Bedoelde u soms?
reyersdochter | roversdochter

11 resultaten

1477-01-31 | Aelbrechtsberg

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv no 83 regest 60, 61
Jaartallenindex

Kathrijn Huyge Roepersdochter oorkondt dat zij met haar neve en voogd Huyge van Tetrode verkocht heeft aan Willem Egbertsz de scoenmaker een zate lants met het huis dat daarop staat zoals Pieter van Ren die voortijts te bewonen placht, gelegen in de ban van Aelbrechtsberge, an d'een zide: Andries Claesz, an d'ander: Willem Claesz, streckende voor van die wech after an de meer en an die wildernis. Belast met 1 gouden Eduardus Eng nobel en 2 Wilh scilden sjaar. In bijwezen van Philips Potter en van Adriaen van Bakenesse, bezegeld door Huyge van Tetrode (zegel: 3 meerbladen); 1477-02-10: Katrijn Huyge Roepersdochter erkent dat Willem Egbrechtsz de schoenmaker afgelost heeft 1 goede gouden Eduardus Eng. nobel sjaars, die zij staende had in pacht op een zate lants metten huijsinge die daerop staet, die ic him onlanxcs vercoft hebbe, gelegen in de ban van Aelbrechtsberge, ende voirtijts toe te behoren plach Pieter van Ren; dezelfde getuigen en zegelaar

1475-1476 |

G.A. Haarlem Inv 915 Hs van Alkemade en v.d. Schelling I fol 63/Roeperpapieren Haarlem
Haarlem Algemeen

Barthoud van Bakenesse Adriaensz gehuw met juffr. Margriet Pieter Roepersdochter. Jan van Hooch, voogd van de kinderen van Barthoud blijkt bij rekeningen anno 1475,1476 etc

1452-11-18 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 12a regest 42
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Hughe van Tetrode geliede dat mr Jan Roeper, Dirc Roeper, Garbrant Roeper, Willem Egbrechtsz als man en voogd van Lysbeth, Florys Willemsz als man en voogd van Baertraden, Jacob Hughe Roepersz, Katerine Huge Roepersdochter, zyn zuster, Margriet Pieter Roepersdochter, gesusteren, hem voldaen en betaelt hebben van alle erffenis hem aangekomen van Machtelt Roepers, synre moeijen, dien God genadich sij, ende daertoe van alsulc bespreeck en testament als Margriet Jacop Hughez weduwe, sijn oude moeder ende syn moije Machtelt Roepers, beide sal. ged. hem voirtijts besproken ende gemaect hebben. In dorso staat: Machteld Roepers x 1) Simon Suytvoet, hieruit een dochter, die non was ten Zyl, x 2) 1438 Martyn Gerrits Alewyn [= Allijn], x 3) 1445 Pieter van Zaenen, stierf in 1452

Dirc Pietersz van Ylpendam en Broeder Andriesz (met zijn zegel), schepenen

1472 | Akersloot

G.A. Haarlem no 1662 Lade V/Arch St Maartensgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

Baertout Huijgez, schout van Akersloot, oorkondt dat Jacop Huyge Roepersz en Kathrijn Huyge Roepersdochter met haar broeder Jacop voorn als voogd, gheliden met gezamenderhand opgedragen te hebben aan de vinders van de brouwerij van wege des gemeens ghilds van Haerlem een sticke weydlants ghelegen in den ban van Akersloet mit alzulke pachte als daerop staet, ende belend hebben zuid: Gheryt Claesz, noord: Jacop Gherytz ende Comen Claesz, west: Michiel Rembrantsz. Item noch een coeweyd lant gelegen in Lamoer in denselven ban, gemeen met Griet Claes die Wisselaers weduwe met sulke pachten als dair op staet. Ende dese landen en sellen si niet vercopen mer houden totten armen behoef, na utwisinge der scepenenbrieven van Hairlem, die daarof zijn. Alle dinge sonder arch ende list

1477-05-08 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Kennemerland fol 2/Reg Maria Max. fol 1v
Jaartallenindex

hertogin Maria oorkondt dat Adriaen van Bakenesse haar heeft opgedragen 12 morgen lands gheleghen in Hagheambacht. Item nog 12 morgen lands gheleghen te Schoten, belend zooals zijn brieven uitwijzen, en leenland. Vervolgens wordt hij er opnieuw mede beleend, onder voorwaarde dat na zijn dood de helft van beide lenen vererven zal op zijn zoon Berthout, die hij gewonnen heeft bij Margriet Pieter Roepersdochter, zijn eerste vrouw, en de andere helft op de zoon of dochter die hij achterlaten zal gewonnen bij Zyburch Jacob van der Coulstersdochter, zijn tegenwoordige vrouw. Laat hij bij deze vrouw twee kinderen achter, dan zal Berthout ⅓ deel ontvangen en de beide andere kinderen ook ieder ⅓ deel. Adriaen maakt de helft van deze beide lenen tot lijftocht aan zijn vrouw Syburch voorn

1455-11-10 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 157/38/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacop Huyge Roepersz ende Katrijne Huijge Roepersdochter met haar broeder ende voogd Jacop voorn, erkennen dat zij tezamen verkocht hebben aan Alydt Jansdochter die helfte van 2 ½ gouden Gentsche nobels sjaars op Claes Claeszoons huis ende erve gelegen bezijden OLVr broederen, tusschen Voppe Gorijsz an die ene zijde, Willem Heynricsz an die ander zide, afterwaerts streckende an den Engel. Losbaar den penning met 14 penn.

Jan Claesz uten Gasthuyse (met zijn zegel) en Gheryt van Hillegom (een dwarsbalk, vergezeld van 3 lelies), schepenen

1472-08-23 | Schoten

R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Kennemerland fol 20 (fol 6v)
Haarlem Algemeen

hertog Karel beleent Adriaen van Bakenesse met 12 morgen lants gelegen tot Schoten, belend zuid: Heer Lodewijck die bastaert, noord: Geryt van Santvoirde, streckende van den Borucksloet tot der halver Spaerne toe. Hem aangekomen bij dode van zijn oom Dirc van Bakenesse, die ze, evenals dien voorvaders in leen hield. Denzelfden dag maakt Adriaen voorn. de helft van dit leengoed tot lijftocht aan zijn vrouw Margriete Pieter Roepersdochter

1452-11-19 (1) |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 12a regest 43
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Jan Roeper, priester, met jonge Jan Pietersz als voogd, voor zich zelven en voor zijn twee broeders Dirc Roeper en Garbrant Roeper, Willem Egbertsz als man en voogd van Lysbeth Roepersdochter, Florys Willemsz als man en voogd van Baertraet Roepersdochter, Jacob Hughe Roepersz voor hem zelf en Katherine Hughe Roepersdochter met haar broeder Jacob voirs als voogd, en Jacob Huge Roepersz als een bestorven voogd van Pieter Roeper, dien God genadich sij, zyns oems twee kinderen, die zyn oem voirs. gewonnen heeft bij zinen wive jvr Marije Claesdochter van Huessen, namelic geheten Margriet ende Pieter, met consent van de Raad der stad en der kinderen magen, als erfname van Machtelt Roepers hoir alre moije voirs zal. ged, wylneer Pieter van Zaendens geechte wijf was, an die een zide, ende Pieter van Zaenden an die ander zide. Zij scheiden de goederen die Machteld voirs en Pieter van Zaenden in hun leven gemeen gehad hebben. Machteld's erfgenamen ontvangen: 1) een huys en erve in St Janssteghe, noord: die heren van St Jan, zuid: Katerine Pietersdochter, streckende voir van die strate afterwerts an Lysbeth Jacob Jansz weduwe met haar kinderen, 2) een erve met boomgaert buiten de Cruispoort binnen de vrijheid van Haerlem op Matgen Coelslane, west: Pieter Roepers twe kinderen, oost: Dirc die Riege en Gheertruid Andries Roepersweduwe met haar kinderen, streckende voor van de lane voirs, afterwerts an Hughe van Ruven, 3) een erve mit een boomgaert op die lane voirs, an die een side: Dirc die Riege, an d'ander: Katrerine comen Jans weduwe, streckende voir van die lane afterwerts an Gheertruid Andries Roepersweduwe met haar kinderen, 4) een stuk lants gelegen in Akersloot bij Boeckelaerssluijse, bruict nu starke Jan voor 6 Wilh scilden sjaars

Dirc Pietersz van Ylpendam en Broeder Andriesz (met hun zegels), schepenen

1453-03-20 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 12a regest 44
Haarlem Algemeen

priorin en convent ten Zijl te Haarlem: want wi ut alsulcke erfnisse ende gueden ghebleven sijn die Machtelt Jacob Hughen Roeperszoensdochter, die een moeder was van Katrijn Bairtout Symon Zuytvoetsdochter, onse medezuster, aftergelaten heeft ende daer mit recht ende vonnissen inghecomen ende inghewijst syn als erfnamen ende t naeste bloet van Machtelt voirsz hoirre moeijen[te lezen: moeder] na utwisinghe des briefs die van der boeldincg ende van dat recht gemaect is Jacob Hughenz voir hem selven ende voir zyn zuster Katherijn Hughendochter ende vore Margriet ende Pieter Pieter Roepersdochteren ende Willem Egbertsz als man ende voicht voir zijn wijf Lysbet Andries Roepersdochter voir hem selven voir mr Jan Roeper, Dirck Roeper, Garbrant Roeper ende voir Florys Willemsz als man en voogd van Baertraet Andries Roepersdochter, sinen wive, omdat het klooster hierbij ook getreden is in de in- en uitschulden die Machteld voirscr. nagelaten heeft, erkent de priorin thans van Jacob Hughenz c.s. en van Willem Egbertsz c.s. ontvangen te hebben ½ van 20 Wilh sc die Machteld aan het klooster schuldig was ende oick van alsulck testament als Machtelt ons gemaect heeft in een notariusbrieff. Het Klooster scheldt verder quyt alle aanspraken die het klooster of zuster Katryn Bairtoutsdochter nog op Machteld of op haar erfenis mocht bezitten

1499-12-03 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 20 regest 77
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Lysbeth Arijs Roepersdochter Willem Egbertsz weduwe met haar zoon Heynrick Snel als voogd aan d'een zyde, ende Bairtraet Arys Roepersdochter Florijs Willemsz weduwe met haar zoon Arijs Roeper als voogd, an d'ander zijde, gescheiden en gedeeld hebben al de erfenis hun aangekomen bij dode van hun broeder mr Jan Roeper, priester. Lijsbeth ontvangt: 1) dat zuijderste huijs en erve in St Jansstraet mit een uytganc in de Beghinensteghe, zoals zij dat op den dach van huyden bewoont. Belast met 6 sc goets gelts sjaars, 2) 2 scell goets gelts sjaars op een huis en erf toebehorende Jan Gerytsz Wij, in die Zylstraet, 3) 3sc goets gelts sjaars pacht op een husi en erf toebehorende Florys Jacopsz, staende over die Spaerne, 4) 8 gouden Beyerse gld en 10sc goets gelts sjaars pacht op zekere boemgaerden toebehorende coman Willem Pietersz, Daniel Joostsz, Claes van der Laen en Jan Jansz de backer, ende oick op een molenwerf toebehorende Katrijn Pieter Scoemakerswijf met haar kinderen. Al gelegen buijten die Cruijspoort. Baertrade ontvangt: 1) dat noorderste huys en erve in de St Jansstraet voirs, oock met een uytganck in de Beghynensteghe, zoals zij dat nu bezit, 2) een boemgaerd mitten huijse ende geboemten daerinne, gelegen buiten de Cruispoort in Matte Colenlaen, west: Bartout van Bakenesse, oost: die weduwe van Willem van Scagen

Jan Gysbrechtsz (zegel: 2 beurtelings gekanteelde dwarsbalken) en Cornelis Bolle van Zaenden, schepenen