10 resultaten
1568-01-10 |
Arch Oude Hof Alkmaar no 67
Jaartallenindex
op huyden 10 januari 1568 stilo communi soe syn vergadert geweest de ingelanden van t landt van den Oicken gelegen voorbij Huyswaert, by name de pater v.h. oude bagynhof te Alcmaer, Willem van Sonnevelt, die kinderen van Frans Claesz van Hoorn, Mathys Reyersz, Jan Cornelis en Aelbert Cornelisz bomes (?), gebroeders, al te samen ingelanden van de voors. polder, welke polder gelegen is in de ban van Bergen, en hebben eendrachtelick geaccordeert in het malen van de moelen staend op dezelve polder en andere oncosten die op die selve polder zouden mogen vallen, in manier als hier na volgt
ondertekend: Cornelis Pietersz, pater v.h. Oude Hof, Mathys Reyersz voor mij zelve en oeck uyten name van het sterfhuys van joffrou van Sonnevelt, Albert Cornelisz, met het merck van Jan Nannisz
1570-02-28 (1569) |
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 68v
Haarlem Algemeen
Aeff Jansdochter, wonende te Egmondt op te Zee, met Steffen Diricsz Soutman, haar gecoren voogd in deze, verkoopt aan Dieuwer Jan Broerszdochter weduwe Maerten Jansz, scipper, een camer met erve in de Breede Camp, jegens over OLVr cappelle in den Camp, beiden mette voors. camer op één muur staend, an d'een zide: Obrecht Franssendochter, an d'ander zide: Sybrant Fransz scipper, achter streckende aen Evrou Willem Tesselaers weduwe. Koopsom 70 Kar gld. Voogd van Dieuwer is Sebastiaen Jacobsz graeffmaker
1485-07
folio 34 XXXIV 1484-1486
Transportregister Haarlem
Aecht Baernt Jansz weduwe met haar zwager Claes Outgersz als voogd verkoopt aan Dirc Gerijtsz een camer mitten erve staend in de Scoelstege, an d'een zide: Willem Dircsz, an d'ander zide: Aernt de hoedemaker, achterwaerts streckende an Pieter Thomasz en Andries Thomasz
1469-05-07 |
R.A.H. 104 fol 7v Afd Kennemerland (fol 3)
Haarlem Algemeen
hertog Karel oorkondt dat hij aan Aichte Florysdochter van der Beets met haar man en voogd Broeder Pieterszoon in eigendom heeft gegeven een stucke lants gelegen tot Schermer in onsen lande van Westvrieslandt leggende tegens den ouden molenwerf over, dat veel van het water te lijden heeft en niet meer opbrengt dan 24 stuivers, blijkens een certificatie van den schout van Schermer, bezegeld met zijn zegel, die zij van hem in leen hield. Zij dragen hiervoor wederom op een huis en erf binnen Haerlem in die aftercroft tussen Machtelt Gerbrant Airntssoons weedwy an die een sijde, Jacob Claeszoon die vogelcoper an die ander sijde, oistwairt streckende an Willem Dircksz die leydecker, staend jaerlix opten voors. huyse te huyre 7 schell 6 penn goets gelts. Zij ontvangt dit huis weer in leen, te verheergewaden met 5 schell of een snoek. Haar man Broeder Pietersz doet hulde en manschap (vgl 1469-05-09)
1628-03-21
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 6
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Maijcke Verschuijren, weduwe van Pieter Verschuijeren, onse buyrvrouwe en bleeckster in de ban van Aelbertsberge, geassisteerd met haar gekozen voogden Jasper Pouwelsz en Gilliaem van Langeaert, erkende schuldig te zijn aan de eerbare Barbel Vereecke, weduwe van mr Lieven de Keij, een losrente van 62 Kar gld per jaar, losbaar met 1000 Kar gld, onder verband van ¾ part in een blekerij liggende aan het eynde van de Cleverlaan, daer zij zelve in woont, met alle de opstal en huysinge daerop staend, met een weijdeke daerachter aen, en nog een stuk land, tesamen groot 3 morgen 590 roeden min enige voeten, west: de wildernis, oost: voornoemde Maijcke, noord: Anna Wouters en de Cleverlaan, zuid: de kinderen van Duijnen
Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Pietersz en Jan Aelbertsz, schepenen in Tetrode
1628-05-08
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 14v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Cornelisz en Jannetje Cornelis, geassisteerd met haar oom Willem Jansz, erkennen schuldig te zijn aan Jan Jansz Backer, houtcoper te Haerlem, een rente van 12 gld 10 st per jaar, losbaar met 250 gld, onder verband van het volgende huis en landen in de ban van Tetrode: 1) een croftgen lants, groot 2½ hont met het huis daerop staend, zuid en west: de Heerenwech, noord en oost: de kinderen van Matenes, 2) een stuckgen lants, groot 5 hont genaempt "Kindercrooftgen", oost: de Heerenwech, west: de wildernis, zuid: Hans van de Sompel, noord: die Catwyckercroft, 3) ⅓ part van een stuk land groot in het geheel 1½ morgen, west: Gilliaem Bossu, noord: Floris Jacobsz, oost: die Delft, zuid: Arijs Jacobsz c.s; afgelost 1631-05-09
Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symon Symonsz, schepenen in Tetrode
1487-09
folio 99 (losinliggend) XCI 1486-1489
Transportregister Haarlem
Griete Borwoutsdochter, mater van de Susteren van Akersloet after dat oude gasthuis, met Adam Gherytsz als voogd, erkent verkocht te hebben de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis, 7 kameren staend in die Slicsteghe after dat oude Gasthuis, ende hebben belent an d'een side: Simen Pietersz van Loe, an d'ander: Gheryt Philipsz en Jan Jansz, afterwaerts streckende an Jan Huyghenz, Frans Heynricsz en Symen van Loe voors. Met alle pacht die daerop staet (voor scepenen Jan Vermeer en Simen Arijsz)
1486-03
folio 77 LXXVIII 1484-1486
Transportregister Haarlem
Willem Symonsz voor ½, Pieter Wisse voor hem zelf en als voogd van zijn broeders mr Steffen Pietersz en Jan Pietersz, zijn zusters Angnies Pietersdochter en Aecht Pietersdochter, en Willem Engbrechtsz als man en voogd van Godelt Pietersdochter, tesamen voor de andere ½, verkopen aan mr Jacob Boudynsz, doctoir, een huis en erf staend op tie Beeck, an d'een zide: coman Dirck Gerytsz Crimper, an d'ander zide: Lotten Pietersz bontwerker en Jacob Tymansz tesamen mitten eygendoem van eenre stege ende poorte tussen de voirs Lotten Pietersz ende de voorn. Jacob Tymansz uytgaende voir op tie Beeck, afterwaerts streckende an Jacob de coussemaker. Al vrij sonder huer; 631 R gld
1492-11
folio 24 XVI 1492-1495
Transportregister Haarlem
Thomas Feddez lijt dat hij overgegeven heeft dat Meynse Gerijtsdochter, zijn wijfsdochter, eygentlich hebben en behouden zal ¼ deel van den huis en erf (daar de voors. Meyns reeds ¼ deel in heeft voor haar vaders erve), dat zijnen wijve Ymme Ripprantsdochter anbestorven is bij dode van haar zoon Symon Gerytsz, staend in de Clerckstege op ten houck van de Valckenstege, an d'een zide: Gillis de backer, an d'ander: de Valkenstege, after streckende an Claes van Koelen. Meyns behoudt de bruickwaer zolang zij leeft. Sterft Meyns vóór haar moeder dan komt ½ van het huis en erf an de voirs Ymme, te versterven op haar bloed, zonder dat Thomas hierop aanspraak mag maken
1567-02-21
O.R.A. no 276 fol 89
Eigendomsakten Heemskerk
verkoper: Dirck Florisz; borg: zijn zwager Aelbert Dircsz
koper: Bertolomeus Jansz, poorter van Haerlem
losrente van 3 Kar gld per jaar, losbaar met 50 Kar gld; onderpand: "¼ van die saedte daer hij nu ter tijt op woendt, staend en leggende aan duijn, groet die gehele saet 1700" [roeden]
belending: noord: Dirck Dircksz; oost: die Scilpwech; zuid: Ariaen Dircsz; west: die Scouheijninck
O.R.A. no 276 fol 89