1513-02-01 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1099

Jaartallenindex

Beatrys van Reymerswale, abdis, Katherijne van Heemskercke, priorin, en de conventualen van het godshuis van Rynsburg, bepalen dat de wijnvrouw Janne van Hoempijl en haar opvolgsters een uitdeling van Rynwyn zullen doen jaarlijks op de 2 feesten etc

1506-02-26 (1505) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 150

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat Reynier Willemsz opdroeg tbv Jan Gherytsz den dienst van lantmeter te wesen van alle den landen ende polders die binnen den lande ende heerlijkheid van Putte gelegen zijn, en dat hij vervolgens Jan Gherytsz met deze dienst heeft beleend tot een erfleen. Te verheergewaden met een stoop Rynwyn

present: Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, Huig Gysbrechtsz, cleine Jan Bruijn

1507-11-08 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 16

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na opdracht door Claes Beijenzoon tbv Arent Loufsz, laatstgenoemde beleend heeft met 3 gemeten land geheten "die Reede", behoudelijk onse heerlijkheid van Putten daar jaarlijks uit te hebben erfelijk 1 £ Holl of 15 st daarvoor. Te houden tot een goed onversterfelijk erfleen. Heergewade een stoop Rynwyn (vgl 1507-04-13)

present: Dirck van Boneem, Pieter Plumioen, Crispyn Jansz, cleene Jan Bruin

1499-03-15 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 28v, 29

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat hij beleent jvr Cornelye Jansdochter van Dryebergen na dode van haar vader met een landeken gehieten Engelant met een riitbrouck gehieten die heyninge mit eggen ende mit eynden ende mit der tyende daarof ende synen Drogendyk. Leen van Putten. Te houden tot een recht erfleen, te verheergewaden met een stoop Rynwyn. Jan van den Zevender doet als gecoren voogd de eed voor haar

present: Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz

1502-01-02 (1501) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 79, 80

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gillis Willem Symon Vrederickszoonszone alias van Valckenstein, opdroeg tbv Tielman van Dullekum een cleen block tienden gelegen in Westenryck, geheten dat Meelblockskin, met het verzoek Tielman van Dullekum hiermede te willen belenen; 1502-02-03: Philips beleent na opdracht door Gillis van Valkensteyn Thielman van Dullecum hiermede, geheten dat Meelblocskin. Leen van Putten tot een recht erfleen. Te verheergewaden met een stoop Rynwyn

Dirck van Boneem, Crispyn Jansz, Jordin van Raemsdonck, leenmannen; 1502-02-03: present: Pieter Pluymeon, Dirck van Boneem, Jacob Clamp, Jordyn van Raamsdonk, Pieter de Grebber, cleene Jan Bruin

Wyffliet, van | 1489-08-14

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Arkel fol 68v/Reg Max. Philips fol 22

Achternamenindex

jvr Kerstine Jansdochter van Slingelant wordt na dode van haar moeder jvr Cornelie Adriaen Jansdochter van Palaes beleend met: 1) de molen van Scobbe en Everocke, met wind en molenberg in t lant dat men heet t lant van Moerkerke in Zuythollant, te verheergewaden met 2 stoopen Rynwyn, 2) en de smaltienden van schapen, varkens en gansen in de voorn. ambachten, heergewade 1£ Holl; hulde doet voor haar: Floris van Wyflit, haar gecoren voogd

1506-12-29 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 3v resp. 8

Jaartallenindex

Karel beleent jonge Jan Ariaen Dirck Claes Goutszoonszoon na dode van zijn vader jonge Ariaen Dirck Claes Goutszoonzoon 4 gemeten lands gelegen in Rugesant in den lande van Portegael in den lande van Putte, wyleneer gemeen met Willem Phillipsz van Almonde, oost: aen des papendijckwallen van Pernisse, west: wyleneer Jan die Witte. Leen van Putten, tot een erfleen. Teverheergewaden met een stoop Rynwyn. Daar Jan Adriaensz onmondig is doet Hendrik Gout Jacobsz als zijn gecoren voogd de leeneed

present: Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, Reynier Willemsz, cleene Jan Bruin

1493-02-21 (1492) |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten etc fol 8v, 9v

Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Adriaen Dirck Claas Goutszoonszone de oude met een huys en berch etc staende op dat oosteynde van den Lombairtsen dyck van der huele die leyt aen dat oosteynde voor die huysinge streckende westwaerts tot den drien dycken toe achter Willem Hugensz, hem aenbestorven bij dode van zijn vader Dirck Claes Goutszoon. Leen van Putten. Te houden tot een recht erfleen, behoudende de grafelijkheid van Holland hier uit 4½£ Holl sjaars. Te verheergewaden met een stoop Rynwyn. Eodem die oorkonden zij "want jonge Dirck Adriaen Claes Goutszoonszone begeerd heeft van ons ter cause van de heerlijkheid Putten te ontvangen tot een recht erfleen en te verheergewaden met een stoop Rynwyn, 4 gemeten lands gelegen in t Rugesant in onsen lande van Portugael onder onse heerlijkheid van Putten voirs, gemeen met wyleneer Willem Philipsz van Almonde", oost: des papen dyckwalle van Pernisse, west: wijleneer Jan die Witte, daervan des voors. jonge Adriaens vader secht over lange jaren in rustiger possessie geweest te zijn, en denselven Adriaen ende na dode zijns vaders onder ander goeden als eygen goet aenbedeelt zyn, zo belenen zij jonge Adriaen Dircxz voorn. met deze 4 gemeten tot een recht erfleen. Te verheergewaden met een stoop Rynwijn

present: Jan Oom van Wyngaerde d'oude, Godschalk Oom van Wyngaerden, Dirk van Boneem, Floris van Wyfvliet

1509-02-17 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 25

Jaartallenindex

Karel beleent heer Joost Reynersz [opschrift: priester] na dode van zijn vader Reinier Willemsz met een stuk land gelegen in Brabant voor wijlen Jan Pieter Reinersz doer, houdende omtrent 1 ½ met, met noch 2 medekins land daer besyden aen gheleghen, streckende langes den wege, houdende één met landts, ende daer toe dat aenwassen van jonge Jan Jansz lande streckende op die Wale, gelycker wyze alst die sloot op beyden zyden begrepen heeft. Leen van Putten, tot een recht erfleen. Heergewade: een stoop Rynwyn. Mr Jan van Gorinchem doet als gecoren voogd hulde

present: Dirck van Boneem, Crispyn Jansz, Reynier Willemsz

1474-05-08 |

R.A.H. 516 B fol 122v/Leenboek Egmond B fol 109v

Jaartallenindex

Johan jonge Heer tot Egmond oorkondt dat Pieter van Zanen Philipsz hem uit zijn eigen goed heeft opgedragen een stuck lands van 5 geersen min 2 snesen ende oock een roede min, gelegen binnen den ban van Broeck, daer lenden af sijn Jan Jansz en Dapper aen die O.z Claes Jansz van der Weer, aen die N.z Claus van Schoorl aen die Z.O. hoorn Ette Thomasweduwe aen die Z.z, ende dat Groene land van Holland an die W.z. Hij wordt er mede beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of de weerde van een stoop Rynwyn (vgl 1473-12-15)

mannen van leen: Claes Melissen, onse baljuw van Egmond, Dirck van Rietwijck, onse rentmeester, Jacob Pietersz