Muijl | 1488-03 - 1489-03

Rek Drossaard Land van Arkel no 3822

Achternamenindex

van Govert Muijl die bij nachte een vrouwen huijs opgebroken heeft om bij hair te slapen, gecomposeert voor 10 £

1473-09-25 |

Inv Arch Abdij Egmond no 241

Jaartallenindex

Jan Everdeij, deurwaarder van het Hof van Holland, oorkondt aan het Hof dat hij zich op 24 Sept vervoegd heeft, ten verzoeke van de abt van Egmond, tot Backum, met een vonnis van het Hof, en dat hij gedagvaard heeft de schepenen van Backum tot hoiren woonsteden ende Aernt Jansz en Willem Roelofsz in hun tegenwoordigheid, om op St Victorsdach e.k. te verschijnen in den Hage. Voirts heeft hij geinthimeert (= ontbieden) Gheryt Engelbrechtsz ten huyse van Wouter Pruijm in presentie van Wouter Pruijms wijf daer die voirs. Geryt slapen gaet, dat hy tenselven dage medecomen off gemachtige zenden moet. Gheryt verzekert dat hij de boodschap overbrengen zal

Florys Jan Gerytsz, Dirck Willemsz en Henric Jansz, schepenen van Backum

Arkel, van | 1584-06-12

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerl. Ammerzoden 243, VIII a/3 fol 5v en p 17v

Achternamenindex

op verzoek van Gerrit van Swivelt als gevolmachtigde van jonker Johan bastaard van Arckel, drossaard te Heuckelum, getuigen enige inwoners van Ammerzoden, dat in 1584 een sluis in de Maasdijk te Hedel doorgebroken is waardoor een wiel ontstond ten gevolge waarvan wel 100 morgen land bedorven zijn, waaronder dat van jonker Johan en van de ficarye van der Ameyde (?) onder Ammerzoden, wat Johan van mijn heer van Brederoede in erfpacht gekregen heeft; 1584-09-25: idem; " Adriaen Jansz van Vemandt (?) oud 3... jaar, getuigt dat hij weet dat omtrent drie jaar geleden hij, Adriaan, gecomen is op de Welsche kermis van Wel, om te gaen slapen op het huis toebehorend aan Johan b. van Arkel, daar toen onze heer van Ammerzoden in woonde. Hij heeft deponent horen cloppen op de poort van het huis zonder dat hij weet door wie. Aan het einde van de gracht van het huis gekomen kwam hij Lauwerents van Dinter tegen die wel zeer dronken was en zei dat hij aan de poort geklopt had, doch dat men hem niet binnen gelaten had"