9 resultaten
Pijl | 1475-10-07
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 227
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beerte Lambert Pijls weduwe en Herman Andries Botsz compareren voor de abt, waarna Beerte opdraagt vier schaer weijen en een stuk land geheten Kriexcamp, strekkende uit de Eem tot aan de bisschopswech toe, zuid: nakomelingen van Hubert van Pallaes, noord: de heren van Vrelant op beyden eynden ende midden een hoijwech; Herman draagt op 8 schaer weijen gelegen in een stuk land geheten Kriexcamp, strekkende uit de Eem tot aan de bisschopswech toe, belend noord: Beerte Rycout Willamszdochter met ⅓ deel van deze camp, zuid: die schut[ters] en Pieter Willamsz; vervolgens wordt Peter Andries Botsz met deze 4 en 8 schaer beleend, omdat hij onmondig is, doet Herman Andries Botsz de eed voor hem; Beerte Lambert Pyls weduwe behoudt haar lijftocht aan deze 4 en 8 schaer; "item van desen goeden hebben sommige personen tot Zoes als mr Sierc Arntsz ende noch hore drie, vier hofsteden in erfpacht"
mannen: Herman Berntsz, Johan van Helmont
1339-03-23 (1338) |
R.A.H. no 92 fol 128 Afd Kennemerland/Reg Albertus XVIII fol 76v
Haarlem Algemeen
Hobbe Hoen. Graaf Willem oorkondt dat wij verliet hebben ende verlyen, ende Claise Jan Honen kinder mit samenderhant nae Jan Hoenen hoers vaders doet die minder helfte van 8 mergen lands legghende in Ryswikerban die Jan Hone van ons hout ende Agniese sijn wijf van ons te lijftochte helt, ende voir ons ende voir onse manne opghedraghen heeft als sij sculdich was te doene, ende die minder helfte van 10 schaer beesten te gane in den Houte te Haerlem die Jan Hone van ons hout, hoeren oerbaer mede te doen in allen manieren als Jan Hone dit voors. lant ende schaer beesten van ons ende die brieven houden, die onse lieve Heer onse vader daerof bezeghelt heeft, te houden van ons ende van onsen nacomelinghen
Heukelom, van | 1357-04-20
Scholten: Grafenthal no 199 p 156
Achternamenindex
Randolf van Hokelem, jager van de hertog van Gelre, oorkondt dat hij van Grafenthal ontvangen heeft "325 £ cleynre penninghe, daer si mijn erfenisse in den gericht van Aesperden gheleghen om gekocht hebben"; opschrift: "Koepbrief van den Hoff to Schaer in Kessel"
zijn heer Arnde van Erkel zegelt voor hem
Arkel, van | 1357-04-20
Scholten: Grafenthal no 199 p 156
Achternamenindex
Randolf van Hokelem, jager van de hertog van Gelre, oorkondt dat hij van Grafenthal ontvangen heeft 325 pond cleynre penninghe "daer si mijn erfenisse in den ghericht van Aesperden geleghen om gekocht hebben". Opschrift "Koepbrief van den Hoff to Schaer in Kessel"
heer Arnde van Erkel zegelt voor hem daar hij zelf geen zegel heeft
Colijn | 1353-08-29
A.R.A. Leenkamer 32 copie fol 69/Reg EL 25 fol 43v
Achternamenindex
hertog Willem geeft Willem Dirc Colynsz 10 schaer weyden in de wildernis van Noortigerhoudt en hij gebiedt zijn houtvesters om Willem deze schaar weyden rustig te laten gebruiken "want hi onse legge aldair in den Houte voirs verwaert. Ende dit sal geduren tot onsen wederseggen"
Wilhelmus Heerman, Alivinus de Revele, G. de Eemskercke, Ysebrant Bertouts
1570-04-17 |
R.A.H. Coll Aanw 137 Caput N.H. fol 87, 86
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Bertolmeus Jansz hem opdroeg tbv Adriaen Jacob Bruynsz [van der Smaling of v.d. Dussen te Delft], wonende tot Delft, ½ van 8 morgen land gelegen tot Rijswijk bij Ockenberge, daer die wederhelft af toebehoort Jan Willemsz Brasser. Ende daertoe ½ van 10 schaer beesten, te houden in de wildernis van onse Haerlemmerhout, en dat hij Adriaen er vervolgens mede heeft beleend tot een recht leen. Adriaen moet hiervoor betalen 6£ Vls van 40 gr. Eodem die de beslissing op het request van Bertelmeus Jansz, wonende op Dyxhoorn buiten Delft, om dit leen te mogen verkopen
mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Pieter Gerritsz, leenmannen
Ricoud Ricoudsz | 1436-04-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 66
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ricout Ricoutsz en Herman Gout dragen op 4 schaer weijen gelegen in Krijcskamp, belend zonnewert: Otto van Doem, noordwaert: die heren van Vreeland, tevoren tijnsgoed; vervolgens worden zij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen
tijnsgenoten: Albert van Baren, Arent van Baren; mannen: Goessen Bosch Willemsz, Matheus Gysbertsz
1467-10-09~ |
R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 70/Leenregister Egmond A
Jaartallenindex
wij Willem, broeder tot Gelre, oorkonden dat Symon van Adrikom mit sijne altste soon Floris van Adrichem als een leenvolger, hem heeft opgedragen den vryen eigendom van eenre smaltiende gelegen in Monsterambacht, mede streckende in Wateringerambacht met al zijn toebehoren en gevolgen, glijk Symon en zijn ouders dat van hem in leen hielden. En dat hij vervolgens Arnt Touwe Henricszoon hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk leen, met dien verstande dat na Arnt's dood zijn zoon Gerrit Aerntsz ermede beleend zal worden. Nota: dat is uijt enen leen gespleten dat een jaer schaer pleegh te geven voor zijn heergewade, ende den smaltiende gelt op den dag dattet verlijd wert 5£ Holl, ende dat sal voor op staen te verheergewaden ten waerden dattet betaelt wert
mannen: Willem Gerritsz van Poelenburg, Jan Claesz
1598-12-17
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 169, 169v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen etc oorkonden dat Claes Cornelisz Witt, buerman in Aelbertsberg, erkende schuldig te zijn aan Jan Jansz Smijt, poorter te Haerlem, 1000 Kar gld. Rente den penn. 16, losbaar deze rente met 100 Kar gld. Onderpand: een bleeckerij bij hem comparant daarvoor gecoft in de ban van Aelbertsberg, zuid en west: wijlen Jan Pietersz, noordoost: Pieter Florijsz, oost: die Heereweg, noordwest: die meer. Eodem die transporteert Jan Jansz Smijdt, poorter van Haarlem, deze blekerij aan Claes Cornelisz Witt, buerman in de ban van Aelbertsberg, zuidwest: wijlen Jan Pietersz, oost: die Heereweg, noordoost: Pieter Florijsz, noordwest: die meer. 1 morgen wildernis gelegen annex deze blekerij is belast met 30 st per jaar erfpacht. Verder zal de koper in de wildernis van Brederode mogen houden en weyden 2½ schaer, waarvoor hij jaerlix 50 st erfpacht moet betalen (vgl 1600-11-25)
Balthasar Cornelisz, schout, Claes Arijsz en Gerrit Dircsz Slinck, schepenen