederen in Lobbroich, Greveraet, Boeshem. 8. Gertrude en 9. Elisabeth religieuses in Dietkirchen. 9. Gaert (Goert) een hof te Ylem, Vierssen. 10 en 11. Aleid en Catherine religieuses in Keijserbosch. 12 en 13. Pierre en Fije kregen de hof te Broick etc
1535-09-10 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 158v-162, 155v-158v
Jaartallenindex
Karel schrijft aan de stadhouder en mannen van leen dat hij ontvangen heeft die ootmoedige supplicatie van Jacobmine Jansdochter, inhoudende hoe dat bij aflyvigheid van wijlen haer vader Jan Zoete, o.a. goeden achtergelaten zijn zeeckere landen en thienden in Vosmaer in onsen lande van der Tholen, lenen van Holland en Zeeland, welke tienden en landen na zijn overlijden gedevolveert zijn aan haar zuster Margriete Jansdochter, en na Margriete's overlijden gedevolveert aan haar suppliante als leenvolgster van haar zuster. Hoewel belening haar was toegezegd, heeft de Proc. Gen. geweigerd hierin toe te stemmen, waarover proces ontstond voor het leenhof. Op 26 juni l.l. werd zij bij appoinctement gevorderd om cautie te stellen. Dit geschiedde, maar daarna werd belening opnieuw geweigerd, daar er intussen jaar en dag verstreken was. Onbekend met het leenrecht had haar procureur zich nu gewend tot de Grote Raad te Mechelen, zich excuserende "mits haer simpelheyt en regligentie als dat sij ter tyt als tselve haer versterfde", religieuse in zeker klooster was, waarvan zij door de paus gedispenseerd is, die haar oorloofde te trouwen, en in de goederen van haar ouders te delen. Zij verzoekt nu ontslag van het feit dat zij de lenen niet tijdig verheven heeft. De keizer vergeeft haar het gepleegde verzuim en eist dat zij beleend zal worden tegen betaling van de normale rechten; 1535-11-09: Jacomina geeft volmacht aan mr Florentius Zeeman, Franciscus de Geersbergen en Johannes Doubstu, om namens haar voor het leenhof in den Hage lenen te verheffen (1535-12-02)