2 resultaten
1540-08-16 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 112-114
Jaartallenindex
regeerders van de stad Breda oorkonden dat de Edele heer Loijs van Vlaanderen, here van Praat, ridder v.d. orde v.h. gulden Vlies en 2e Camerlingh van Zijne Keizerl. Maj, te kennen geeft dat Willem Goudt, ontfanger van der beden in Holland, geaccordeert heeft alsulcke 3 blocken thienden gelegen in des heren van Praats ambachtsheerlijkheid van Moerkercken lant, als Willem Goudt onlangs gecoft hadde, die men ten erfleen houdende is van de keizer, te transporteren den voorn. heere van Praat om een somme van 2300 Kar gld, bij den heere van Praat den voorgaanden Willem Goudt te betalen. Maar want de here van Praet niet gelegen is mits sekere andere affairen ende beletselen ten saacken nabeschreven te verstaan also hy seide, ende ook dat hij begeert dat in de voors. lenen geeerft sal worden zijn vrouw vrouwe Josyne van Praat, stelt hij zijn lieve en beminde vrundt Jan van Drenckwaert Willemsz, schoutet der stede van Dordrecht, om namens vrouwe Josyna dit leen te ontfangen en te verhefften ende 2300 gld aan Willem Goudt te betalen (vgl 1540-08-31)
bezegeld met het zegel der stad Breda, get. Lambartus de Corput
1542-02-11 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 29
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelis Buijck Zybrantsz tbv van der stede Amsterdamme met: 1) de ambachtsheerlijkheden van Amsterveen mit allen zynen renten ende toebehoren, 2) het ambacht van den Nieuwer Amstel, 3) het ambacht van Slooten ende van Oostdorp met visscherijen en alle andere zynen toebehoren, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Behoudende ende reserverende aan de graven van Holland ½ van alsulken deel als de voors. ambachtsheren van Amsterveen, Nieuwer Amstel, Sloten en Oostdorp mitten toebehoren van dien mit ons ofte onsen bailiu van Amsterland te heffen ende te ontfangen plagen in allen criminelen saacken ofte confiscatien aldaar vallende. Welck deel van ambochtsheren de voors. onse bailliu voortaan t onsen proffyten jaerlijks heffen ende reeckenen sal. Bovendien moet de stad Amsterdam voor de gratie om de voors. ambachtsheerlijkheden te koopen jaarlijks geven op Kerstavond de somma van 25 gouden Kar gld. De grafelijkheid zal de ambachtsheerlijkheden te allen tyden aan zich mogen trekken tegen betaling van 3000 gld in eens, die zij den here van Brederode hiervoor betaald hebben. Bovendien zal de grafelijkheid de stad Amsterdam dan moeten ontlasten van de betaling van de jaarlijkse erfrente van 560 gld aan de heer van Brederode (vgl 1542-02-09)
leenmannen: heer Gerrit heer van Poelgeest, heer van Hoogmade, ridder, Cornelis Barthouts, Jacob van Busschuysen, Anthonne Lebucq