Ghent, van | 1442-06-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 140

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric van Ghent droeg op "in de oude weer een stuc lants van 1 ½ vierendeel op Seldert met al zijn meenten ende metten lodijc", belend oost: Hugo Sem en Albert Scoemakers kijnder, west: Elijs van Wede en Jan Vlug; vervolgens wordt Goedert Jacobsz van Lielaer ermee beleend

mannen: Evert Jacobsz van Lienlaer, Henric Jansz

1467~ | Alkmaar

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 17

Jaartallenindex

goederen van Willem, Agniese en Alijt, Heynric Claes Reynerszoons drie kinderen: 3) 2¼ Beyers gld sjaers op t Cruijswere toe Alcmaer op twee huijsen (ende behoirt Symon Cogman Jansz hem in sijn huwelic gegeven anno 1473), 4) ¼ deel van Duyffhuysweijde bij Alcmair (oic Symon gegeven), 5) 2 stucke lants op Ritsevoirt toe Alcmair an die graft (behoirt Alijt), 6) 3 koeweyd op Bergermeer bij Alcmaer (behoort Willem), 7) ⅓ deel van Broecklant bij Alcmaer (Symon gegeven 1473), 8) Pettemoers weyde toe Alcmaer (behoert Willem), 9) ¼ deel van een stuck lants toe Alcmaer (Symon gegeven 1473), 10) 1 Wilh sc sjaers op Garbrant Dirc Yevenzoons die scoemakers huys toe Alcmaer (Symon gegeven 1473), 15) 2 R gld op Pouwels Garbrantsz huys tot Alcmair (behoert Willem)

Merske, van der | 1353-07-29

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 63v/Reg EL 25 fol 40

Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat hij 18 morgen land die Zeger Zegersz van hem te leen hield in het ambacht van Alphen, belend oost: uiterdijk in de Rijn, west: Jan Scoemakers erve en eigen, zuid: 12 morgen die Dieric Fyenz van der Merske van hem houdt, noord: Dieric Heynricsz kinderen met erve en met eigen, Zeger ten eigen gegeven heeft voor 3 £ gr, die hij voldaan heeft

1496-07

folio 37v XXXIV 1495-1498

Transportregister Haarlem

Doede Willemsz aan Gheryt Pietersz een huis en erf in de Grote Houtstraet. After streckende an Gherijt Dircsz, an d'een zide: Gherijt Dircsz, an d'ander: Griet Mathys de scoemakers weduwe

1389-05-06< |

Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland III no 335

Haarlem Algemeen

Thesauriersrekening van heer Willem Gerbrandsz v.d. Couster fol 13v. Item ontfaen van Claes Pouwelsz, Willem Heyntgensz ende Willem Jan Jansz, die zi minen here sculdich waren van horen dadinghe mit minen here van den doitslach, die zi deden roerende van Andries scoemakers doot, 300 fr omdat si scout van Haarlem waren

1486-05

folio 5v IV 1486-1489

Transportregister Haarlem

Katryn Rut scoemakers weduwe met Geryt Symonsz als voogd is schuldig aan de ziekenmeesters van St Lazarus buiten Haarlem 200 R gld. Onderpand: een brief van een sate lands te Leymuiden

1563-12-31 |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 38v

Haarlem Algemeen

mr Wigger Albertsz, chirurgijn, verkoopt Gerbrich Claesdochter een huis en erf in de Batte Jorisstraat, an d'een zide: Pieter Maertsz, scoemaker, an d'ander zide: Henrick Claesz scoemakers weduwe. Belast met 15sc sjaars. Noch belast met 3 Kar gld, losbaar met 48 Kar gld, daermede mr Wiggerskinderen te weesboeke staan. Achter (?): Dirick Nes. Koopsom 400 Kar gld. Hubrecht Geritsz zal Gerbrichs voogd zijn

1486-11

folio 39v XXXIV 1486-1489

Transportregister Haarlem

Pieter Jansz als man en voogd van Dieuwer Jansdochter lijt dat Beatris Jacob scoemakers weduwe haer eere mansmoeder, haar voldaen heeft van de 20 R gld als hoer eere man anbestorven zyn na dode van zijn vader

1492-03

folio 148 CXLVI 1489-1492

Transportregister Haarlem

Govert Jansz verkoopt Willem Jansz ¼ deel van het huis en erf in de Grote Houtstraet, an d'een zide: Gerijt Dircsz, an d'ander zide: Griete Mathijs die scoemakers weduwe, afterwaerts streckende an die voirs. Geryt Dircsz; 8 R gld

1388-05-13 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 157/16/St Elisabethsgasthuis

Haarlem Algemeen

schepenen in Herlem oorkonden dat Gheriit Bake gegeven en bewezen heeft aan Matheeus Gheryt Claesz.z 1 £ Holl sjaers op Dirc Meynaersz des scomakers huis ende erve, ende op Renier Gheimansz des scoemakers huis ende erve, legghende elc an ander in Scadenbroecx campe, twisken Gheerlof Ludeciaensz an die ene zide ende Claes Godevaerdsz den scoemaker an die ander zide, streckende afterwaerts op den sloot [= schoenmakerssloot]

Symon van Zaenden Gheridsz en Jan Lottijnsz, schepenen