1536-12-05 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 99-103

Jaartallenindex

extract uit het testament van Jan Splinter Claesz en zijn vrouw Francklyne Jacob Heijendochter, roerende diens leengoed: I) de jongste zoon Jacob Jan Splintersz zal hebben 3 percelen van lenen in het land van den Tholen: 1) ½ van alsulcke 5 houcken tienden, mitten rapingen, gelegen in Sint Joestland en Polre, nu ter tijd genaamd t Rooland; 2) ½ van een block thienden genaamd dat oosteynde van den Deurloo, 6 morgen, leen van Holland; 3) tienden die Jan Splinter gekoft had van Laurens Damaszone en in leen houdt van het Capittel van der Tholen: a) ½ van de 4 hoecken in Schakerlo, 6 gr per jaar aan genoemd capittel (geen b en c ?). Voor deze 3 percelen moet zijn zoon Jacob aan zijn moeder 1500 Kar gld brengen, bovendien krijgt hij 2 jaar de vruchten van deze tienden. II) zijn oudste dochter krijgt de geheele ambachtsheerlijkheid van Natars of Beloijs met alle toebehoren, ½ van al de coren- en smaltienden etc, met ½ van 5£ 4schell 2 gr Vls erfelijke renten comende uyt een quartier van de heerlijkheid van Bommene. Welke ¼ vroeger toebehoorde Adriaen Adriaensz te Middelburch; 2) ½ van 1½ gemeten 103 roeden lands an 2 stukgens gelegen in de prochie van Duvendyk, waarvan Petronella Gysbert Cleuwaertszdochter, nu huisvrouw van Couwenberch Loesz [!] die wederhelft heeft; 3) 12 gemeten in t ronde landeken van Natars; 4) 6 gemeten 33 roeden in het oude nieuwe landt; 5) 14 gemeten 5 roeden lands, gelegen in t selve oude nieuwelandt ende mit allen alsulcken goeden als mij ten dage van mijn overlijden toebehoren sullen, gelegen in en omtrent de voors. ambachtsheerlijkheid, geen uitgezonderd. Hiervoor zal Margriet na mijn overlijden terstond 3600 Kar gld in handen van haar moeder stellen tbv mijn andere kinderen. Des sal die voors. Margriete hebben 1 jaar vruchten van denselven goeden (vgl 1530-03-29)