1569 | Bennebroek

100e Penning Heemstede fol 1v

Jaartallenindex

hierna volcht den eersten polder, beginnende van enen notwech genaempt die Sandtlaen 't welcken het scheyt is tussen Hillegom en Heemstede genaempt Bennebroek, ende is tot veel plaetsen snoot ende uytgedolven lant, ende leyt op die sleet over die meer ende is sedert den lesten tienden penning zeer gesleten

1561 | Bennebroek

Reg 10e Penning Heemstede 1561 fol 1

Jaartallenindex

Zandlaan: "dit is den eersten polder, beginnende van enen wech off geheten die Zantlaan, hetwelck het scheyt van Hillegom en die van Heemstede, ende desen eersten polder is genaempt het Bennebroekerlant, ende is tot veel plaetsen snoode (?) ende uytgedolven land ende oick op sum plaetsen toegemaect lant ende oock leijt desen polder op te sleet van den meer"

1592-11-13 | Heemstede

G.A. Heemstede Verhaal etc fol 49

Jaartallenindex

op de lijst van goederen genoemd in het testament van vrouwe Anna van Arckel gehuwd met Vincent van Lockhorst komen voor de duynen van Heemstede met het erf van het huis aan het Mannepad, 16 morgen met de hofstede genaamd "de Roode Hel". De hofstede van Nollenburg, eertyts een huyzinge, met de profyten van t inschieten en afschryven van de duinen. Vier morgen 38 roeden aan twee kanten van de Zandlaan op t scheyt van Kennemerland etc

1547-07-28 |

Cartul Assumburg no 88/Arch Marquette 1106

Jaartallenindex

de luyden van de Reeckeninge in den Hage, namens den keizer als graaf van Hollants, komen overeen met heer Gherrit heere van Assendelft, van Eemskerck, ridder, 1e Raad van de Keizer in Holland, dat hij pachten zal "zijn Maj. recht van de helft te weeten die oostzyde van de visscherie in de wateringe genoempt de Twisk, twelck dat scheyt die heerlicheyt van Assendelft van Wessanen", voor den tijd van 25 jaren, met toestemming om in de dijk van deze watering een kleine sluis te leggen, tegen betaling van 2 Kar gld sjaars

1565-10-27 |

R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 79, oud fol 20v

Jaartallenindex

koning Philips beleent Jan van Mathenesse na dode van zijn vader Claes van Mathenesse met: 1) een venne lants bij de Wogemeer, gelegen in de ban van Ursem, groot 5 maden, daer lenden of plagen te zijn, west: Isbrant Jacobsz, oost: Jan Eggensz en Claes Rebevensz (Rebekensz ?), 2) een stuk land geheten "die Monicke werve", groot 7 maden, oost: heer Roeland van Uytkercke, west: Katryn Jan Pietersz weduwe, 3) een stuk lands geheten Floris van Adrichems lage land, groot 16 maden, daar lendenen of plagen te zijn, west: Claas Remkes, oost: Adriaen Volckersz, 4) een mad lants geheten Floris van Adrichems lant, west: Pieter Gobbenz, al tot een erfleen, 5) een thiende gelegen tot Velsen die scheyt ter Beecke tusschen Hogengeest ende Smalengeest, ende 't ander eynde daeraf scheyt ter Beecke tusschen Hogen geest, ende alsoe voirt als die grote wech gaet van die kercke. Tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven, 6) een woninghe met 5 morgen lants daer aen gelegen binnen den heemwerff in Lisse, tot een erfleen, niet te versterven, 7) 40 schell uit het schot te Voorhout, 8) 25 schell goet gelt uit het schot te Lisse, 9) een stuk land van 6 morgen geheten "die Wilnesse", gelegen te Lisse. Tot een erfleen. Daar Jan onmondig is, doet zijn neef jhr Jan van Mathenesse de eed

Frederik van der Sevender, Cornelis Oem, Dirck Adriaensz, Pieter Herweijer, Pieter van der Houve, Gillis Scharryr, leenmannen

1469-02-12 | Velsen

Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 265

Jaartallenindex

Claes Diricxz oorkondt dat hij erkent schuldig te zijn aan Willem Gerytsz [uten Hage] of houder van dezen brief 2 Beyers gld sjaers in ewige erfelijke pachte roerende van een erve dat ick tegen hem gepacht hebbe om een huys op te bouwen, in de ban van Velsen op St Ingelmontsbeecke, streckende van dat gemeen kerckpat westwairt tot aen de paelen die wij genoechelycken mit geenlije samentlijck aldaer gestoken ende geset hebben, ende belent hebben zuid: St Ingelmontsbeecke, noord: die paelen die wij samentlyck ende genoechelijck aldaer geset hebben in 't scheyt (vgl 1477-06-10)

Ghijsbrecht Pelgromszoon zegelt voor Claes Diricxz; tugen ende wijncoopsluden: Jacob Vranckenzoon en Symon Lange

Egmond, van | 1250-03-10

v.d. Bergh I no 506

Achternamenindex

Symon van Haarlem oorkondt dat zijn lieve zwager heer Wouter van Egmond hem opgedragen heeft: 1) 4 maden en een vierendeel in Heemskerkerbroec, 2) 18 geersen op die Grote Venne in Heemskerkerban, en dat hij hem er vervolgens mee heeft beleend, ook met: - 8 geersen in de ban van Heemskerk [tussen de Broeksloot en de Cukensweg], die heer Jan van der My van hem hield, - 6½ viertel en 1 viertel op het Hoghe Dorp, tussen de Broecsloot en de Cukensweg, "en begint an die steghe die an die beke leyt, die Heemskerk en St Agathendorp scheyt" (vidimus 1429-05-22) (zie 1761)

Heemskerk

1536-10-12 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 139v, 138

Jaartallenindex

leenmannen van Holland en Putten oorkonden dat Joost van Overstege, burgemeester der stad Bergen [op Zoom], opdroeg tbv Adam Claesz van Zegwaert: 1) ½ van ⅔ deelen van de rechter helftscheyding van der alingen middeldyck van Capricxhoeck, streckende daer Geervliet scheyt van Spykenisse tot Oistenrijkerdam toe, aen beyden zyden van de dyck. Behoudens Zijne Maj als heer van Putten de 3£ Holl per jaar die hij heeft uit de hele dijk, 2) een paar oude zwanen die kippen zullen naest die huysinge ofte hofstede die wijlen Dirck van Almonde staande gehad heeft op den Geervlietsen droegendyk, gelegen aan de zuidzijde an den dyck van Scacamp en met de noordzijde aan Caprixhoeck, die hij van ons als heer van Putten in leen hield. Op 1536-11-17 wordt Adam Claesz van Zegwert hiermede beleend, no 1 tot een recht erfleen, no 2 tot een onversterfelijk erfleen

Crispyn Jansz van Bushusen, Raad en rentmeester van Zuid Holland, Jan Oom van Wyngaerden, leenmannen; 1536-11-17: Cornelis Barthout Jansz, mr Frans de Wael, Willem Pietersz Criep, Bartout van Outena

1627-03-31

R.A.H. O.R.A. 1065 fol 215

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Aelbertsberg en Vogelesanc oorkonden dat de edele heer Nicolaes Suijcker, ouwe schout der stad Haerlem, verkoopt aan Lucas van Valckenborch, koopman te Amsterdam, een huijs, bleyckerije, loochuijs, hoijhuijs, plantage en seecker teelland, tesamen groot volgens de meting door Drick Cornelisz, gesworen lantmeeter gedaan, 1 morgen 464 roeden, belend oost: de Heerenwech, de meer van Blommendael op t scheyt van de palen nu aldaer staende, roijende van d'een op d'ander, west: Outger Pietersz, noord: de kinderen en erfgenamen van Symon Claesz Boon, zuid: de Buijrwech. Belast met 2 st per jaar Brederodes erfpacht. Koopsom fl 2500

Jan Jacobsz Dickmans, schout, Jan Dirksz en Hendrick Baertsz

1632-10-21

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 137

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Heemstede en die in Tetrode oorkonden dat Gerrit Jansz Lossy, naergelaten soon ende erfgenaam van wijlen Haesgen Gaellen, transporteert aan sijn moeije Willemtgen Gael, ½ van een stuk land genaamd "het Bordeweytgen", gelegen in het scheyt van beyde onse bannen, waervan de wederhelft competeert Adriaen Gael, soo alst hem comparant door het overlijden van sijn grootvader en grootmoeder is opgestorven en aengedeelt, ende dat met alsulcke notwech alst van outs ende lest gehadt heeft. oost: de Vaert, noord: Cornelia van Heussen ende de Dootcamp, west: het land gecomen van Jacob Coningen, zuid: Adriaen van Berckenrode. Koopsom 800 gld

Johan van Asch, schout, Jan Willemsz Noom [!] en Arent Pietersz, schepenen in den dorpe van Heemstede; Jan Jacobsz Dickman, schout, Jan Willemsz Noom [!] en Arent Pietersz [met zijn merck], schepenen in Tetrode