9 resultaten

1570-09-07 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 77v
Haarlem Algemeen

Cornelis Jansz, wollewever, verkoopt Cornelis Jacobsz, wollewever, een huis en erf in die Cleyne Houtstrate, aen d'een side: die cameren van St Remigiusgasthuis, aen d'ander side: die canesije, achter streckende aen die minrebroeders kercke. Belast met 4sc 3 penn. Koopsom 240 Kar gld

1534-07-06 |

G.A. Haarlem Inv no 1665f Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

scout en scepenen van den dorpe van Heyloe oorkonden dat Pieter Aeriansz en Dirck Walichsz, poorters der stede van Haerlem als gasthuismeesters van St Remigiusgasthuis binnen Haerlem, erkennen verkocht te hebben aan Cornelis Symonsz ⅓ part van een stuck lants groot 13 geersen gelegen gemeen met mr Jan Florisz binnen den ban van Heyloe, geheten t groete lant, daer naest an belent is west: die Boekelmeer, noord: Cornelis Phillipsz, zuid: Claes Simonsz erfnamen (afschrift op papier)

Jan Matheusz, schout, Jan Jansz en Simon Cornelisz, schepenen

1586-10-28 | Heemstede

R.A.H. O.R.A. 616 L
Jaartallenindex

schepenen in de ban van Heemstede oorkonden dat Gerardt Pietersz Ruijchaver, tegenwoordig burgemeester van Haarlem, en Maerten Willemsz Ruijchaver, wonende tot Delft, resp. voor ⅝ en ⅜ parten, verkocht hebben aan Gerijt Willemsz, oud schepen der stad Haarlem, een stuk land groot 1½ morgen aen de Pylslaen in de ban van Heemstede, oost: de Piers [?] hof (gesteld iplv oude Jans nasaten), zuid: de memorie, west: St Remigiusgasthuis te Haerlem, noord: de Pylslaen (gesteld iplv de nasaten van wijlen Pieter Uyt den Haege), welke naam doorgehaald is

Willem Michielsz, schout, Cornelis Florisz en …. Syvertse (Sybertsen), schepenen

1513-06-23 |

G.A. Haarlem Inv 1665e Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Michiel Baertsz erkende verkocht te hebben aan de voogden van St Remmijscapelle twee maden land in Lambert veer [er staat niet "weer"] gheleghen binnen den ban vant Hoffambacht in den Inlaech gemeen met St Margrietencloester binnen der stede van Haerlem, daer naeste lenden of sijn noord: die notwech, west: dieselfde notwech, zuid: Claes Thaemsz, oost: die Scousloet. Belast met 12 gr Vls aen pacht

Jan van der Bouchorst (zegel: fragment van klimmende leeuw), Wouter Gerbrandsz (klimmende leeuw), leenmannen

1499-04-16 | Heiloo

G.A. Haarlem Inv no 1665b Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

Mathijs Henricsz, scout in den ban van Heelloe, oorkondt dat Claes Mathijsz erkende verkocht te hebben aan Gerbrant Claesz, Goessen Claesz ende Mathijs Claesz een driendeel lants gelegen in den ban van Heelloe in 13 geerssen lants, dat toe te behoeren plach Guert Jan Engels weduwe, daer lenden of zijn noord: Symon van Neck [?] en Jan Ysbrantsz, zuid: Ysbrant Pietersz. Met belofte van vrijwaring

Pieter Meeusz ende Dirck Lubbrantsz, buren ende tugen

1467-10-05 |

G.A. Haarlem Inv 1665a Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

wij Bairtout Gherytsz en Anthonys Dircx als man ende voecht van Clemeyns Barthoudsdochter voirs sinen wive oorkonden dat zij aan die bewaerres van Sinte Remyns gasthuijs binen Haarlem staende …..... cleyne Houtpoirte, geconsenteert hebben om die gouwe sloot die bij t gasthuyslant geleghen is, vrij te gebruyken ende te besigen en hun turf daardoor te vervoeren. Daar oorkonders beiden geen zegels hebben verzoeken zij Claes Gherijt voor hen te zegelen

1508-09-22 | Tetrode

G.A. Haarlem Inv 1665d Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Gheryt Dircsz voir de helft, Huyghe Ysboutsz voor 1/12 deel, Luijt Ysboutsz voir 1/12 deel, Dirck Jansz voor 1/12 deel ende Mathijs Dircsz, vervangende Wouter Willemsz, oic voor 1/12 deel, erkennen gezamender hand verkocht te hebben aan die capelle van St Remigius bij de cleijne Houtpoirt binnen Haerlem, een hofstede mitten huysinge ende lande daertoe behoerende, gelegen in den ban van Tetrode, van welker hofstede mitter crofte ende berghen daerom gelegen nu ter tyt naest belent hebben oost: die hofstede mitten lande gecomen van Louwerijs Jansz ende Aechte Symonsdochter, zuid: Symon van Noirde, west: die wildernisse. Noch 3 ackertgens gelegen westwairts van Jan Kersoen zaet, daer nu Symon Jacops op woent, zuidwest: Katrijn Claes Vrancken weduwe, noordoost: die Scouwateringhe. Ende mit noch een acker in de Parrick daer naest lenden of sijn oost: St Elisabethsgasthuijs, noord: Walich Kerstensz, west: dieselve Walich, zuid: mede mr Willem van Vroechden, priester, met Dirck Wybrantsz ende Ysbrant Willemsz tesamen. Belast met 3 st en 1 oort ter erfhure staende in den bouck van Brederode ende met ½ st int bouck van de Houtvesterie. Transfix bij 1509-08-06; 1510-02-06: Aelbrecht Jansz als voogd van zijn vrouw Brechte Willemsdochter verkoopt aan de St Remigiuskapel het resterende 1/12 deel van dit land

1509-08-06 | Tetrode

G.A. Haarlem Inv no 1665d Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Andries Diricsz erkende verkocht te hebben aan de capelmeesters van St Remigiuscapelle by de Cleyne Houtpoirte binnen Haerlem, 1/12 deel van de hofstede, huysinge ende lande, gelegen in den ban van Tetrode, waarvan genoemde kapel reeds 10/12 deel bezit, belend en belast zooals in de transfixbrief uitgedrukt. Transfix bij 1508-09-22 (vgl ook 1510-02-06)

Florys Bolle en Gheryt van Adrichem, leenmannen

1510-02-06 (1509) | Tetrode

G.A. Haarlem Inv no 1665c Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Aelbrecht Jansz als man en voogd van Brechte Willemsz erkennen verkocht te hebben den capelmeesters van St Remijnscappelle staende bij de Cleyne Houtpoirt binnen der stede van Haerlem 1/12 deel van de hofstede, husinge ende lande dairtoe behoerende, gelegen in den ban van Tetrode, daerof diselve capelle de andere 11/12 deelen van toebehoeren, daer naeste lenden of zijn zooals de brief die omschrijft die capelmeesters daarvan bezitten. Met belofte van vrijwaring, belast met 1/12 st en een blanck sjaers jaarlijksche erfhuur, waarvan de grafelijkheid jaarlijks ontvangt ½ stuiver, ende dat ander die here van Brederode. Ende noch mit sulk wege, wateringe, heyninge ende plantinge van duynen als daertoe staen ende behoeren, medegelijc andere zyne naebueren. In kennisse bezegeld door leenmannen, 6 Febr 1509 na den loep s Hoefs van Holland (vgl 1508-09-22 en 1509-08-06)

Floris Bolle en Geryt van Adrichem, leenmannen