11 resultaten
1521-06-03 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 67v
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelis Oom van Wyngaerden heren Willemsz na dode van zijn moeder vrou Maria van den Werve, met ⅙ deel van alle alsulcke gorsen, lande en slycken, geheten Grisoirde, Duvenwairde, die Tonge, Hugenvliet, Hellebrensgat en die Battennoirt ende alle andere hoe die ook genoemd mogen wesen, als gelegen sijn tussen die naegschreven bepalinge ende mercken als Hontsloo noortoostwaert of, of dat Heydiep van Bomer zuijtwert, of dat Heijdiep van Greveninge zuidwestwaert, Wellenvliet, Herckinge ende die Riere noordwestwaert, en met anders alle toebehoren. Met nog 1/16e deel van de moerneringe ende brant daertoe behorende. Ende daerenboven ⅙ deel van den ambochte, ambochtsgevolg, thienden, molen, visserijen, vogelrien, giften van kercken, boeten, foerfeyten, in de voors. gorsen, landen en slycken. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Behouden ons alsulke jaarlixe goeden en penningen daeruit, mit onse recht van der moerneringe, boete, foerfeyten en anders naer inhout der ouder brieven
leenmannen: Ysbrand Oom van Wyngaerden, zijn oom, Adriaen Ruychrock van de Werve, mr Everardt Nicolaesz, onse Raad, Cornelis Berthouts
1532-01-19 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 47
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Margriete van Cleyenburch Cornelisdochter na dode van haar broeder Joost Cornelisz van Cleyenburch met ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid ende ambachtsgevolg van slycken en gorsen van nyeuwe Natairs, gelegen en bedyct oistwaerts met St Pancrasgors. Ende daertoe 1/16 deel van de ambachtsheerlijkheid ende ambachtsgevolg van Natairs, bedijct metter nyeuwer gote, gelegen in onsen lande van Voorne. Leen van Voorne, te houden tot een onversterfelijk erfleen
Walraven Roelofsz van Dalem, heer van Spijck, Cornelis Barthoud Jansz, Jan Gans, Anthoine le Bucq, Adriaen Jacobsz, leenmannen
1538-07-20 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 56v
Jaartallenindex
Karel beleent Willem van Drenckwaerde Bouwensz, burgemeester van Dordrecht, na dode van zijn moeder jvr Margriete van Cleyenburch met ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid en ambachtsgevolge van den slycken en gorssen van nieuwe Natairs, gelegen ende bedyckt oostwert van Pancrasgors, en daartoe 1/16 deel van de ambachtsheerlijkheid en ambachtsgevolg van Natairs, bedyckt mitten nieuwe gote, gelegen in onsen lande van Voorne. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Willem "personelycken niet komen en mocht" doet mr Nicolaes Bartholomei als zijn gemachtigde de eed (procuratie gepasseerd te Dordrecht)
mr Cornelis Zuys, onse Raad in Holland, Cornelis Barthoud, leenmannen
1534-11-05 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 323
Jaartallenindex
Karel geeft aan Dirrick Duyst Heyndricxz in erfpacht tegen 15 gouden Kar gld per jaar, die ambachtsheerlijkheden ende ambochtsrecht mitten ambachtsgevolge als visserijen binnensdycs ende buitendycs langs die kanten, mit gifte van kerke, van de gorssen, slycken en aanwassen in onser ambachte van Schoonreloe ende Coel, gelegen tussen onser steden van Rotterdam ende van Schiedam. Omme deselve twee ambachtsheerlijkheden met heure gevolge en toebehooren gehouden te worden tot een erfleen en te verheergewaden met een stoop Rynse wijn, en voor de andere rechten te betalen als voor een cleyn leen. Vervolgens wordt Dirrick Duyst met dit alles beleend tot een erfleen
mr Cornelis Michuenisz [!], onse rentmeester van Utrecht, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen
1506-06-27 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 3
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat "onse lieve getrouwe Bonet Desne eerste stalmeester van onse lieve gesellinne die Coninginne, als man en voogd van jvr Cornelie van Outhuesden, tevoren weduwe van mr Geryt Numan, in zijn tijd onse eerste secretaris en audiencier, mitsgaders die voochden en momboren van de weeskinderen en erfgenamen van wijlen mr Geryt Numan, die hy hadde bij jvr Cornelie voors, vertoond heeft dat s konings vader bij brief dd 1492-07-18 l.l. den voors. mr Geryt in erfpacht heeft gegeven de nieuwe aenwassen, uitgorssen, slycken en rietbroeken, mitsgaders zekere visscherij en vogelrije daer aen clevende, liggend in onsen lande van Holland, te houden te leen, en dientengevolge de requestranten aanbestorven". Er was echter verzuimd leenverheffing te vragen. Philips vergeeft hun dit verzuim en staat hun toe dit leen alsnog te verheffen (vgl 1506-07-02)
1506-07-02 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 4v, 5v
Jaartallenindex
Karel beleent Jan Numan met die ambachtsheerlijkheid met den ambachtsgevolg, als maelrye, visserye, vogelrye, jaerschot, veeren ende allen anderen saecken der voors. ambachtsheerlijkheid volgende, van den nieuwen aenwassen, uitgorssen, slycken, rietbroeken etc, gelegen bij Stryen, streckende van der West Mase tot aen t diepte van Stryenmonde, langes den Group, w.w. tot Cromstryen toe, zuidwaert tot Wynckeen toe, oostwaert tot aen 't nieuwe landt van Essche, zoals dit tevoren bij brief gegeven was aan wijlen onsen 1e secretaris en audiencier mr Gheryt Numan, vader van de voors. Jan, aan wie deze erfpacht (leen) aangekomen bij partage gemaakt tussen zyns vaders weduwe en de erfgenamen, en ook bij consent van Jans oudste broer mr Pieter Numan. Te houden tot een onversterfelijk leen, te verheergewaden met een stoop rynwijn Haechser mate (in margine: 2 stoopen Rynwijn naar inhoud van de erfpachtbrief). Voor Jan Numan doet hulde zijn oom en voogd Jan van Outhuesden. Volgt een verklaring van Pieter Numan, licentiaat in beide rechten, dat zijn broer Jan Numan in het voorn. leen zal succederen. Hij verzoekt zijn oom Jan van Outhuesden en Dirk van Boneem, leenmannen van Holland, om voor hem te zegelen. Tot meerder zekerheid plaatst Pieter zijn handteycken hieronder (1506-10-19)
present: Dirck van Boneem, Jorden van Raemsdonck, cleene Jan Bruyn
1496-07-26 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 55 (155 ?)
Jaartallenindex
Philips beleent [jonghe Boudyn Hert van Abbenbroek] na dode van zijn vader Boudyn Hert van Abbenbroec, als lenen van Putten, met: 1) ⅛ deel van Abbenbroec met allen goeden, rechten en heerlijkheden daertoe behorende, als wijlen heer Geryt van Abbenbrouck, ridder, ende jvr Catheryne Gherijt Jansz van Abbenbroucksdochter, desselfs heren Geryts moeder, oom en oudemoeder van de voors. jonghe Boudeyn van Abbenbrouck te houden plagen; 2) ⅛ deel van Abbenbroeck, dat heer Geryt van Abbenbroec in zijn leven verkreeg van Joost van der Hoeve, tot een onversterfelijk erfleen; 3) die ambachtsheerlijkheid van wijlen Boudyn Hert, zyn oudevaders landekin gehieten ts Gravenambacht en van allen aenwassen, slycken en rietbroucken, die daer buyten aen t landekyn tot eniger tijt aencomen ende aenwassen zullen moghen, streckende noordwest: die Hijde, noordoost: dat Staeldiep of Claes die Mans gat, zuid: dat Wintgat, zuidwest: die gront van der heerlijkheid van Roden, ende al tot in den diepe van den laechsten water toe, met allen ambacht, ambachtsgevolg, visserijen, vogelrijen, zwaendriften etc, ende van den drogen dyck ende Carevelse dyk, mitsgaders mede alle die thienden die vallen zullen op hetgeen nog bedyckt zal worden. Al tesamen gelegen in onsen lande van Portugael binnen onse heerlijkheid van Putten, bij wijlen heer Gerrit van Abbenbroek in zijn leven uit zijn eigen goeden opgedragen. Leen van Putten, tot een goed onversterfelijk erfleen
present: heer Philips van Spangen, ridder, mr Jacob van Almonde, mr Johan van Schoonhoven, Ingelram de Jonge, Dirc van Boneem
1507-02-05 (1506) |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 25v
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Marie, enige dochter van Phillips Ruychrock van de Werve, huisvrou van Willem Oom van Wingaerden, na dode van haar vader Philips Ruychrock van de Werve met: 1) ⅙ deel van alsulke gorssen, landen, slycken, geheten Grisoirde, dunenwairde, die Tonge, Hugenvliet, hellebremsgat ende Battenoirt, gelegen binnen desen mercken "als Hontsloo N.O. waert aff, dat Heydiep van Bomer zuidwaert af, dat Heydiep van Greveninge Z.W. waert aff. Wellenvliet, Herkingen, ende dit Riert (Vriert ?), N.W. waerts. Met ⅙ deel van der moerneringe en brand daartoe behorende; 2) ⅙ deel van den ambachte, ambachtsgevolg, tienden, molen, visserijen, vogelrijen, giften van kerken, boeten en forfeiten van de voors. gorsen en slyken. Leen van Voorne. Behoudens ons onze gelegen en penn uyt onsen rechte van moerneringe, boeten; 3) noch 24 R gld sjaers uit de visserije van Schagercogge. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een nieuw swaart of 10 schell groten daarvoor. Met conditie dat deze 24 R gld sjaars na dode van jvr Marie succederen zullen op Ghysbrecht van Brederode, haer tweeste zoon. Behoudens haar man Willem Oom van Wingaerden zijn lijftocht hieraan; 4) 4 morgen in het ambacht van Ryswijk geheten die Middelmade, oost: Jan Herpersz, zuid: Dirck Gerytsz van Beesde en Caterine Henrick Arentsz, west: dat clooster van Coningsvelt, noord: Jacob Muijs, Jan Paert en t capittel in den Hage. Tot een onversterfelijk erfleen. Voor haar doet haar man hulde
present: Joost van Brederode Jorysz, Bartholt van Assendelft, Lodewyk van Treslong Raessenz, Dirck van Boneem, Tielman van Dullekem, clene Jan Bruin
1534-07-26 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 110, 113
Jaartallenindex
(doorgehaald) mit conditien en voorwaerden hiernae beschreven soe transporteert Jan Oom van Wyngaerden Goodscalcxz zijn 1/12 deel van zijn heerlijkheid van Grisoerde in handen van Pieter van Halmale als man en voogd van jvr Christina van Wyngaerden, mynder huisvrouw, ende dat voor de som van 30£ Vls die Jan Oom van Wyngaerden synder suster jaerlicx schuldig is, ter losse den penning 16. Er blijkt dat heer Jan Jacobsz, priester ter Goude, reeds een rente heeft op Grisoorde van 7£ Vls per jaar, ter losse den penn. 16. Op den dagh van huyden compareerde alhier Jan Oom van Wyngaerden en bekende te buyten gegaen en gereniuchieert te hebben alle actie van lossinge die hem uyt desen contracte competeren mochte, ende verset totdat dit deur geslagen soudde zijn tot verseeckertheyt van Jan van Bont, die deselve ½ van ⅙ deel bij synen consente bij transporte van zijn zwager Pieter van Halmael gecoft heeft [zonder jaar]. Op 1534-07-26 beleent Karel jvr Christina van Wyngaerden, huisvrouw van Pieter van Halmale, suster van Jan Oom van Wyngaerden, na opdracht door laatstgenoemde, met 1/12 deel van Grisoerde: 1) ½ van ⅙ deel van de gorssen en slycken geheten Grysoerde, Duvenwaerde, de Tonge, Hugenvliet, Helle Bremsgat, en Battenoord, gelegen tussen noordoost: Hontsloo, noordwest: Watervliet, Herckingen en de Riere, zuid: dat diep van Greveningen. Met ⅙ deel van de moerneringe en brand daertoe behorend; 2) ½ van ⅙ deel van het ambacht, ambochtsgevolg, tienden, molen, visserij, vogelrij, ghiften van kerken, boeten, foerfeyten. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Belast met erfpacht. Haar man Pieter van Halmel doet de eed
Zeger van Alveringen heer van Hofwegen, Cornelis Barthouts, Cornelis van Wyngaerden, leenmannen
1534-12-12 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 124v
Jaartallenindex
Karel beleent Willem Heerman na dode en maeckinge van zijn vader Jacob Heerman Gysbrechtsz, met deze lenen van Voorne: 1) ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid c.a. van Roxnisse, te weten van aldaer te mogen setten schout, schepenen, dycgrave, heemraden, de gifte van der kercken, costerie, benefitien en andere geestelijke provenen, maelrie, visserij, veeren, bedyct en onbedyct, gelegen in onsen lande van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen; 2) ¼ van corentienden en smaltienden in het landeken van Roxnisse, bedyct of onbedyct. Onversterfelijk erfleen. Behoudens de heerlijkheid Voorne de erfpacht van 378£ van 40 gr Vls op geheel Rouxnisse ende den Rugenhill. Ende dit al nae t inhouden van den eersten brieven daermede het landeken uytgegeven is uyten soute in t versche te bedycken tot een corenlande, mits conditie soe wanneer dit leen verandert hetsy bij besterfte, coop of anders, so sal dit ¼ deel met een gelyk ¼ deel hier voormaals verlydt Heyndrick Butkin maar één leen wesen ende voor sulcx versocht worde; 3) ⅙ deel van de ambachtsheerlijkheid en ambachtsgevolg, gorssen, slycken, aenwassen, mitsgaders mede de tienden van Pancrasgors, liggende ende bedyckt oostwaert aen t landeken genoemt Nieuwe Natairs, gelegen in onsen lande van Voorne. Tot een onversterfelijk erfleen; 4) een hofstede c.a. gelegen te Zwarte Wale achter de kercke. Tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven; 5) een Middeldyck gelegen in Zwarte Wale, streckende van den Hoofdyck tot aen den Middeldyck bij der Welle, tot een recht erfleen; 6) 9 gemeten vry lants gelegen in den Nyeuwen Hoerne op Hallincxlant, daerof de 5 gemeten liggen in t Horstland, dat wij met onsen vrijen lande belegen hebben, ende Hadde Bouwenz mit syner cavelinge aan de zuidzijde, ende de 4 gemeten gelegen in Volgerlant op Hallincxlant van der oostzyde, ende opten houck van den wegen. Tot een recht erfleen
Jan Cornelisz van Kerckwerve, onse rentmeester van onsen lande van Voorne, Jan Jacobsz van Vuytrecht, onse baljuw van Delfland, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen