2 resultaten
1529-08-31 |
Bissch Oud Arch Haarlem 10 kl A no 8
Haarlem Algemeen
ic Lambrecht Jacobsz (met zijn zegel), secretarys der stede van Haerlem, doen cont, certificerende voor de waerheyt exen (?) yegeliken dient aengaet, gesien ende gehoort te hebben dat Katrijn Jansdochter, professide suster in St Marienconvent binnen Haarlem, wettige suster van Claes Lambrechtsz na dode en overlijden van de ..... Claes hoer broder, die starf omtrent 8 Aug 1529, achtervolgende zekere articule ende ordonnantie in de voers. Claes Lambrechtszoons besegelde testament van date 1529-07-24, inhoudende dat hetgeen na betaling van de schulden zal overblijven, gesteld zal worden in handen van zijn zuster Katrijn voors, ten overstaan van haar moeder en met consent van de eerwaardige heren meesters Gerbrant Symonsz, deken van Oestvoern en Jacob Dircsz, deken van Kenemerlant, priesters, als executoers van de voers. Claes Lambrechtsz [dat zij] al het haar aangekomen goed heeft gegeven aan St Marie voirn
1517-04-04 (1516) |
A.R.A. 490 no 299/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
jvr Katherijne van Naeldwijck weduwe van mr Jan Boudinsz, ende nu huysvrouwe van Gerijt van Berckenrode contra mr Jasper Lievinsz, raidt ordinaris van desen Hove in den name van zijn huysvrouw als erffgename bij beneficie van inventaris van den voors. wijlen mr Jan Boudijnsz. De weduwe eischt betaling van haar douarie van 10 £ grooten sjaars, haar beloofd bij wijlen mr Jan. Mr Jasper allegeerde een commutatie gemaict te wesen wair bij de voors. weduwe hebben soude in stede van de voirs duwarie een zeker huys ende erve tot Ryswijck en dat zij eerst zou verklaren of zij zich al dan niet aan deze assignatie wenschte te houden. Inmiddels had mr Jasper een request ingediend om aan de weduwe te verbieden het genoemde huis te Rijswijk te verkoopen, en dat zij zou toestaan dat de secretarys van Woerden als rentmeester van seekere goeden omtrent Woerden gelegen, toebehoorende wijlen mr Jan aan mr Jasper rekening zou doen van 't geen daarvan verschenen was. De weduwe zegt dat het huis haar toebehoort en dat het niet tot de goederen van mr Jan behoorde bij zijn overlijden, zoodat zij daermede mochte hoer belieft te doen. Het Hof beslist dat de weduwe ten onrechte de douarie van 10£ sjaars van mr Jasper geeischt heeft, en absolveert de weduwe van eisch van mr Jasper t.a.v. het genoemde huis