11 resultaten

Haarlem, van | 1250-03-10

v.d. Bergh I no 506
Achternamenindex

Symon van Haarlem beleent zijn zwager heer Wouter van Egmond met 6 ½ vierdel land en 1 vierdel op het hoge dorp, "die upstreken twisken den Broecsloot an den Cukenswech, ende beghint an die stege die an die beke leyt die Heemskerk en St Aghetendopr scheijt"

1670-05-02 | Wimmenum

R.A.H. O.R.A. 2139 fol 49
Jaartallenindex

baljuw en schout en schepenen van Wimmenum oorkonden dat Jacob Cornelisz Strekerman, wonende alhier, erkent schuldig te zijn aan de E. Jacob Walichsz Brederoe, wonende tot Alkmaar, 800 Kar gld, onder verband van een huis en croft land gelegen tot Wimmenum, groot 1 morgen 50 roeden, oost: het Biesingerweijt, noord: het scheijt van Bergen, zuid: Jacob Cornelisz Strekerman, west; Pieter Walichsz Proost, tot Enchuysen. item noch een stucke lands, groot 1 morgen 21 roeden te Wimmenum, genaamd Comensweijtje, noord: Jacob Cornelisz Strekerman, zuid: de heer Symon en Adriaan Vrijburch, west: het gasthuis te Egmond op Zee, oost; de Bierisingerweyt

jhr Geldolph van Vladeracken, baljuw en schout, Cornelis Dielofsz en Cornelis Aldertsz, schepenen aldaar

1467-04-21 | o.a. Velsen

R.A.H. 103 Caput Kennemerland fol 51/Reg Et Finis fol 28
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Claes van Assendelft met de lenen hem aangekomen bij dode van zijn moeder jvr Boudijn van Adrichem: 1) een venne lants bij die Wogmeer, groot 5 maden, west: Ysbrant Jacobsz, oost: Jan Eggenzoon en Claes Remkensz; 2) een stucke lants geheten die Monikenwerve, groot 7 maden, daer lenden aff plach te wesen oost: Heere Roelant van Utkercke, west: Catherijn Jan Pietersz weedwij; 3) een stucke lants geheten Floris van Adrichem lage lant, groot ± 16 maden, daer lenden of zijn west: Claes Remkensz, oost: Adriaen Volckaertsz; 4) een mat lants geheten Floris van Adrichems lant, daer lenden aff is west: Pieter Goebenz, te houden tot een erfleen; 5) een thiende gelegen te Velsen die scheyt ter beke tusschen Darengeest ende Smalegeest ende dat ander eynde daeraff scheijt tot der beke tusschen Hooghe Geest ende alsoo voordt als die groote wech gaet van der kercke. Hem eveneens aanbestorven van zijn moeder, tot een erfleen, binnen afterzusterkind niet te versterven

1494-09-05 | o.a. Velsen

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 17v (fol 10)
Jaartallenindex

koning Max. en Philips beleenen jvr Marie van Assendelft met de leenen haar aanbestorven bij dode van haar broeder Willem van Assendelft, nl 1) een venne landts bij die Wogmer groot 5 maden, daer lenden aff plagen te zijn west: Ysbrant Jacobsz, oost: Jan Eggenzoon ende Claes Remkensz; 2) een stuck landts geheten die Monicken werve, groot 7 maden, daer lenden off plagen te wesen oost: Heere Roelandt van Uytkercke, west: Katherijne Jan Pieterszoons weduwe; 3) een stuck lants gehieten Floris van Adrichems laege landt, groot omtrent 16 maden, daer lenden aff plagen te zijn west: Claes Remkens, oost: Adriaen Volckaertsz; 4) een mat lants geheten Floris van Adrichemsz landt, daeraf lenden plagen te wesen west: Pieter Gobbenzoen, al tot een erfleen; 5) een thiende gelegen tot Velsen, die scheijt ter beecke tusschen Hogengeest ende Smalengeest, ende dat ander eynde daeraff scheyt ter beecke, tusschen Hogengeest, ende alsoo voordt als die groote wech gaet van den Beke, tot een erfleen, binnen achtersusterkint niet te versterven. Hulde doet voor haar haar man heer Claes heere tot Assendelft, ridder [N.B. dit kan niet juuist zijn want heer Claes was in 1485 getrouwd met Aleid van Kyfhoek]

present: Dirck van Bekensteyn, Dirck van Boneem

1623-01-13

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 125v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Mathijsz Ban, deecken, Jan Jacobsz Schuit en Cornelis Boudewijnsz, vinders van het brouwersgilde te Haerlem, erkennen gekocht en aanvaard te hebben van de E. Cornelis Nobelaer, ambachtsheer in Grijsoort als man en voogd van joffr. Anna van der Wijelle, een stroockje land groot 113 roeden 10 voeten uijt zeecker weyde die hij q.q. alhier achter des schouts huysinge leggende heeft. Streckende dit strookje uit het Zantvoorter voetpad suytwaerts op beneffens de heerwech tot het scheijt van Pieter Ramp aengelegen weide, oost: de voorn. Nobelaer, west: de Heerwech, zuid: Pieter Ramp, noord: t Santvoorter voetpad. Koopsom 139 Kar gld. De verkoop van dit strookje door Nobelaer op fol 124v

Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Gysbert Pietersz en Symen Cornelisz, schepenen

1602-12-27

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 47v
Transportregister Bloemendaal

schout van Heemstede en ongenoemde schepenen, schout en schepenen van Overveen oorkonden dat Cornelis Jansz Argeman als man en voogd van Goolte Pietersdochter, Antonis Jansz als man en voogd van Allijt Pietersdochter, met Gerriet Willemsz Bol als vader en voogd van Willem Gerrietsz en Aechte Gerrietsdochter, met Claes Reyersz Drooch ende Jan Anthonisz, beide uijt naam van haerluyder huysvrouwen, alle erfgenamen van wijlen Anna Keuijers, erkennen verkocht te hebben aan Adriaen Jansz Gael de helft van een stucke lants genaemt het Bordeweytgen, gelegen in t scheijt van onsen voors. bannen, daervan die wederhelft competeert Cornelia Jacobsdochter van Heussen, oost: die Vaert, noord: Cornelia van Heussen met haer helft van t Bordeweytgen ende de Dootcamp, west: t land gecomen van Jacob Coninck, zuid: Adriaen van Berkenrode (vgl 1629-12-05)

Andries Jansz van Suijlen, schout van Heemstede, Baltasar Cornelisz, schout van Overveen, Willem Jansz duinmeier en Ameedt van der Kuecke, schepenen

1620-02-22

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 44
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Egbert van Bosvelt erkent verkocht te hebben aan de Ed. Heere Nicolaes Suijcker, schout der stad Haerlem, ½ van een huys, bleyckerije, loochhuys, hoyhuys, plantage en teelland, groot 1 morgen 464 roeden, zoals het tegenwoordig bij Willem Jaep Schuijten gebruikt werd en wijlen Ghysbert Symonsz toebehoort heeft, waarvan aan de koper de wederhelft reeds toebehoort, west: die meer van Blommendael, op t scheijt van de palen nu aldaer gestelt, mitsgaders Outgert Pietersz, oost: de Heerenweg, noord: koper en verkoper tesamen met de bleykery gecomen van Pieter van Steenkiste, zuid: die buyrwech. Belast met ½ van 2st per jaar erfpacht voor Brederode en ½ van 400 gld capitael, rentende 12 gld 10st. De blekerij zal het benodigde water mogen halen uit het meer van Blommendael. Koopsom 1100 Kar gld, boven de last van 200 gld

Hans Aelbertsz Colterman, schout, Joost Cosyn en Ismael Joorisz, schepenen

1628-03-23 (3)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 7-11
Transportregister Bloemendaal

de kavels van de erfenis van Cornelis Pietersz Langeneel en Dignum Willems: - kavel C, tebeurt gevallen aan Lysbeth Cornelisdochter: de bleykerij nu gebruikt bij Arent Fransz, noord: Hans Willemsz, oost: de Vaert, zuid: de blekerij gebruikt bij Joost cosyn, west: de watering tussen de Welige croft en de blekerij; noch de zuiderhelft langs deur van het stuk land genaempt "derdalf madt", hiervoor onder B gedeeld; noch het middelste derde part van het paardeveldeken en de noorder helft van het voorste stuk achter de boomgaert. Kavel D, aan Ysbrant Jansz: de bleykerij gebruyckt bij Joost Cosijn, noord: Aernt Fransz, oost: het scheijt, zuid: het paardeveldeken en de 7 mad, west: de watering; de voorste helft van de morgen waarvan de achterste helft onder A gesteld is, het westerse 3e part van het paerdeveldeken, de zuider helft van het voorste stuck achter de boomgaert. De erfgenamen moeten elk hun deel aan de erfhuur van 7 oortgens betalen

1631-09-05

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 109v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Heemstede en die in Tetrode oorkonden dat Jan Jansz Mijes, buerman tot Hogeveen, de zusters van hem Cornelia en Alidt Claesdochters, moeder en meije resp. poorteressen de ene binnen Haerlem en de andere binnen Leyden, geassisteerd met hun gekozen voogd Pieter Heijndricksz, transporteren aan Willemtgen, Adriaen en Cornelis Gael, Gerrit Jansz Lossy, enich naergelaten kindt ende erfgenaem van wylen Haesgen Gaelen, Jan Willemsz Beelt voor de ene helft, en Machtelt, Catharina, Haesgen, Adriaen ende Willem Jansz, naergelaten kinderen ende erfgenamen van wijlen Maritgen Gaelen, geprocreert bij de voors. Jan Willemsz Beelt, raad en vroedschap binnen de stad Haerlem, metten selven geassisteert, voor de andere helft. Alle kinderen en kindskinderen resp. van wijlen Adriaen Gael en zijn vrouw Claesgen Jeroens, een stuck weyland, genaempt Jacob Coningenlant, gelegen op t scheijt soo in de heerlicheyt van Heemstede als Tetrode, groot 3 morgen 3 hont, oost: Adriaen Gael en Gerrit Jansz Lossy met het Bordeweijtgen, zuid: de erfgenamen van Arent van Berckenrode, west: de erfgenamen van Reynier van der Horst, noord: mr Gijsbert Appelman. Koopsom 750 gld (vgl 1632-02-08)

Johan Jacobsz Dickman, schout, Jan Willemsz en Leendert Jansz, schepenen van Tetrode; Johan van Asch, schout, Hendrick Huijgen en Jan Gerritsz van der Weijde, schepenen in de heerlicheijt van Heemstede

1617-09-04

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 156v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de eersame Jacob Huijgensz Gael, schepen van Haerlem, en Joost Vergraft, poorter van Haerlem, erkennen verkocht te hebben aan Pieter Heyndricsz laeckencoper, poorter van Haerlem, drie schoone welbeplante boomgaerden met vuijtgenomen schoone ooftboomen en andere vruchten daerinne staende, mette huijsinge, stallinge, hoijhuijs, berch en schuren, vijver, duijvevlucht, elst, cingelen, ypen en andere boomen, mitsgaders een teelcroft, en de eigendom van de laen beginnende metten inganck van t heck bij Campens croft en streckende tot aen t heck staende in de laen bij de geschilderde poort omtrent het scheijt van de sloot tussen de voors. croft en des vercopers andere land. Met vrij overpad over het verkochte land tbv heurluijder bleeckerij, nu gebruikt bij Jacob Reijersz ende de hofstede ende landen bewoont en gebruikt bij Gerrit Cornelisz bleijcker en hun andere landen en goederen. Alles gelegen in Aelbrechtsberg, belend de 3 boomgaarden aan alle zijden door de verkopers. De croft is belend oost: Campenscorft ofte die wildernis, west: de verkoopers met de gemene sloot en dam dienende tot schutting van het water van de blekerij van Aecht Cornelis en de meer, zuid: Hoskers met eigen sloot, noord: des verkopers laan. Belast met 2 st per jaar Brederodes erfhuur. Koopsom 3635 Kar gld

Hans Aelbertsz Colterman, schout, Pieter de Munck en Arent Pietersz, schepenen