1540-03-02 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 162v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen, mr Cornelis Claesz, presbyter, met zijn gecoren voogd Obijn Huwert, hem opdroeg tbv onse beminde raat ordinaris van onsen Camere, mr Jasper van den Hoegelande heeren Lievinsz, ridders, volgende lenen: 1) 2 morgen lands in het ambacht van Voorburch, oost: mr Cornelis Claesz, west: Pieter Hubrechtsz, noord: onse veen, zuid: Heerstraat; 2) 5 hont lants aldaar gelegen, oost: Schrevel Ysbrantsz [er staat Scoevel Ysbrant], west: de erfgenamen van heer Cornelis Cruesinck, zuid: de Vaart, noord: de Heerstraat; 3) 23 schell goets gelts op een woning met 1½ morgen lands, gelegen in den ambacht voors, toebehorende Jacob Pieter Aerntsz, oost: Jan Claesz erfgenamen tot Delft, west: nu Pieter Cornelisz, ende eer: Gardin Dircksz, zuid: de Vlyet, noord: de Lyetwech. En dat hij mr Jasper voorn. hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem Criep