1581-01~ | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 6

Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Jan Pietersz, schuijtmaker, poorter van Alkmaer, heeft vercoft aan Arys Jacobsz van Coedyck, een acker saetland, groot 12 snees, gelegen in de ban van Outcarspel, west: Jan Pietersz c.s met zijn rietveld, noord: Jan Jan Gerritsz erven, zuid: t Hooft. Dezelfde scheldt quyt Aeriaen Dircsz t Hooft een acker saetlandt, groot 12 snees, liggende en belend als voren. Dezelfde scheldt quyt Pieter Pieter Saschkerts en Cornelis Louwerisz van Coedyck een acker saedtland binnen Coedijk, groot 10 snees, zuid en noord: de vroonlanden van de Con. Majesteit. Noch Bouwen Pietersz, zijn broeder, van alle deze drie percelen tot een specialycken onderpand: een stuck weytland genaamd Eernerhorn [?] met zijn voorland, groot 1 gars, binnen onsen banne, west: t Cromdelant [?], zuid: die Con. Maj, noord: Neel Kienis

Jan Gerrytsz, schout, Pieter Cornelisz en Cornelis Jansz, schepenen