10 resultaten
Muijl | 1512
Hofboeken 's Gravenhage fol 292
Achternamenindex
dye huyssinghe ende erven an de o.z. van de Spoije: Everaert Muijl, 2d en Everaert Muijl, 2d
1487-03-06 |
Inv Arch H. Geest te s Hage dl II regest 496
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Claes Pietersz verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 20 schell Holl sjaars op zijn huis en erf op die Spoije aan de westzijde van de vaart, zuid: Symon Jansz, west: Berber, die brouster, noord: Boudyn die backer. In magine: habet anno 1557 Pieter Zijeren, wyelmaicker, anno 1586 Jan Vrericsz scipper, anno 1622 Jan Jacobsz, viervoerder
1469-12-24 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I Inv 727, dl II regest 452
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Willem Pietersz erkent schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 6 £ Holl sjaars op zijn huis en erf waarin hij nu woont, op die Spoije an die westzyde van die vaart, met de ververij, en met de bijbehorende tuin en erf doorlopend tot de Volresgraft. Huis en erf belend zuid, vooraan: Bartholomeus Willem Backerszoon tot aan de verwerij, achteraan: de Volrysgraft, west: de gemene buren op de gracht achter Lysbeth Vrancken Jacobsz weduwe, noord: Willem Pietersz met het huis en erf geheten "die Olymolen en orsmolen", oost, vooraan: de heerstraat, achteraan: de gemene buren opte Spoije, tussen de Volresgraft en genoemd huis en erf. Oorspr Inv no 727, in dorso: Willem Pieterssoen weduwe, habet Claes Claesz, brouwer, anno 1515, up Jacob Zymonsz en Martyn Adriaensz upte Spoey an die westzyde 6£. Copie, in margine: habet anno 1557: Quiryn Dirick Jansz weduwe en Adriaen Damen. Habet anno 1586: Willem Cornelisz den jonge, bier, anno 1616: Jacob Willemsz, boer
1515-11-03 |
Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl I no 733 dl II regest 553
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat mr Dirick Woutersz, barbier, verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Haghe een jaarlijkse erfelijke losrente van 20 schell Holl, op zijn huis en erf waarin hij nu woont aan de westzijde van die Spoije. Losbaar de penning 16, zuid: JAacob Michielsz, west: Cornelis die cuyper, noord en oost: de heerstraat. Oorspr. Inv 733 in dorso: up Dirck Piettersz huys op te hoeck daer men Achteromme gaet op t Spoeij, 20 schell
Huych Airtsz en Cornelis Jansz van Montfoort, schepenen
1516-08-13 |
Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl II regest 556
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat zij toegepacht hebben aan de H. Geest in den Haghe een rente van 21 schell 6 penn. Holl sjaars, zoals de andere rente waarvan de schepenbrief spreekt waaruit deze rente als achterstallig gepacht is; terwijl zij deze rente verzekerden op het huis van Zymon Wermbrechtsz, dat vroeger aan Cornelis Deijm toebehoorde, aan de westzijde van de Spoije. In margine: habet anno 1557 Pieter [Rommersz] voornoemt. Deze rente is gelost bij Pieter Rommersz in handen van H. Geestmeesters op 1569-11-19 (vgl 1360-07-14)
1480-02-27 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl I no 566 dl II regest 482
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat Jacob Potter, glaessemaker, verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Haghe een rente van 20 schell Holl sjaars op zijn 2 kameren en erf 't Afteromme, dar men ter Spoije wairts gaet, belend oost: die kerk in den Haghe, zuid: Jan van Dorp en Phillips Ariaensz, west: Aernt Ruusschen, noord: de Heerstraet. Oorspr Inv no 566, in dorso: Cornelis Aertss ende Jacob Meess huijsen, Afteromme, 20sch. Copie, in margine: habet anno 1557 Heijnrick die Waicker ende Cornelis Verburch. Habet anno 1586 Jan Jansz mandemaicker
1571-08-25 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 750/dl I Oorspr Inv no 738
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Maritgen Damendochter, weduwe Joris Pietersz Wyelmaker, met Willem Cornelisz als haar gecoren voogd, verklaarde verkocht te hebben aan de H. Geestmeesters in den Hage een jaarlijkse losrente van 6 £, losbaar met den penning 16, op haar huis en erf op de Spoye, belend zuid: de weduwe Cornelis Jansz, brandmeester, noord en west: mr Jacob Vernuft, oost: de Spoye met de vaart. Borg: Willem Cornelisz, byervoerder, onder verband van zijn huis en erf op de Spoye, noord: Neeltgen Smits, oost: de Spoije met de vaart, west: de weide van Pieter van Opmeer te Delft, zuid: Aernt Aerntsz
Peter de Vries en Joseph van Hove, schepenen
1500-08-19 |
Inv Arch H. Geest 's Gravenhage dl II regest 523
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat zij toegepacht hebben aan de H. Geest in den Haghe een jaarlijkse rente van 31 schell Holl, te betalen op Voorscoter marct, zoals de andere rente, waarvan de schepenbrief spreekt, waaruit deze rente als achterstallig gepacht is; terwijl zij deze rente verzekerden op het huis en erf van Lysbeth Gerrit Doeden weduwe aan de westzyde van de Spoije, volgens genoemde brief belend zuid: Pieter Robbrechtsz, noord: Pieter Claesz. In margine: habet anno 1557 Cornelis brantmeester voorn. Dese pachtbrief beloepende 31 schell Holl sjaers die es gelost ende gecasseert bij de voorn. Cornelis (vgl 1493-05-22 regest no 506)
1500-08-19 |
Inv Arch H. Geest 's Gravenhage dl I Inv no 732 dl II regest 522
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat zij toegepacht hebben aan de H. Geest in den Haghe een jaarlijkse rente van 7 schell 6 penn Holl, te betalen op St Jansmisse Midsomer, waarvan de schepenbrief spreekt waaruit deze rente als achterstallig gepacht is; terwijl zij deze rente verzekerden op het huis en erf van Katryn Pouwelsdochter op de Spoije op de hoeck van de Spoeyestraat, belend west en noord: Katryn Pouwelsdochter, zuid en oost: de heerstraat. In dorso (oorspr Inv): habet Katrijn Vustelwijf up Claes van Eyndens huijs up te hoeck van de Spoeystraat upte Spoeij 7sc 6den. Copie in margine: habet anno 1557 Cornelis brantmeester voorn. Dese pachtbrieff beloepende 31 schell Holl sjaars die es gelost ende gecasseert bij de voorn. Cornelis (vgl 1494-11-05)
1514-08-14 |
A.R.A. 488 afd 2 no 88/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
de grave van Egmondt heer tot Baer, gouverneur van Holland, Zeeland en Vriesland, Symon Longijn, raidt en rekenmeester van Brabandt, ende mr Philips Hanneton, 1e secretaris ende andienaer ons genad. Heren als actie van zyne genaden hebbende, impetranten ter eenre zijde, contra Heer Aerndt van Dorp, priester, Adriaen van Dorp en Cornelis van Overstege mit andere hoire litis consorten, erfgenaemen ende successeurs van wijlen Cornelis van Almonde, verweerers. Die impetranten contenderende ter fijne dat bij sententie van desen Hove hen als actie hebbende van onsen gen. H, toegewyst zoude zijn die gorssen, slijcken ende aenwassen geheten Groet ende Cleyn Puttermoer, gheleghen buyten den bedycten lande van Putten, tusschen die wateren geheten die Dromme ende die Spoye in die brete, ende den ouden dyckstael van groet en cleyn Puttermoer ende twater geheten die Spoyecreeck aldaer die Dromme loopt in die Spoije in die lengte. Verweerders eischen dat het Hof verklaart dat genoemde landen geheten die Ommeloep van groot en klein Puttermoer ende der Monickenlant gelyck die beseten hebben geweest by den heere van Gaesbeeck hun toebehoren. Het Hof verklaart eischers niet-ontvankelijk, en beslist dat genoemde landen aan verweerders toebehooren