2 resultaten
Does, van der | 1351-12-30
R.A.H. Coll Aanw 42 fol 3v/EL 43 fol 2v
Achternamenindex
"Huge Costijnsz heeft ontfaen van minen heer sijn wooninge mitten lande leggende in t ambocht van Leyderdorpe, streckende uten Rijn tot Amercamp toe. Belend op die noordzijde: Hugen land van der Brugge, zuidzijde: jvr Machtilde land van der Does, binnen aftersusterkint niet te versterven. En woude hi deese wooninge en land t eijgen hebben, so soudet him mijn haer ten eygen geven, mar dar soude hi of sine nacomelingen weder voren opdragen 3 morgen lands ofte meer binnen den ambacht van Leyderdorp ende dit goed plach hi te houden van heren Jan van Polanen"
1e zijtak
1457-1458 (1) |
G.A. Haarlem Inv I 207 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening 1457-05-02 - 1458-05-02, van Jan van Bekesteyn, Pieter Jordensz, Jan van Adrichem, Jan v.d. Meer Gherytsz als thesauriers: (fol 1) van Symon van Schoten c.s van de wynexcijs ½ jaar 450 £; (fol 1v) Jan Claesz Raet de Hamburgerbierexcys ½ jaar 180 £, Jacob van Neck de wynexcys van ½ jaar 838£, Geryt Visscher de Hamburgerbierexcijs ½ jaar 234£, Gheryt Jan Dirck Tymansz.z die wijnexcys ½ jaar 216£, Jan Claesz Raet de Hamburgerbierexcys ½ jaar 62£; (fol 2) ontfaen van overschot van den hoppenbierexcys: van Willem Jacobsz midsomer en Gillis Gherytsz c.s. van de hoppenbierexcijs, betalen alsnog 25£ 18sc 8d, Florys van Adrichem c.s van idem 594£ 4sc en 462£ 2sc; (fol 2v) Florys van Adrichem c.s. van dat brouwersgeld, 471£ 10sc, Willem van Noertich c.s. van dat brouwergelt 1 jaar 489£ 6sc; (fol 3) Willem Jacobsz Midsomer pacht de waag 1 jaar 3£ 18sc Holl, Lubbrant Symon Judenz die craen 21£, Cornelis Willemsz die hantschoemaker de reep en ellenmaat 25£; (fol 3v) Jan Claes Symonsz.z de visserij van Sparendam ½ jaar 485£, Willem Jacopz Midsomer de visserij van idem 1 jaar 498£ 6sc; (fol 4v) Gheryt kaersemaker c.s. van rantsoengelt van 11 groten op die brout van elc broute biers 24£, ontfaen van Baernt Vechtersz van die craen (rantzoengeld) 1£ 4sc; (fol 5) van Gheryt Jansz en Allyn Claesz van ½ pontgeld 50£ 8sc; (fol 6) ontfaen van Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Kennemerland en Vriesland en schout van Haerlem etc; (fol 14v) reisden in den Hage: Pieter Jordensz, tresorier, Pieter Jansz, scepen, Pelgrim Gerbrandsz en Willem Paedze; op 20 Juni Willem Paedze naar den Hage met 3 schouten knechten om den Raet te kennen te geven dat Willem van Arikom die stede niet ruymen en woude, seggende al soudet gelden lijf ende lit. Mandament verzocht; cort daerna reisden weder ter Goude Allyn Claesz, Florys Hoen ende schelu Aerntgen om te ondertasten dat men een deugdelijke ordonnantie van die sluis en duervaert mochte maken