Bedoelde u soms?
sargen | scaren | spaan | spaarne | spaen | spaern | spaerne | spangen | sparne | sparren | spauwen | sperne | sporen | staten

14 resultaten

Foreest, van | 1394-11-11

Inv Arch Haarlem p 179
Achternamenindex

Dirc Copoedenz geeft aan Dirc van Foreest in erfhuur een half huis en erf gelegen aan het Sparen in Haarlem

Haarlem

1593 | Leiden

Arch Stadsheerlijkheid en Vroonwateren van Leiden p 108/Vroonregister dl C fol 14, 19
Jaartallenindex

verklaring van Jan Miesz, wonende aan den mond van de Sparen dat men noemt sGravensloot, over het vischrecht van de stad Leiden in het Haarlemmermeer, het Aftermeer en het Hellemeer. Verklaring als voren van getuigen te: Nieuwerkerk, Heemstede, van Jacob Dirck Willemsz te Schrevelsrecht

1562-06-25 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 20 p 414/Arch St Ceciliaklooster te Haarlem
Jaartallenindex

Govert van Moschesel, schout in de ban van Heemstede, oorkondt dat Matthijs Willemsz erkent schuldig te zijn aan het St Ceciliaklooster te Haarlem, een jaarlijkse losrente van 12 Kar gld, waarvoor verbonden worden een stuk weiland, groot 3 ½ morgen onder Heemstede, belend o.a. noord: het oude Sparen, en nog een stuk land genaamd de Vlonder, mede gelegen in den banne voorn, groot 5 hond, belend o.a. noordwest: de wildernis

1478-11-07 |

R.A.H. no 60 fol 47/Privilegia Karoli, ingestoken papier tussen fol 18 en 19
Jaartallenindex

Max. en Marie oorkonden dat Willem van Bushuijsen Willemsz, poirter binnen onser stede van Leyden, onsen stedehouder ende Rade van Hollandt te kennen gegeven heeft dat hij gaerne wonen soude te lande waert buijten onser stede voors. om te sparen sijn goet, mits dat hij geen ambocht noch neringe en can synen cost mede te winnen binnen onser voirs. stede, ende sijn renten cleijn sijn op te leven ende noch tans poirter te blyven ende poortrecht te houden binnen derselver onser stede, biddende oitmoedelic dat wij hem dat consenteren willen. De hertog consenteert hierin

1564-03-13 (1563) |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 56
Haarlem Algemeen

Cornelis Thomasz verkoopt aan Margarite van Hooghendorp, weduwe van Hans Corderman [!], een huis en erf op t Sparen, aen d'een zide: Pieter Vlasman, schipper, an d'ander: die Burchgravinnestege, achter streckende aen de schure van Cornelis Thomasz, eertyts gehoort hebbende aen t voors. erve. Koopsom 510 Kar gld. Cornelis van Hoghesteyn, Margariete van Hogendorps swaegher, zal haar voogd zijn

1522-05-13 | Schalkwijk

Bissch Arch Haarlem 7 kl A no 62, 8 kl A no 35/Cartul St Michielsklooster Haarlem fol 20
Haarlem Algemeen

ick Willem Matheusz, schout van Rijck ende Nuwerkercke, oorkondt dat Symon Claesz Soutman erkende verkocht te hebben dat convent van St Michiels zusteren binnen Haarlem ⅓ deel van 2 mad lants, daer die ander ⅔ deel dat voorn. convent selver den eygendom of toebehoert, leggende in den ban van Scalckwijck, belend noord: Dirck Claesz, zuid: Geryt Claes Florysz op die Burchwal, streckende van die Scalckwijkerwech an dat Sparen

Willem Matheusz, schout (zegel: een sleutel, geplaatst als rechter schuinbalk), Aerent Gysbrechtsz, Jan Claesz, schepenen

1406-11-30 |

G.A. Haarlem N 184 no 88/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen

Jan Gherytsz, scout tot Heemsteden, oorkondt dat Diewaer Screvelswedu met haar momber Symon Egghelijn kwijtschold aan Jacob Ysbrantsz de helft van 6 maden lands, gelegen in den ban van Heemstede in Rosenprieel in ghemeynre voere mit Claes Snier ende sinen zoon Jan, belent zuid: Lysbet Lyclaes ende Jacob van Hilsenbruijck, west: der canonissen lant utten Haghe, noord: Coptgen die Wever sijns wijfs erfnamen ende Jacop Huijghe Roeperszoon, oestwaert streckende langs dat Sparen. Ende mitter bruijckwaer van eender laen, streckende van dese voernoemde lande an der stede graft

1485-04

folio 5v IV 1484-1486
Transportregister Haarlem

Machtelt Henricsdochter Jan Aerntsz weduwe met haar zoon Henric Jansz als voogd maakt in rechten testamente Jan Zijbrantsz, daer moeder of was Alijt Jansdochter, doen sij leefde derselver Machtelts dochter, ¼ deel van het huis en erf mitten broutou, dat Machteld nu ter tijt woenlic bezit, op Bakenesse, an d'een zyde: Dirc Huijgez, an d'ander zyde: Gysbrecht Aerntsz, streckende voir van der Sparen after an de Clercx stege

1437-06-10 |

G.A. Haarlem N 184 fol 94a/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen

Claes van Assendelft oorkondt dat hij verkocht heeft aan de ziekenmeesters binnen de vrijheid van Haerlem ½ van een stucke lants gheleghen in den prochi voirsz, buijten St Janspoert, ghemeen met coman Dierick, ende belent heeft met erve, noord: Katrijn van Berkenroed, zuid: die ziecken, streckende van der Sparen westwaerts an die Gheest. Ende omme die meerre zekerheyt zoe heb ick gheloeft den zieckenmeesters voers. eenen scoutenbrief van Akendam te gheven ende mede met mijnen zegel bezegelt. In kennisse der waerheyt, soe heb ick desen brief bezeghelt met mynen zegel int jair ons Heren 1437, des Manendaags voer St Odulfsdach

1566-06-08 | Heemstede

Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A 62/Cartul St Michielsklooster Haarlem
Jaartallenindex

Godevaert van Moschezel, schout van Heemstede, oorkondt dat mr Cornelis van Alckmade, pensionarius der stede van Haerlem, als executeur van den testamente van wijlen synen oem heer Dirrick Corstensz, heeft getransporteerd den convente van St Michiel binnen Haerlem: 1) een stuck lants groot 6 maden, belend oost: het Sparen, zuid: Cornelis Claesz, west: Cornelis Nannincksz, noord: Louris Bitter, 2) een perceel lants genaemt het cleyne giertien, groot 7 hont, belend oost: Cornelis Nannincsz, zuid: de voorgaende 6 maden, west: Pauwels Ruijchaver, noord: Jacob Grammeije, 3) ½ van 2 morgen lant gelegen an Pylslaen, belend noord: die Pylslaen, oost: Engeltien Symonsdochter, zuid: Willem Jansz, west: het vrouwengilde binnen Haerlem, 4) een huis met 13 hont lant, belend oost: Beatrijslaen, zuid: Jan Dirricsz Vouck en Gerrit Dircksz backer, west: die Molenwech, noord: die wech na de Barnadyten toe, alles gelegen in de ban van Heemstede. Mr Willem Cornelisz, pater, en Grietgen Bartholomeusdochter, procuratrix van den voors. convente, erkennen die oude bryven van den voerg. landen in den sterfhuys gevonden, ontvangen te hebben (vgl 1539-08-26, 1551-09-10)

schepenen: Floris Lourisz en Simon Jansz