10 resultaten
Zevender, van | 1607-08-25
Taxandria jg 1923 p 73
Achternamenindex
gedoopt RK te Roosendael: Anna, dochter van Hendrik van Zevender, scout van Roosendael en van Susanna van Eck, peter en meter: Egidius van Ipeleir en Elisabeth van Sevender
Ypelaer, van | 1607-08-25
Taxandria jg 1923 p 73
Achternamenindex
gedoopt RK te Roosendael (Br): Anna, dochter van Hendrik van Zevender, schout van Roosendael en van Susanna van Eck, peter en meter: Egiduis van Speleir en Elisabeth van Sevender
Blokland, van | 1769-09-25
Geneal Herald Bladen jg I p 361
Achternamenindex
trouwregister Harderwijk: Gerard A. Baron van Blocklant en Gertrudis Helena van Roosendael
getuigen: Arnoldus Franciscus van Roosendael en Ludivicus Carolus van Blocklant, Joannes Bernardus Heyendael en Rudolphus van Roosendael
Donk, van der | 1434-01-06
Oork Catharinadal Breda no 326, 355, 362
Achternamenindex
schepen van Roosendael: Jacob van der Donc; 1443-05-31: idem; 1445-01-13: Lam van der Donc's stede aldaar
Eck, van | 1615-09-20
Taxandria jg 1923 p 73
Achternamenindex
ondertrouwd te Roosendaal: Hendrik van Zevender, van Oirschot, schout van Roosendael, weduwnaar van Susanna van Eck, met Maria van Reys, jongedochter van Oosterhout
Zevender, van | 1515-09-20
Taxandria jg 1923/jg 30 p 73; jg 22 p 93
Achternamenindex
Hendrik van Zevender, schout van Roosendael, weduwnaar van Susanna van Eck, ondertrouw met Maria van Reijs; 1617: Hendrik van Sevender, schout van Roosendaal
1577-04-03 |
R.A.H. Coll Aanw 139 Caput N.H. fol 60v
Jaartallenindex
koning Philips beleent Jan Dircsz na dode van zijn vader Dirck Aertsz met een viertel lants gelegen in Roosendael in den lande van Haestrecht in een stuck van 12 morgen land, belend placht te wesen oost: Jan Geerlofsz, nu Belije Dircsdochter, west: Willem van Adrichem, nu de erfgenamen van Willem Claesz. Tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens draagt Jan Dircsz dit leen weer over tbv zijn broeder Aert Dircsz, die er vervolgens mede beleend wordt
mr Cornelis Oem, Franck van Berendrecht, Harman Oem Harmensz, leenmannen
1570-09-12 |
Carth in Raamsdonk Cartul anno 1518 fol 105
Jaartallenindex
schepenen van Woudrichem getuigen dat heer Erasmus van Roosendael als prior van het Carth. convent bij St Geerdenberg, uitgegeven hebben in erfpacht aan Cathelyne, weduwe van Peeter van Dorsten, 3 morgen land jaarlijks voor 3 Kar gld, oost: die vicarie van St Annenautaer binnen Woudrichem, west: de gemene nieuwe wech, noord en zuid: die gemene steech. Welke voors. erffchyns de voors. Cathelyn met Merten Jansz als haar gecoren voogd accepteert. Zij stelt tot onderpand voor de betaling een huis, gesaet en boomgaert, tesamen groot 3 hont lants, gelegen op dat Gat genaempt den Gubaen [?], streckende in t west nevens den ouden dyk. Boven staat: den brief van 9 Kar gld sjaars erfpacht ter sake van 3 morgen lants onder Worckom gelegen, aen de weduwe van Pieter Jansz van Dorsten uytgegeven, woenende tot Gorckum op die visch....
Merten Jansz en Hendrick Gootsconinck Matthysz, schepenen van Woudrichem
1557-03-10 |
Carth Raamsdonk anno 1518 fol 109/Carth Sint Geerdenberg
Jaartallenindex
Zegher Aeriaensz, rechter in den ambacht van Raemsdonc en Henricken Huij.enambacht en heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat Jan Buijs Jansz overgaf in vryer gifte Ariaen Ariaen Gysbrechtsz tbv het convent van de Carthuizers bij St Geerdenberg, 8 geerden lants in die acker bij die molen int Weer, streckende van den enen dyck tot den anderen toe, de voirs Jan Buijs Jansz selve gelegen aen beide zyden in t selve weer. Jan Buys belooft vrijwaring ende voercommer af te doen van schot, van lot, van vroengeld en van allen commer die daerop comen mach tot desen dagh toe. Vervolgens "verlydt" het convent Jan Buijs Jansz met die bruikweer en beternis van die 8 gaerden lands om 5 Kar gld sjaars, losbaar met 75 Kar gld. In margine: "op 8 Jan. 1571 is deze voors. rente gecoft bij Arien Lenen Caesz van Oosterhout. Erasmus Roosendael prior" (de akte is doorgehaald)
Torck | 1792
V.R.O.A. 1920 dl I p 295/Arch Duivenvoorde Inv no 529-531
Achternamenindex
verklaring waarbij Johan Adriaen de With, aangesteld tot baljuw en schout in de heerlijkheden van Voorschoten en Veur en ontvanger en rentmeester in de ambachtsheerlijkheid Voorscoten, alle lage ambten in handen stelt van Assuer Jean Torck, die hem aangesteld heeft (no 529); 1799-1804: stukken betreffende het proces van Reinoud Jan Christiaan Torck tot Roosendael en J.F.W. van Spaen tot Ringenberg als curators over Frederik Sigismund Alexander Torck tegen Gerrit Boon te Veur over de betaling van tienden (no 530); 1798-1807: stukken betreffende het proces van Reinoud J.C. Torck tot Roosendaell en J.F.W. van Spaen tot Ringenberg Rosande en Biljoen, als curators over Frederik Sigismund Alexander Torck van Duivenvoorde tegen Johan Adriaen de With, baljuw en schout van Voorschoten en Veur, over de betaling van recognitie (no 531)