2 resultaten

1485-11-17 |

Cartul St Jan Haarlem no 751, 752
Haarlem Algemeen

scepene in Hairlem oorkonden dat Wouter Jansz opgaf ten vrijen eigen aan Jan Pietersz een huis en erf gelegen tusschen de Cruijspoert ende St Janspoirt, daer naest lenden of zijn Garbrant Carreman an de een zijde, Dirck Voeghe an d'ander zijde, afterwaerts streckende an St Jans muer. Vrijwaring met 19sc 6 penn sjaers die daarop te hure staan. Jan Pietersz erkende schuldig te zijn aan Wouter Jansz 15 R gld, als onderpand heeft hij gesteld een huys en erf dat hij dair tevoeren tegen him onder een scepenenbrief van Harlem gecoft heeft, gelegen tusschen de Cruyspoert ende St Janspoert, en al zijn roerende en onroerende goederen (vgl 1486-12-18)

Gheryt Jan Huysersz en Dirck Spicker, schepenen

Albert Heinricsz | 1436-09-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 271v, 290, 175
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Albert Heinricsz draagt over met consent van zijn oudste zoon Henrick: 1) een stuk land met zijn huis en hofstede, gelegen in het gerichte van Zoes, belend noord: de jonker van Gaesbeeck, zuid: Wouter Mattenz erfgenamen, 2) een stuk land geheten "die Haverweert" (Hazeweert), zuid: Jan Claesz, noord: Wouter Mattenz erfgenamen, 3) stuk land geheten "after op Zoesenge", noord: jhr van Gaesbeeck, zuid: Alert Zuermont, 4) stuk land idem, noord: Pieter Gouts erfgenamen, zuid: Alert Zuermont, 5) stuk hoijlant geheten "die Spicker", noord: Rutger Jacobsz erfgenamen, zuid: Dirck Noeteboom, 6) 2 campen land gelegen in het gericht van Zoes voor Hagenouwen, noord: Aernt Aerntsz, zuid: Geryt Jacobsz erfgenamen; vervolgens wordt dit goed verleend aan Reyner Albert Heynricsz, behalve de lijftocht voor zijn vader Albert; eodem die maakt Reyner Aelbertsz aan zijn broer Jacob Aelbertsz een rente van 10 Arnoldus Arnh gld per jaar tot lijftocht uit dit goed, voor zijn leven; 1454-07-10: verleend aan Jan Jacob Govertsz tbv zijn dochter Mechtelt, vrouw van Reyer Aelbertsz (fol 290); 1498: Jan Aelbertsz heeft ontvangen bij transport van zijn vader Albert Reynersz 4 morgen geheten "die Blaecke" "en zoude leengoet zijn ut in libro Wilh de nova ecclesia fol 175"; 1500: koermede daerof is gevrijt

tijnsgenoten: Jan Trinde, Jan Lambertsz; 1454: Jacop Lumanz, Meus Poijt