2 resultaten
1389-06-08 |
R.A.H. Coll Aanw 51 fol 59v, 114v/Reg B Bloys Cas D fol 48
Jaartallenindex
mr Jan die bastaard van Bloys. Guy oorkondt dat wijlen zijn broer grave van Bloys in zijn testament besproken heeft bij onsen consent aan zijn zoon mr Janne den bastaert, die hi hadde bij Lysbeth ver Aechtendochter, 300 Vrancr Vranken. Om hieraan te voldoen bewijst Guys deze 300 Vrancken nu op alrehande goed en tienden in Poortvliet aan alsulken stucken en pachten als hierna beschreven staen: 1) die molen an het dorp van Poortvliet, 2) alrehande hoecken van tienden in Poortvliet: Gawensdyck, van Capersvliet oestwaert, van Capersvliet westwaarts, Jan Cobbenhoeck, Lauwe Copieren hoeck, Achtersnabbe, voor t Snabbe, Janspolre van Steeland, die westzijde van Stompaertsdike, die oostzijde van Stompaertsdike, t Spaert op Sassengraft, beyde Jedden koet (hoeck ?), voor t dorp, Meeus groten hoeck, Hanne Gelmouds hoeck. Item t spaert achter t warff, die polre bij gouden roecke, zoete Ravenshoeck, t Steteger, Huge Vocken hoeck, Liesoogenhoeck, die zuidzijde van Jan Henricsz hoeck, die noordzijde van Jan Henricsz hoeck, t Goeshoeck, Danckert Wittenhoeck, dat zuyteynde voor nieuwe, t noordende voor t nieuwe, Reygershoeck, Aernt Huygens hoeck. Als hij een wettig huwelijk doet, zullen deze goederen komen op zijn kinderen. Blijft hij geestelicke, dan comt dat goed na zijn dood weer op Guy. Guy blijft betalen aan de grafelijkheid van Zeeland voor dit goed van Poortvlies 12£ 16scell 3 duiten en 3 groten. Dezelfde akte fol 114v: 200 Vrancr. schilden per jaar op goed en tienden in Poortvliet. Guy blijft de 12£ 17st en 4 d. groten betalen aan de grafelijkheid van Zeeland
onse getrouwe mannen: heer Gysbrecht van Langeren, ridder, Dirck van der Goude, Jacob van Oesterwyck, knape
1505-01-01 (1504) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 77v
Jaartallenindex
Philips beleent onse lieve en geminde nichte, vrouwe Ysabeel van Culenborch, vrouwe van Ville, na dode van haar vader jonker Jasper heer tot Culenborch, met: 1) dat land van St Martinsdyck met allen heerlijkheid ende schoenisse binnensdyks en buitendyks, tot een onversterfelijk erfleen, 2) sulk ambacht als gelegen is in der prochie van Scarpenisse en wijlen heer Vranck van Borssele in zijn leven aanbestierf bij dode van zijn vader heer Floris van Borsselen, uitgenomen alsulk ambocht in Scerpenisse als heer Floris van Borsselen aan zijn vrouw Oede van Bergen in zijn leven overgaf, die welke bij dode van heer Vranck van Borsselen aan de grafelijkheid van Holland gekomen zijn, te houden tot een onversterfelijk erfleen, 3) dat huys van St Martinsdyk ende van den dorpkin daeraen liggende, alle dat eigen erve met boomgaerden, huysen, erfnisse en graften, begrepen binnen der uyterster cingele, streckende tot in den borden, tot een erfleen, 4) sulken ambacht daer t huys van St Martinsdyk mitten dorpe in gelegen is, tot omtrent 16 gemeten toe, tot een erfleen, 5) sulcke tienden als heer Vranck van Borsselen aenquamen in syn leven bij dode van zijn moeder vrouwe Oede van Bergen, vrouwe van St Martynsdyk, ende heer Bruijsten van Herwynen toe te behoren plagen, gelegen in Malland en in al t ambacht van Poortvliet, groot 18 gemeten, groot in den houcken hierna volgende. Als eerst an t lant van Archot, Berenhouck, Samenhouck, die noorder tegelrye, die zuyder tegelrye, t Spaert ende helen land in den Zouten polre bij Scarpenisse, tot een recht erfleen. De heer van Ville doet de leeneed voor zijn vrouw vrouwe Isabeau
present: heer Philips bastaard van Bourgondië, amiral, die heer van der Veere, mr Jacob Engelram, Andries van Ergen, Jan Pels