145 resultaten
Burch, van der | 1326-03-31
Van Mieris II bl 388
Achternamenindex
Symon Dirksz wordt baljuw van Rynland
Burch, van der | 1323-03-28
Reg Hann p 113/Reg EL 13 fol 57v
Achternamenindex
aanstelling van Jan Dircksz van der Burch tot schout van Delft en Symon van der Burch tot baljuw van Rynland
Alkemade, van | 1530 en 1532
Batavia Illustrata bl 1169
Achternamenindex
Jacob Stalpert van der Wiele, benevens Gerrit van Alkemade, Willem Oem, ridder, Daniel van Arkel enz gemeld onder de edelen en welgeborenen van Rynland
Brederode, van | 1316
Rek Hen Huis I p 66
Achternamenindex
uitgaven van Enghebrecht uit de renten van Rynland, van der lentebede: Are wordt niet genoemd. Van der Herfstbede: in Are, de heer van Brederode 10 £
Asperen, van | 1394
R.G.P. 182 p 106/Rek Rentmeester Noordholland fol 59
Achternamenindex
"enen bode geseynt mit myns heren brieven tot den baelui van Rynland dat niemant heren Otten goede van Asperen aentasten soude, voir cost en arbeit 10sc 8d"
1536-01-11 (1535) |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 66/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
proces voor baljuw en mannen van Rynland tussen de heer van Warmont en de regeerders en ingesetenen van Woude, nopende die hennep- en smaltiende. Aangezien dit een kwestie is van grote importantie moeten baljuw en en mannen van Rynland 10 of 12 mannen kiezen die recht en justitie hierover moeten doen
Jan van Alckemade, Cornelis van Swieten, baljuw van Noortwijck, Frans Hoechstraeten, baljuw van Rijnsburg, Philips Nachtegael, Adriaen van Sonnevelt, Anthonis Karlier, muntmeester, Heynrick van Wyngaerden, Geryt Heerman, schepen van Leyden, Cornelis van Dorp, Dirck van Broekhoven, rentmeester van Rynland, Claes Ket, schout van Koudekerck, Jacob van Boschuysen, Alewyn Claesz, scout van Leiderdorp, Jan Cock, schout van Soetermeer, mr Phillips Vranckez, Gheryt van Zijl, Jan van Wyngaarden, Matheus van Berendrecht en Pieter van Noorden
1540-11-15 |
R.A.H. Coll Aanw 248 fol 89v, 90, 91/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
daar Adriaen van Crimpen, baljuw van Rynland, in de ban is gedaan, belast het Hof van Holland Cornelis van Zwieten en Anthonis Carlier met de uitoefening van zijn fucntie, totdat de baljuw weer van de ban geabsolveert zal zijn. Volgt de absolutie hem gegeven door de officiaal en aartsdiaken van Utrecht dd 1540-11-09. Volgt een brief van de keizer waaruit blijkt dat de provisor van Rynland geapprehendeerd is wegens de excommunicatie van de baljuw van Rynland. De keizer verzoekt de provisor weer vrij te laten, zodra de baljuw uit de ban ontslagen is, 1540-10-19
1517-1538 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 421
Jaartallenindex
de ingelanden van Rynland contra de ingelanden van Sloten, Sloterdijk en andere dykplichtigen van de dijk tussen Amsterdam en Spaarndam. De eigenaars van de landen gelegen te Sloten, Sloterdyk, Osdorp, Spaarnwoude, Houtryk, Polanen en Hofambacht waren verplicht de zeedijk tussen Amsterdam en Spaarndam te onderhouden. Omdat de lasten van onderhoud steeds zwaarder werden en door deze dijk een groot deel van Rijnland werd beschermd, eisten zij dat de eigenaren van gronden in Rynland ook in het onderhoud zouden bijdragen. Zij beriepen er zich bovendien op dat Rynland al twee maal na een dijkdoorbraak o.a. die van Sept. 1509 had bijgedragen in de kosten van herstel. Dit hadden eisers zelf erkend toen zij in 1518 bij de Geheime Raad dit geld terugvorderen. Bij een ordonnantie van 1511 was, voor de tijd van 6 jaar, de door Rynland te betalen bijdrage vastgesteld. Hieraan was echter nooit voldaan. Verweerders daagden daarom in 1517 Rynland voor het Hof van Holland, dat besliste dat eisers voor elke morgen in Rynland gelegen, 4 st zou bijdragen. Eisers gingen daarop in appel bij de Grote Raad. Uiteindelijk werd beslist dat zij thans [!] 3 st per morgen zouden betalen. Voor de toekomst werd echter geen beslissing gegeven. Daarom wendden de dijkplichtigen zich opnieuw tot het Hof van Holland met de eis dat Rynland voor gelijke bedragen als zij, de de dijk zou onderhouden, of tenminste zou helpen in tijd van nood. Rijnland antwoordde dat zij zelf hun eigen waterwerken moesten onderhouden. Al sinds onheugelijke tijden bovendien moesten alleen de dorpen, die onderaan de dijk gelegen waren deze onderhouden, zodat zij elke aanspraken tegen anderen verloren hadden. In reconventie eiste Rynland de vroeger betaalde of voorgeschoten bedragen terug. Het Hof van Holland wees beide eisen af, de eis in conventie met het voorbehoud dat in tijd van nood een andere regeling gemaakt zou kunnen worden. Rijnland ging hiervan in appel bij de Grote Raad, later gingen ook verweerders in hoger beroep [!]
1532-10-07 |
R.A.H. Coll Aanw 245 fol 302/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe die hoege heemraden van Rynland, in de plaetse van Jacop Coppier, heemraad van Rynland, die deser werelt overleden is, naer ouder gewoente genomineert hebben 3 personen grootelick gegoet zijnde in t heemraatscap voors. als: Floris van Wyngaarden heer Jacobsz, Aelbrecht van Raephorst, Jan Vranck van Alckemaedenz, elegeert het Hof Jan Vranck van Alckemadez. tot heemraad