18 resultaten

1540-03-23 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 164
Jaartallenindex

Willem Joostez wordt na dode van zijn vader Joost Hagez beleend met 16 hont land gelegen in Vlaardinger ambacht, an twee stucken, ende bruict Pieter Wijn, wonende in Vlaardingerambacht, te houden tot een recht leen. Gegeven naer t schryven s Hoofs van Holland

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq

1569-06-01 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 42
Haarlem Algemeen

Pieter Henricsz, molenaer, verkoopt Jacob Pietersz, timmerman, van Nyerop, t getimmerte van een molen gestaen hebbende buyten dije Schalckwijckerpoirte binnen die vrijheit deser stede, zuid: t memoryland, west: die Heerenwech, oost en noord: die Vrouwenbroeders binnen der stede. Koopsom 180 Kar gld. "Hieraf geen custing te schryven alsoe die tot Alckmaer geschreven is"

1497-02-10

folio 53v XLVIII 1495-1498
Transportregister Haarlem

Dirck Jansz Ruijstich aan Willem Claesz van Aelsmaer een stuk lants in de ban van Aelsmaer voirs, zuid: Willem Jacobsz voirs, oost: Henric Dircsz. Testes: Symon Thaemsz Vleyshouder en Henric Dircsz brouwer. Verleden 10 Febr. 1497 na den gemenen schryven voor my Bolle

1556-03-14 |

Carth Raamsdonk anno 1518 fol 110/Carth Sint Geerdenberg
Jaartallenindex

Zegher Ariaensz, richter in den ambacht van Raemsdonck en met hem heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat Dierick Petersz en Adriaen Ariaensz Casteleyn gaven gesamenderhand over met vrijesghift aan broeder Claes Gherytsz tbv het Sartroysenklooster gelegen in het ambacht van Raamsdonk, ½ weer rysbroecx, streckende van den rysbroecxenwech aff aent noort eynde, streckende zuytwaerts op ter halver Donga toe, oost: het Convent, west: Lysken Adriaen Petersz weduwe met haar erve. Naer t schryven van t Hof van Luyk

Jan Mathijsz, Ariaen Ariaen Ghysbrechtsz, Jan Andriesz, Ariaen Peter schoenmakers, Peter Jansz Staessen, Michel Jansz de magher en Joachim Jansz Buijs, heemraders

1568-01-31 (1567) |

G.A. Haarlem Lade Z no 2181a
Haarlem Algemeen

scepenen in Haarlem oorkonden dat Jan Thomasz, clompemaker, opgaf ten vrijen eygen aan Magdalena Cornelis Basgensdochter een schuur met het erf daar deze op staat, in de Angeganck achter sinen huse, ter ener: Magdalena voirs, ter ander: Namman Claesz, kistemaker, streckende voor van t erve van de voors Jan Thomasz met een vrye osendrop, achterwaerts tot aen t erve van Magdalena voors. Frans Barentsz goudsmit belooft vrijwaring. Bezegeld op 31 Jan. 1567 nae t schryven deser stede

Hugo Bol van Zanen en Aelbrecht van Schagen, schepenen

1556-03-11 [16 ?] |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht fol 42, 43
Jaartallenindex

Floris grave tot Culenborch, vryhere van Pallandt ende van Witthem, here van (culem) Wildenborch, van der Weerde, van Lyenden, van der Lede van Kentzwilre, oorkondt dat hij volmacht geeft aan Willem van Rysenborch, zijn drost tot Culenborch, om zijn lenen te verheffen die behoren tot Culemborg. Bezegeld 1556-03-11 na schryven s Hoofs van Utrecht. Op 1557-03-21 verklaring dat Willem van Rysenborch als daartoe gemachtigd bij brief van 1556-03-16, in handen van de stadhouder van lenen van Holland de eed aflegd

in presentie van: Cornelis Barthouds, Willem Jansz Schouten, Willem van Crip, Symon Pijl, Job Jansz, de heer Suijs is absent

1539-03-27 [er staat: 1529] |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 67v
Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en raide der stede van der Goude oorkonden dat [Heije] Gerrit Heye Davidsz, onse medebroeder in den Rade, volmacht geeft aan Jan Heye Gerritsz en Anthonis Bartoudsz om voor het leenhof over te dragen aan Frans Symonsz, wonende binnen Haestrecht, al sulcke twee werfgens liggende in Haestrecht, daer op t een werfgen die voors. Frans Symonsz nu ter tyt woont, ende op t ander werfgen een wonende is genaemt Schinckel. Op 1529-03-27 naer t schryven der kerk van Utrecht en van der stede van der Goude (vgl 1539-03-28)

1541-12-20 |

Kroniek Hist Gen jg 1854 p 60/oudste Correctieboek Amsterdam
Jaartallenindex

alsoo Willem Hugenz van der Goude geboren, hem vervordert heeft te dichten ende te schryven eenige brieven, smaekende quade leringe ende inhoudende diversche poincten, die tenderen soude tot wederstand van den predicanten ende inobedientie der Heiliger Karstten kercke, oock seeckere dreigementen en communicatien, in orde hen schyne als die in voortyden by luyden van den anabaptischen ende andere gereprobeerde secte gebesicht sijn geweest, welcke brieven hy oock heeft doen brengen aen eenige poorteren deser stede etc. Hij wordt veroordeeld om een ½ uur te gaan op de kaack met de brieven om zijn hals. Daarna wordt hij voor 6 jaar verbannen. Hij mag dan terugkeren na 12 Kar gld betaald te hebben

presentibus schout, burgemeesters en schepenen, excepto Joost Buijck en Sybrant Otto [lees: Ouo]

1564-12-11 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 120v, 121v/Leenregister Brederode fol 80, 80v
Jaartallenindex

Henrick heer tot Brederode oorkondt dat aan Ysbrand van Sparenwoude als stadhouder van zijn lenen, opgedragen is door Jan Jansz als man en voogd van Agnies Frans Gastmansdochter tbv Outger Pietersz ⅓ deel van 6 deymden lants gelegen in Catwoude, oost: Margriet Jan Heijnen en Hubrecht Pauwelsz, west: Claes Pauwelsz en Thaems Jansz. Outger wordt er vervolgens mede beleend. Procuratie 1564-12-10: "ick Agnies Fransdochter, poorteresse van Monickendamme bekennne mits desen als dat Jan Jansz, thoender van desen, mijnen jegenwoordigen getrouwen man ende voigt is, ende dat ick volcomelick geconsenteerd hebbe ende consentere bij desen in den transporte van alsulcken parceel lants, wesende leengoet, als die selve mynen man enen Outger Pietersz, poorter derselver stede vercoft heeft ende op mijnen persone houdende is. Desen t oirconde hebbe ick bij den secretaris van Monickendam doen schryven ende onderteeckenen", ondert. Amilius Sij, secretarius

1551-01-28 (1550) |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 50v/Leenregister Brederode fol 35v
Jaartallenindex

Reynoult van Brederode beleent vrouwe Johanne van Barlemont geseyt Binchorst, dochter van jhr Joost van Barlemont geseyt Binchorst heer van den Binchorst, met een woning met 18 morgen lants, geheten Roderyse, gelegen in den ambacht van ouder Scije, belend: zie vroegere beleningen, haar aanbestorven bij dode van haar vader jhr Joost aan wie dit leen gekomen was bij dode van sijn moeder Catharina van Barlemont geseyt Hodenpijl, leste besitster van het voors. leen. Maar overmits hij na de aflijvigheid van sijn moeder oock haestelijck deser werelt overleet, soe sijn de brieven geschreven geweest maer niet besegelt. Hulde doet voor haar haar geechte man heer Willem Snouckaert, ridder, Raad ordinaris des Keysers in den Hove van Holland. 28 Jan. 1550, nae den lope ende styl van schryven in den Hove van Holland (vgl 1549-08-25, 1560-03-22)

Gysbrecht van Schoten, Jan die Grebber, Cornelis van der Wiele, mannen van Holland