42 resultaten
1506-05-28 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1104
Jaartallenindex
testament: Sibilla van Rijnesteijn, weduwe van Geerlof van Vorsselaer, oorkondt dat zij nae den utersten wil ende begeerte Geerlofs gesticht ende gefundeert hebbe een vicarie in de kerke tot Wyck bij Duerstede, die zij begiftigen zal en haar drie dochters Magdalena, Agniet en Ermgaert
mede bezegeld door: mr Samuel Gijsbertsz, Canonick te Wyck, Jan van Herdenbroec en Willem van Meerten
Rijnesteijn, van | 1337
Geneal Herald Bladen III p 45, II p 552
Achternamenindex
heer Gijsbrecht van Sterkenburg verkocht met Gijsbrecht van Hardenbroek goed te Langbroek; vermeld tussen 1343-1375; hieruit: Lutgarde van Sterkenburg x Jan van Rijnesteyn, ridder; 1340-07-23: Jan van Arkel verkozen tot bisschop van Utrecht, hij liet een bastaardzoon Johan heer van Rynesteyn na, x Lutgard van Sterkenburg
Rijnesteijn, van | 1366-04-21
R.A.H. Coll Aanw 44 fol 157/Ons Voorgeslacht 09-1988 p 393
Achternamenindex
leen van Amstel: no 95) 12 morgen te Cothen genaamd Breevoet in het gerecht van de domproost; hertog Albrecht oorkondt, dat Baertoud van Muden hem opdroeg 12 morgen te Koten en dat hij vrouwe Margriet vrouwe van der Eem er mee heeft beleend, na haar dood te komen op Jan van Rinensteijn, sterft Jan vóór haar dan komt dit leen op Robbrecht van Renswoude, heer Robbrechtsz van Arkell, tot een recht leen; 1369-01-14: Jan van Rynesteyn na dode van Margaretha van der Eem
Rijnesteijn, van | 1373-07-02
Bijdr Meded Gelre 1911 p 272
Achternamenindex
Johan van Rynesteyn, ridder, beleent Johan van Scherpenzeel met het goed Groot Scherpenzeel en met de ene zijde der straat met de kampen waarop de kerk staat; 1342-11-22: leenheer Johan van Culemborch heer van Woudenberch; 1380-11-11: leenheer is Claes van der Soevender
ten overstaan van Ott van Wolfswinkel,, Elys van Colvenschoten
Rijnesteijn, van | 1380
De Raadt III p 230
Achternamenindex
Jean van Rinensteyn, chevalier, reçoit du Brabant une indemnité du chef de la bataille de Basweiler et 1385: un paiement par son parent (neve) sire Paul van Haestrecht
Rijnesteijn, van | 1380-1390
Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 206, 207
Achternamenindex
klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: Jan van Rynensteijn heeft twee dorpen Langbolgri en Heicoep met de kerk gebrand en "minen zoen van der Ameyden mit rove ende mit brand groten scade deden tot Meerkerc [er staat merkert] en op Laervelt ghebernt"
Rijnesteijn, van | 1381-08-29
Reg Kapittel St Pieter no 540
Achternamenindex
Johan van Rynensteyn verkoopt aan het kapittel van St Pieter te Utrecht een goed gelegen ter Horst bij Driberghen en het goed genaamd het Wilde land, tijnsplichtig aan het hof te Doern
Rijnesteijn, van | 1381-05-01
R.A.H. Coll Aanw 64 fol 56, 59v t/m 65
Achternamenindex
geschil tussen Jan van Rynesteyn en de heer van Asperen over de erfenis van heer Gerijt van Asperen, van wie de vrouw van heer Jan een recht erve is; de heer van Asperen beweert dat het goed dat heer Gerijt van de heerlijkheid Asperen in leen hield, hem ledig aangekomen is
Rijnesteijn, van | 1382~
Reg Rek Bisdom Utrecht II p 676
Achternamenindex
heer Jan van Rynensteyn, ridder, houdt: - de tienden en dagelijks gerecht in het Wout [Renswoude ?] die hij kocht van Jan van Culenborch, gelegen in het kerspel van Renen; - de tienden te Imminchusen; - het huis ten Gripensteyne met 7 morgen, gelegen in het kerspel van Tuel; - de tienden gelegen in de Cuijrsen, en de tiende die heer Gerrit van Asperen hield van het Sticht
Rijnesteijn, van | 1383-07-14
Geneal Herald Bladen II p 556/Ned Kasteelen III p 32
Achternamenindex
Johan van Rijnensteijne, ridder, draagt de bisschop op: - het gerecht en tienden te Immichusen, dat van de heer van Arkel was, met de borchsteden Langelaer, Daessler, Veenscoten, Waghensvelt, Appelderlaer, Ubbelscoten, Engelaer, Wyttenoerde, Overeem, Dashorst, Wolfswynkel Spichorst, Vliedert, W...; - 4 hoeven land in het kerspel van Woudenberch, Voskuijl en Colvershoeve en een hoeve waar Gheerloch de Valkener zijn lijftocht aan heeft; vervolgens wordt Claes (Oem) van der Sevender ermee beleend
leenmannen: Rolof van Ysendoorn, proesst onser kerken tiente pet Tutrecht [sic], Gisebrecht van Hardenbroec en Ponciaen van der Zyll