10 resultaten
1542-03-18 |
Arch Gesch Kath Kerk Nederland jg 12 afl 1 p 63 regest 159, 160, 161, 162/Orig R. A. Antwerpen fonds Biezelinge
Jaartallenindex
keizer Karel V draagt op verzoek van het convent van Biezelinge aan de 1e deurwaarder op om Cornelis Willemsz Shooff en de schepenen van Schore te dagvaarden voor het Hof van Holland, aangezien de voorn. Shoof, ontvanger van het schot in Schore, onder voorwendsel dat de 260 gemeten land voor [sic !] het klooster in Schore niet langer schotvrij zouden zijn en niet langer "..er levering" (?) zouden staan, de schepenen van Schore, die simpele lieden zijn, er toe had gebracht beslag te leggen op het land omdat de gebruikers ervan geweigerd hadden schot te betalen. Ingelbertus de Palude, deurwaarder van de Grote Raad te Mechelen certificeert dat hij Cornelis Willemsz Schoef op 20 maart voor het Hof gedagvaard heeft, waarop deze hem heeft geantwoord, dat hij aangezien hij in Mechelen woonachtig is, niet voor het Hof van Holland, maar alleen voor de Grote Raad gedaagd kan worden (geen datum); 1542-04-02: Jan Danvers, deurwaarder van de Grote Raad, certificeert dat hij naar de parochie van Schore is gereisd en aldaar de schepenen Eewout Macharisz, Claes Pieersss, Jan Symonss, Mathys Jansz en Cornelis Jacopsz, gedagvaard heeft voor het Hof van Holland, ter oorzake van de door hen aan Cornelis Willemsz Schoof toegestane beslaglegging op land van het klooster Jerusalem. Waarop schepenen in presentie van de schout Aerent Cornelisz hebben geantwoord dat de zaak hun niet aanging; 1542-04-08: schepenen in Score oorkonden dat Arent Cornelissz als gemachtigde van Cornelis Heyndricsz op 6 april beslaglegging op het land van het klooster heeft geeist voor 22£ 8sc als schot over de oogst van 1541, tegen welke beslag Jan Cornelisz van Crammendick namens het convent heeft geappelleerd
Eewout Macharisz, Claes Piersz, Arent Cornelisz, Matijs Jansz en Cornelis Jacopsz, schepenen in Score
1520-03-16 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 305/2
Jaartallenindex
akte houdende attestatie van notaris Franciscus Jansz van der Goes betreffende een verklaring van Ysbrant van Scoete en Frans Cornelisz ter Goes dat op 1519-10-08 zeker Goes die Boese te Goes is gekomen om Pieter Ram, wonende te Schore (Zuid Beveland) te dagvaarden
Coudekerke, van | 1279-10-02
De Fremery no 210
Achternamenindex
vijf nonnen van het klooster Jerusalem te Biezelingen op Zuidbeveland werden naar Antwerpen gezonden om daar het klooster St Margrietendale of Ter Nonnen te stichten: Beatrix van Everingen, Dirwigis de Berlandia, Adelissa van Schore, Catharina van Coudekerke, Clara van Hoedekenskerke
Everingen, van | 1279-10-02
De Fremery no 210
Achternamenindex
vijf nonnen van het klooster Jerusalem te Biezelingen op Zuidbeveland werden in 1279 naar Antwerpen gezonden om daar het klooster St Margrietendale of Ter Nonnen te stichten: Beatrix van Everingen, Dirwigis de Berlandia, Adelissa van Schore, Catharina van Coudekerke, Clara van Hoedekenskerke
Hoedekenskerke, van | 1279
De Fremery no 210
Achternamenindex
vijf nonnen van het klooster Jerusalem te Biezelingen op Zuidbeveland werden in 1279 naar Antwerpen gezonden om daar het klooster St Margrietendale of Ter Nonnen te stichten: Beatrix van Everingen, Dirwigis de Berlandia, Adelissa van Schore, Catharina van Coudekerke, Clara van Hoedekenskerke
1493-12-26 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 33v, 34
Jaartallenindex
leenmannen van Zeeland oorkonden dat Willem van Oostende Pieterszoon van Oostenden gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Balige Heinrick Crabelsdochter ½ van zijn leengoeden en ambachten in de grafelijheid van Zeeland: 1) in die prochien Oestende, Vinninghe in Hadelantskerke in die parochie van der Schore 10£ gr Vls sjaars. Komen er nog kinderen dan zal zij 6£ sjaars ontvangen. Met het verzoek om deze lijftocht te confirmeren; 1494-01-15 (1493): Max. en Philips bevestigen deze lijftocht
Vrederick van Renisse, Claes van Renisse, Jacob Phillipsz, leenmannen; daar zij geen zegel hebben, vraagt Vrederick van Renisse aan Willem de bastaert van Heenvliet, Claes van Renisse aan Cornelis Marcsen en Jacob Philipsz aan Pieter Jan Marcsen voor hen te zegelen
Brederode, van | 1669
V.R.O.A. 1909 p 164 no 344 /Arch Detmold Brederode
Achternamenindex
biljetten van verkoping van de volgende goederen van Zijn Excellentie [Wolfert heer] van Brederode: 1) de heerlijkheid van Noordeloos en Over Slingeland, met de overblijfsels van het oude kasteel te Noordeloos, 2) de heerlijkheid van Voshol, 3) tienden onder Woudrichem en Sleeuwijk, 4) de huize Blyenburg in Den Haag, 5) de heerlijkheid van Haeften en Hellouw en het adellijk huis te Haeften, 6) de heerlijkheid van Herwijnen en het adellijk huis te Frissenstein, 7) de heerlijkheid van Cloetinge, 8) gemeter ambacht in Kapelle, Biezelingen, Eversdijk, Wemelsdinge, Sturmezand, Siguit, Ierseke, Olsende, Schore en Valke, met tienden, 9) de riddermatige huizing van Nieveld, met land, 10) tienden in Drunen, 11) landen onder Vucht
1404-09-22 |
R.A.H. Coll Aanw 48 fol 83v/Reg 1401-1404 fol 61
Jaartallenindex
hertog Albrecht oorkondt: dat wi in voortiden bi onsen Rade onsen getrouwen heer claes Kervinc van Reymerswale te bediken gegeven hebben alle dat schore ende slyck, land mitten gorssen, die gelegen sijn voir t westende van Reymerswale ende voor Lodyc, dat te bediken tot enen corenlande tot sinen profyt ende slants oerbaer. Ende des soude ons onse getrouwe heer Clais voirs. daerof doen alsoe vele als onse getrouwe here Willem van der Couster, proest van Bergen, die God genadich sy, en doen ter tyd tresorier was, ende heer Claes van Borselen heer Aelbrechtsz, die onse rentmeester was, redelick doncken soude, gelyck die brief die hi van ons dairaf heeft inhout. De hertog vergunt hem nu dat scorre, slick en gorslant gelegen tussen Lodyck ende sthathts [!] polre te bedyken tot een corenland, behoudende wy onse hoge heerlijkheid. Ende dit land zal vrij wesen van alle schot en beden die vallen mogen in onsen lande van Zeelant, gedurende 7 jaar lang nadat het eerst coren draegt, en dan tenden den 7 jaren soe sal men ons dienen van des in desen voirs. landen bedyckt wordt, gelyc men ons dient binnen der parochie van Duvenee van heren Olaerts ambachts. Hij machtigt hem schout en schepenen aan te stellen, keuren te maken etc.
1492-10-13 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 21-22v
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat onse geminde heer Jacob van Cats, ridder, opdroeg tbv Anthonis van Cats Wolfaertszoon, zyn zoons neven, alsulke lenen als heer Jacob voors. van de grafelijkheid van Zeeland houdende was: 1) 90 gemeten ambachts by der brede, gelegen in onsen lande van Zuytbeveland, in die prochie van Capelle, in Eversdyck in die Vlake, in die Schore ende in die Cloetinge, met alle toebehoren en ambachtsgevolge, en met heer Jacobs deel in vere, molen, ende in Bieselinge ende in die molen ter Waire daermede volgende die Vronen ende hofsteden van heer Jacobs deel in de parochien voorn. overal daer 't voorn. ambacht aldaer gelegen is. Mitsgaders daerinne begrepen tot des voors. Anthonis behoef ½ van t geen dat wijlen Lieven van Cats des voors. heren Jacobs broeder, in die voors. ambacht in zijn leven te houden placht, 2) twee gemeten tienden min 12½ roeden, gelegen in Cloetinge met noch 1½ quartier thienden liggende in t oostambacht van der capelle-parochie en ½ van Lieven van Cats deel daerinne begrepen. En dat zij Anthonis hiermede vervolgens hebben beleend tot een recht Zeeuws leen, en die tienden zoals men schuldig is die te houden volgens de kuere, en mits betalende van elk gemet de jaarlijkse pacht. Hierenboven nog aan de rentmeester generaal te betalen 3£ van elk gemet (vgl 1490-10-09, 1492-10-23)
present: heer Gerrit van Abbenbroek, ridder, mr Jan van Wissenkerke, mr [?] Willem van Berendrecht, Jan Michielsz, Dirck van Boneem
Weent~ | 1555
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 513
Achternamenindex
Jan Wentsz: bij zijn huwelijk met Adriane beloofde haar vader Cornelis van Megen hun 2000 gld als bruidschat te geven, maar betaalde niet; na Cornelis dood kwam zijn weduwe Wyve in financiële moeilijkheden en verkreeg cessie; Jan vroeg preferentie voor zijn vordering; 1550-12-10: Jan Wentsz Jacobsz gehuwd met Adriana van Megen, dochter van Wyfve Cornelisdochter weduwe van Cornelis van Megen, waardin in de Hollandse tuin te Dordrecht; 1550-12-10 had Wyfve haar huis verhypothequeerd, als zekerheid voor haar schulden. Haar schoonzoon Jan Wentsz stelde zich als borg. In verband met haar insolventie verkreeg zij op 1551-08-08 van de vorst brieven van cessie, die in oktober d.a.v. ten uitvoer werden gelegd. Processen over de preferentie van de vorderingen: aan Jan Wentsz was bij zijn huwelijksvoorwaarden dd 1546-06-28 fl 2000 toegezegd, dat nog niet was uitbetaald. Dit laatste werd door Jenneke ontkend. Zij eiste van haar kant preferentie voor een bedrag van 166£ voor geleverde goederen, en 35£ voor een bedrag op haar als borg van Wyfve Cornelisdochter verhaald. Intussen werd ook geprocedeerd met Hans (Jan) Fobis die zo snel mogelijk contanten wenste te zien (eis afgewesen in december 1553) en met Andries van Baesroede e.a. Vermoederlijk deed de Grote Raad omstreeks 1562 uitspraak. Bijgevoegd onder f: attestatie van notaris Marten Omen van 1527-01-08, 1527-07-25, 1527-09-27 en 1531-07-08, betreffende de nagelaten goederen van Henricsken Jacobsdochter, weduwe van Jan van der Schore [de oude ?] tbv Jan van Scaftenberch e.a., erfgenamen onder beneficie van inventaris