10 resultaten
1483-12-03 | Velsen
R.A.H. 467 fol 5v/Leenregister Brederode
Jaartallenindex
Walraven heer tot Brederode etc beleent Aechje Jansdochter met 2 stukken lants gelegen in den ban van Velsen op beide sijden van Lettersbeecke, ende belent heeft zuid: Symon Aelbrechtse, noord: Gerrit Symon Aelbrecht Huigen, oost: Willem van Veen, west: Willem Dirck Symmse (vgl 1474-09-14, 1543-05-19)
mannen: Jacob van Alkemade, leenman van Holland, Pelgrim Gysbertse, leenman van de hofstede van Brederode
1439-03-17 (1438) |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 53/Cartul Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacop Lambrechtsz opgaf ten vrijen eigen Claes Ysbrants Swaertszoen een huis en erf gelegen op Craijenhorstergraft, tussen den zusteren van Zijl an beiden sijden, ende afterwaerts streckende an den susteren voorscr. Belast met 10 schell Holl sjaars (vgl 1439-08-28)
Jan van Huessen en Dirc Henricsz, schepenen
1440-12-24 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 56/Cartul Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Hairlem oorkonden dat Andries Claesz geliede dat hij gegeven heeft puerlic om Gods wil en tot zaligheid van zijn ziel, die van zijn wijf en van zijn ouders, aan het Zijlklooster te Haarlem een huis en erf gelegen op Craijenhorstergraft, tusschen de nonnen voorscr an beiden sijden ende afterwaerts streckende an den nonnen voirscr
Herper van Foreest en Gherijt van Noortich, schepenen
1500-05-20 |
Ms Opstraeten III fol 679, 1209
Jaartallenindex
Roelof van Wyckersloot, schout in Neerlangbroec, oorkondt dat Jan die Ridder Jansz en Henrick die Ridder Jansz overdroegen aan Willemgen Jan Evertsdochter en haar zoon Anthonis die Ridder, den eigendom van 6 morgen lants gelegen achter de huyse tot Walenborch aen 3 campen, daer Jan en Henrick aen beyde sijden naest gelant sijn. Ende daertoe ½ van ½ hoeve lants, daer die wederhelft of toebehoort Cornelis van Ysselsteyn, belend boven: Gerrit van Wyck, beneden: Aryaen van Pallaes
1543-05-19 | Velsen
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 55v/Leenregister Brederode fol 39; R.A.H. 467 fol 6/Leenregister Brederode
Jaartallenindex
Reynoult heer tot Brederode vrijheer tot Vianen, burchgrave tot Utrecht, heer tot Haverincourt, ter Ameide etc, beleent Jan Symonse Stoos [lees: Roos] met 2 stucken lands gelegen in den ban van Velsen op beide sijden van Lettersbeecke, ende nu belent heeft zuid: Engel Aelbregtse (engelbrechtsz), noord: Nel Willem Matthijsz weduwe, oost: Engebrecht Willemse Ramp, west: Jan van Loo. Hem aanbestorven van zijn moeder Aechje Jansdochter (vgl 1483-12-03, 1556-09-10)
mannen: Ysbrant van Sparnwoude, Jan Coninghszoon/Jan Winnincx
1475-07-17 |
R.A.H. 465 fol 27v/Leenregister Brederode fol 14
Jaartallenindex
Yolante van Lalaing vrouwe van Brederode beleent Aelbert Petersz dat hooger eynde van Yveken were bij den Goeuwe, daer van outs lenden af sijn aen beyden sijden Pouwels Nennenzoon en Heyman Petersz, ende gelegen lecht in Brokerban, welck lant voirs. wij rechtevoert te voeren Jan Petersz Aelberts voors. broeder beleent hadden, dat hij ons terstont tot Aelberts voors. behoef weder opdroech, te houden tot een onversterfelyk erfleen. Ende hiervoor heeft gehuld Claes Petersz
manne: Ghijsbert van Hokelom, Joest Aelbrechtsz, Dirck Ruijmers
Bernier | 1405-1407
Matthaeus Analecta V p 893
Achternamenindex
heer Bernair van Opburen was die 16e landcommandeur van de Duitse orde te Utrecht twee jaar lang. Hij was tevoren commandeur te Tiel; hij maakt te Tiel het Choer, ghestoelt ende dat doxael. Hij was van een streng geestelijk leven. Hij werd begraven (anno 1407)in het Duitse huis in het koor bij sijden heer Goessen van Garnar. Onder zijn portret staat echter als naam Bernier van Opburen. Zijn wapen is dat van Chatillon met drie rozen in het schildhoofd. Hij sterft als heer Reynier van Opbueren
Arkel, van | 1351-04-21
A.R.A. Leenkamer 31 fol 10/Alg Ned Familieblad jg 1886 p 185/R.A. Extract uit het reg. repert Zuidholland, fol 1-453 D op bl 212/R.A. Petit libro EL 33 fol 4/Repertorium A fol 75
Achternamenindex
hertog Willem oorkondt "want wij wael gevonden hebben bij onsen ouden hantvesten die onse lieve neve die here van Arkel heeft" dat deze "voir recht heeft gheweest an die heerlicheden ende goeden van der Lecke, van der ouder Ammers nederwaart uter jegenheijt die men hiet Vriescken ende dat is tot ende van der heerscap van Blocweer ende van Donkersloot, mit horen gherechten, te weten Streveland, nuwe Leckerland, Brandwijc, Ghibeland, Bleskensgrave, an beyden sijden van den Grave", met de tienden uitgezonderd die aan anderen beleend zijn. De hertog beleent hem vervolgens hiermee tot een recht erfleen
1497-08-12 |
G.A. Amsterdam Cartul Reg St Jan Amsterdam fol 106
Jaartallenindex
broder Matheus Jacopsz ende broder Peter Crommeny, procurator ende 't gemeen convent der Can. Reg. van Willebrordscloester buten Alcmair, an die een zyde, ende die Can. Reg. buten Amsterdam an die ander zijde. Wy doen condt dat wij an beyden sijden voirs. myt malcander overgedraegen sijn ende gegrondeelt ende gesceyden hebben een stucke lants gelegen in Bergermeer geheten Tymans Busch, dat wij myt malcander menich jair gehadt hebben, ende dese grondelinge is geschiet bij 4 goede mannen, als dat die Reg. buten Amsterdam sullen hebben ende behouden tot ewygen dagen voir hoir helft van dit lant voirs. an die zuutsyde streckende van 't suuteynde van die Meer tot an die Sceytsloet toe, myt dat ryelant aen die oestzyde daer an also veer alst gesceyden is. Ende die Reguliers van Heylo buten Alcmaer sullen hebben ende behouden ten ewigen dagen voir hoir helfte van dit lant voirgenoemt an die noortsyde streckende van die sceytsloot noordward op tot an die lantsceyden toe myt dat ryetlant an die oestsyde toe also veer alst hoir toegesceyden is (zie ook 1497-07-25)
1477-12-26 (1) |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 847
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorconden dat voor ons quamen Gerrit van Berckenrode Gerritsz met syn vader Gerrit van Berckenroode, an die een syde, Henrick Petersz, doctor in de medecijnen, als vader en voogd van sijn dochter Joncfrou Katryn aen d'ander sijde, ende gelijden aen beyden sijden dattet hijlicxe voorwaarden sijn tussen denselven Gerrit van Berckenrode ende jvr Katryn mr Henrick Pieterszdochter, voordat zij met malcanderen vergaderen in wittachtigen hylick. Gerrit brengt aan: 1) een sate lants groot 19 morgen, in de ban van sGravensande, gelt nu ter tijt 18 Eng nobelen sjaars, 2) een sate lants in de ban van Ryswijc, groot 12 morgen, gelt nu ter tijt 18£ Holl sjaars, 3) een sate lants in de ban van Heemstede, gelt 27 Rynse gld sjaars, 4) een stuk lands aldaar, geldende 10 R gld sjaars, 5) een stuk lands aldaar, geldende 5¾ R gld sjaers, 6) 3 stucken lants, waarvan 2 gelegen in de ban van Nieuwe Nyedorp, en het 3e in de ban van Oude Nyedorp, geldende alle 3 tesamen 36 R gld sjaars, 7) 12 R gld op de stad Haerlem, ter lossing den penning 16, 8) een knecht met een peert binnen sijnen huyse, ende de kost een heel jaar lang, 9) jvr Katrijne zal als zij haar man overleeft zijn goederen in lyftocht ontvangen
Gerrit Jan Huijssersz (zegel: een stappend paard) en Dirck Spijcker (een keper waarop 3 rozen), schepenen