Claes Bartholomeusz | 1304~

R.G.P. Grote Serie 171 Rek Dom Putten dl II p 266

Voornamenindex

leen van Putten in Zeeland, Bridorp: Willem Bertelmeusz en zijn broer 5 ghemete; Claes Bertelmeusz 2 ½ gemet sonderlinge; Clays Jansz 12 ½ gemeten land; Bloc Claesz 2 ½ gemet, zijn broer Claes 2 ½ gemet

1511-08-02 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 244/2 sub D

Jaartallenindex

certificaat waarbij Bouden van Nispen om sonderlinge zaken mij daartoe porrende, aan Simon Henricsz toestaat in zijn plaats het ambacht te Zoelekerke [= Soetelinskerke] en Wissekerke te lossen (vgl 1512-1517)

1481-01-28 (1480) |

R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 207/Leenregister Egmond A

Jaartallenindex

Johan jonge heer tot Egmond geeft tot eenen vrijen eijgen goede mr Aerjaen Pietersz van Venijn, 8 mergen lands gelegen in den ambachte van Boekelsdyck, om sonderlinge saaken ons daertoe uijt gonsten bewegende

1401-08-31 |

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 746/Liber V fol 430v

Jaartallenindex

hertog Albrecht geeft om bede wille van sonderlinge vrienden aan Gheryt Mont de costerie in den lande van Voirne, zijn leven lang. Ende ombieden en bevelen allen onsen goeden luden binnen der parochie van Nuwelande geseten, dat sij Gheryt Mont die voirs. costerie laten rusteliken aenvaren ende bewaren als daertoe behoort

1335-09-28 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 87v/L.R. 11 fol 31

Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt: dat wij ghegheven hebben die van Wieringherlandt roede ende mate hore landt ende horen dijck te meten ende die te scoelen op hoer landt, ende dien dyck erffelycke te blijven op t landt daer hij op ghescoelt wert, het en ware joffer eneghe prochije sonderlinge verarmde van vloede joff van anderen onghevalle dat dat stonde an ons te verbeteren

Hey | 1438-03-08

R.A.H. Coll Aanw 97 fol 116v, dezelfde brief op fol 49v

Achternamenindex

Margaretha van Bourgondië oorkondt dat Steven van der Zevender van de hofstad van Haestrecht in leen hield 8 morgen land gelegen op het einde van Beyershem, die hij echter niet verzocht doch als vrij eigen goed verkocht aan Jacob van de Goude, waardoor het leen verbeurd was "soe hebben wij overmits dienst wille die Gherijt Heij onser liever dochter zal ged. voirtijds gedaen heeft, ende oick om bede wille van sonderlinge vrienden Gheryt Heije met deze 8 morgen beleend tot een erfleen"

1488-03-21 (1487) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 129 regest 302/St Bavo Haarlem

Haarlem Algemeen

leenmannen van Holland oorkonden dat Claes Jansz en zijn vrouw Fye Huygendochter om sonderlinge zaecken ende redenen him beyde daertoe porrende gemaict, gegeven en besproken hebben, maken, geven en bespreken mit desen brieve in enen rechte testament ende uyterste begeren, de parochiekerk van Sint Baef binnen deser stede, totter timmeringe behoef, een madt lants in een stuk land geheten "die Scarpven" gelegen in de ban van der Nuwerkerk, belend oost: Willem Pouwelsz kinderen, zuid: Willem Pouwelsz kinderen, west: die Groenedijk, noord: die Lange wech, omme hetselve na haer beyder doot te aenvaerden

Jan van Schoten (zegel: herald. rechts een klimmende leeuw, links een kruis) en Willem van Adrichem (een kllimmende leeuw met een dwarsbalk eroverheen), leenmannen

1488-01

folio 119 CVIII 1486-1489

Transportregister Haarlem

Egbert Willemsz geeft om sonderlinge gebreken wille zynre moeder Geertruid Willem Ysbranrtsz weduwe, een tuijne mitten gewasse gelegen tegen de nyeuwe ramen ende an der stede vest, an d'een zide: Pieter Coster, an d'ander: Dirc Troest en Claes de Haen, after streckende an Symon Meeusz

1493-07

folio 58 XLII 1492-1495

Transportregister Haarlem

Florys van Adrichem geeft Kerstyn Willemsdochter zijn joncwijf om sonderlinge dienst die zij hem en zyn dochter Guert gedaen heeft een huys en erve staende nevens der stede muer over, an d'een zide: Dirc Arijsz, an d'ander: Bertolmeus Jansz, afterwaerts streckende an Dirc van Paenderen

1576-07-24 |

R.A.H. Coll Aanw no 528 fol 77v/Leenregister Abdij Egmond fol 32

Jaartallenindex

Godfried van Mierlo oorkondt dat hij jhr Artus van Brederode als voogd van Reynout, oudste zoon van Lancelot van Brederode, beleend heeft met de leengoederen van zijn vader, nl een stuck landts gelegen in den ban van binnen de Myedycke van Venhuijsen, geheten Symen Abbenhorn, houdende ± 12 mergen lants in den dijck ende in den schot, belend zuid: die Meijdijck voors, noord: die kercke van Venhuijsen, oost en west: mr Hugo van Assendelft, niettegenstaande dit leen reeds bij het leven van Lancelot aan de abdij vervallen was, uyt sonderlinge gratie wordt hij weer beleend