1563-11-06 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 127

Haarlem Algemeen

in der voughen ende manieren hiernae verclaert zijn die eersame Syburch van Loo Pietersdochter ten overstaen van haar zwager Pieter van Dorp, burgermeester der stede van Haerlem, ter eenre-, ende Sybrandt van Berckenrode, Baertout Heyndricxz, Pieter Jansz Raedt ende Jan Claesz scheepmaker, als vinders van den Clueveniers of St Adriaens schutterie ter ander zyde, overgedraghen op t gebruyck of servituyt dat die besitters van den aelmiscameren bij wijlen Willem van Loo gefondeert tot deser tijt toe gebruijct hebben in de duelen van de voors. schutterie. Te weten dat van nu voortan alle die doeren of poorten van de voors. cameren responderende of vuytcomende in de voirs. duelen sullen worden gesloten met grendelslooten die men nergens anders sal moghen ontsluijten of openen dan binnen de voorsz. duelen etc