21 resultaten
Belt, van der | 1447-1448
Rek Rentmeester Kennemerland 878 fol 9v
Achternamenindex
Schelt van der Belt: die Noirtmeertiende ofte Beltherthienden voor 35 £ 5sc
1621-06-21 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 176
Jaartallenindex
joncker Johan van Cijpostaeijn, wonende op huis tot Hillegom, schelt quit tbv Willem Aeriansz, secretaris en Jan Pietersz, zijn broeders zoon, een stucke weiland genaempt Jacob Hilbrants weyde, groot 11 gars, gelegen in onsen banne in Engelsdel, zuid en noord: de grafelijkheid
1599-01-14 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 110v
Jaartallenindex
Geryt Yffsz, wonende bij de Berger sluijs, schelt quyt syn huys en erve an Cornelis Cornelisz, sgraven molenaer, zuid: Pieter Cornelisz, noord: Hubert Gerritsz. Stelt tot onderpand voor de vrijwaring een stuk land genaamd "de oort", groot 6 geersen, oost en zuidoost: de Wairder meer, west: die meere
1375-04-01 (1374) |
R.A.H. Coll Aanw 178 fol 290v/Inv Thesaurie anno 1441 fol 150; R.A.H. Coll Aanw 181 fol 98v/Groot Repert. van mr P. Beoostenzwene dl III
Haarlem Algemeen
vrouwe Margriete van Brijge, gravinne van Hollant etc, verlyet joffrou Lysbeth Phillips moye van Tetrode die wooninge binnen Haerlem, die die voors. Philips van hoir ten rechten leen plach te houden. Twee brieven van Philips van Tetroede waarin hij vrouwe Margriete opdraagt sijn huijs ende erve weder quyt schelt
1587 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 109 (99 ?)
Jaartallenindex
Pieter Cornelisz Bobeldick schelt quyt an Jan Pietersz Matselaer, een acker saetlant gelegen in de ban van Bergen op Sanegeest bij het Caepel, groot 5 snesen, noord: Coenig [Coning], zuid: jonge Jaep. Boven staat: 1587, onder staat: Cornelis Pietersz Jonghen als voocht van de weduwe van wijlen Jan Pieter matselaer scheldt quyt an Olbrant Dircsz dese voors. acker [1597]
1575 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 99
Jaartallenindex
Frans Michielsz uit de name van Guert Cornelisdochter, dochter van Cornelis Jorian snijers, scheldt quyt aan Pieter Cornelisz Bobeldick en Jan Pietersz matselaer de hofstede daer Bertelmies Meynaertsz tegenwoordich woonachtich op is, zuid: die weduwe van Pieter Symensz decker, noord: Louwers Cornelis; Cornelis Pieters Jongen als voocht van de weduwe van de matselaer schelt quyt sijn voors. eene helft van de voors. hofstede tot Pieter Cornelis Bobbeldyc sijn profijt; in margine: vercoft 1575; 1585: Pieter Cornelis Bobbeldyck scheldt wederom quyt die voors. hofstede met die woninge erop getimmert, tot een vryen eigendom van Jan Pietersz maetselaer voors; 1586: Cornelis Pieters Jongen als voocht van de weduwe en kinderen van Jan Pietersz matsellaer, scheldt quyt het huis en erve tot profyt van Jan Geryt Jan Nannes; 1594: Jan Gerijt Nannes schelt quijt het huis en erve an Bartelmies Maijnertsz der heij nou ter tyt wonachtich in is
Herlaer, van | 1353-03-08 (1352)
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 56/Reg EL 25 fol 34v
Achternamenindex
kwitantie: Gheraed van Harlaer heer van Ammersoyen heeft van hertog Willem ontvangen "in minderinge ende afcortinge der scout die hij ons sculdich is: 1) bi Coenraerds des cleynen hant in brieven ende in gelde 3487 ½ oude schild; 2) bi Jan Palmiers, ons voirs Heren rentemeester der schelt in Zeeland 1000 oude scilden"; 6000 oude scilden worden kwijtgescholden
1593-01~ (III) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 67, 68
Jaartallenindex
(zonder datum) Jan Harcxz schelt quyt Aerjan Aerjans Spanjaert, van de Sijtwint, ¼ part in een stuk land genaamd "de Knip", de andere delen toecomende de voorn. Spanjaert, Cornelis Nanis en Wiert Jans ouwe kinderen [?], van Outcarspel, de rest de kerck van Outcarspel, groot Jan Harcxz deel 1¾ geersen, gelegen in den polder onder de Waertmolen, zuid: het land van de kerk van Noort Scherwoude, noord: de H. Geest van Noort Scherwou. Eijl Willems scheldt quyt Willem Pietersz Schotsman, van Coedyck, een stuck weyland gelegen ten noorden in de Daelmeer, groot 3½ geersen, noord: de noorder Rynsloot, west: Pieter Jan Claes van Alcmaer, oost en zuid: de Bijl. Onderpand: een stucksken lant in de Aftergeestlande, groot 1½ geers, gelegen in de suijder Daelmeersweijt binnen onsen banne, belend met de Vroonlanden ter wedersyden. Pieter Pietersz Put schelt quyt Jan Dircksz Maran een acker saetlands gelegen in St Pancras, groot 15 sneesen, oost, zuid en west: de grafelijkheid, noord: de casteleyn van Schagen. Onderpand: een acker saetlant genaamd "Glippersacker", groot 14 sneesen, noord: de grafelijkheid, oost: t Weyver, zuid: Hendrick Jansz, west: Pieter Pancras
Rietwijk, van | 1427-10-27 - 1428-06-01
Rechtspraak Graaf van Holland II p 168, 167
Achternamenindex
tresoriersrekening van Boudyn van Swieten: "van brueken ontfaen: van Reyntken Doevenz van Akersloet gelyck als dat bij heer Roelant gedadingd wort van sulken brueke nals hij iegen minen genadigen here misdaen mochte hebben 80 scilde, facit 80 £" ; 1427-12-18: hertog Philips schelt Reyner doevenzn al zijn breuken kwijt en geeft zijn goederen terug, tegen betaling van 80 "onser nijer Hollantse scilden"
datum Haerlem
1589-12-30~ | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 55
Jaartallenindex
(zonder datum maar wel van 1589) Evert Vrerycxz schelt quyt tbv Gerrit Coenisz, schepen, een ackertgen saetland, gelegen op de Barckmeer in de ban van Bergen, groot 47 Berger roeden, belend west: jonge Pieter Gerritsz, oost: Arys Pietersz, noord: de Hevendijck. Pieter Willemsz van Outdorp scheldt quyt Engel Vrerycx een stuk weytland, groot 348 roeden in de Suijder Reekerpolder van Beges die nu vaert nae Barckmeer ten noorden en westen, oost: de Bagynenbosch
Jan Gerritsz, schout, dien Baes of Jan Cornelisz [= Jan Cornelisz den Baes] en Gerrit Coenisz, schepenen