64 resultaten
Rilland, van | 1223-06-15
v.d. Bergh I no 280
Achternamenindex
getuige voor graaf Floris IV en Boudewijn graaf van Benthem: o.a. Gillebertus de Ridland [Rietland]
1597-04-04 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 102v, 103
Jaartallenindex
mr Johan van Wittendel als man en voogd van Machteld van Jepma voor hem zelf en vervangende juffr. Aleyda van Jepma, weduwe jhr Eustatius van Hemert, en doctor Wilbrandus Aijtta van Zwickem als man en voogd van Cornelia van Jepma, verkoopt aan Arian Dirck Yffsz, Dirck Jacob Arisz en Pieter Dirck Yfsz een stuk land genaamd Hennebosch, getekend met de letter A, groot 9 geersen 6 snees 7 roeden, zuid: Aris Pieters Waling, noord: de Cruyssloot. De kopers erkennen deswege schuldig te zijn een losrente van 25 gld per jaar, losbaar met 400 gld (afgelost 1622-06-26). Dezelfde verkopen aan Olbrant Dircsz een stuk rietland in de Groote Cleymeer, getekend met de letter A, groot 6 geersen 3 sneesen en 6 roeden, west: Aris Pieters Waling lant, oost: Jan Reyersz. Dezelfden transporteren aan Jan Reijersz een stuk rietland in de grote Cleymeer, west: Oelbrant Dircsz, oost: mr Willem Schouten, groot 6 geersen, een snees 18 roeden, wesende het elfde stuk rietland. Dezelfden transporteren aan Reijer Jansz alias Hanse Reijer twee percelen rietland in de Grote Cleymeer, het een wesende het 4e perceel, groot 7 geersen elf snees 3 roeden, west: Willem Schouten, noord en oost: de Rynsloot. Het andere is het LXVIIIe, groot 10 geersen 3 sneesen 19 roeden, west: Jan Michgiel Louffsz, noord: Jan Aelbertsz
Woude, van | 1438-03-12 (1437)
Inv Arch Leiden p 237/Arch Klooster Marienpoel
Achternamenindex
hertog Philips geeft aan Jan van Woude 5 morgen land en 4 morgen uitgedolven rietland te Leiderdorp, zijnde een leen, in eigen
V76~ | 1570
100e penn inv 74 II fol 4
Maatboek Heemskerk
"dat rietland"
V76~
eigenaar: Willem Dircsz
1647½ roeden
getaxeerd voor 10 st
Hillegom, van | 1281-1284
De Fremery no 228
Achternamenindex
lenen ten tijde van Floris V: no 51) Nicholaus de Hilleghem, een camp land in Rilant [Rietland, Naaldwijk], in het Langeweer twee akker, 1 £
1597-04-04 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 102v
Jaartallenindex
schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Olbrant Dircsz erkent schuldig te wesen joffrouwe Alyda van Tiepma, weduwe van jhr Eustatius van Hemert, de somme van 25 Kar gld losrente per jaar, losbaar met 400 gld. Verzekerd op het XII perceel rietland, liggende in de groote Cleijmeer, groot 6 geers 3 snees 6 roeden, west: Aris Pieters Waling lant, oost: Jan Reyersz, wesende van de letter A; - Jan Reyersz erkent schuldig te wesen doctor Wibrandus Ata van Zwichem als man en voocht van Cornelia van Tiepma, een losrente van 12 gld 10st per jaar, losbaar met 200 Kar gld, onderpand het 11e stuk rietland, groot 6 geersen 1 snee 18 roeden, getekent met de letter A, oost: mr Willem Schouten, west: Olbrant Dircsz; - Reyer Jansz alias Hans Reijer erkent schuldig te zijn Alida van Tiepma, weduwe jhr Eustatius van Heemert, een jaarlijkse losrente van 30 gld, losbaar met 600 gld, onderpand 2 percelen rietland, gelegen in de Grote Cleymeer, het ene het IVe perceel, groot 8 geersen 11 snees 3 roeden, belend west: mr Willem Schouten, oost en noord: de Rynsloot. Het andere het LXVIIIe, groot 10 geersen 3 snesen 19 roeden, west: Jan Michgiel Louffsz, zuid: Willem Jansz Schouten, noord: Jan Aelbertsz, oost: de Rynsloot. Op 1631-06-01 vertoont Bertelmeus Symonsz de gecasseerde rentebrief, die geroyeerd wordt door Willem Adriaens, secretaris
Reyer Cornelisz, schout, Engel Vrederycsz en Thonis Dircsz, schepenen
Assendelft, van | 1358
Abdij Egmond Vervolg 10
Achternamenindex
leenmannen van de abdij Egmond, in Assendelft: 68) veren Aliden 2 gheerse. Ende dat rietland daer ten den in den Vliet, dat Jan Galen was ende bi den abt Hugo van Assendelft overgaf
1486-02-23 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 813/Arch Oude Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
schepenen en kerkmeesters in Graft kennen en belijen dat al dat land en rietland dat het oude Nonnenconvent te Amsterdam gewonnen heeft, met roeijen en recht, liggende binnen Graft, welk land met dit daaraan gewassen is en nog mocht wassen, der kerk van Graft aangaat, naar oude costumen, tot behoef van het convent stadelic zal blijven en niet door de kerk van Graft zal worden betwist
bezegeld met onse buerenzegel [rond]: een grazende koe