1 resultaten

1536-04-06 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 14v
Jaartallenindex

notaris Willem Dirksz, priester dioc. Trajec, instrumenteert het testament van heer Jan Ruychrock, wonende op het huis te Westerbeeck buiten den Haghe, machtich zyn rede en verstant hoewel hij ziek was van lichaam. Ingevolge het hem verleende octrooi vermaakt hij aan zijn oudste zoon jonge Jan Ruygrock zijn coren-, mee- en meel- thienden die hij van de keizer in leen houdt, liggende in Grijsoord onder het land van Voorne. Uit deze tienden maakt hij aan zijn dochters jvr Anna, jvr Gysbrecht, jvr Lysbeth en jvr Zuete, elk 3£ gr Vls per jaar. Uit te reiken door zijn zoon. Sterft één van de zusters kinderloos dan erven de anderen haar 3£. Aan zijn dochter juffrou Marie maakt hij t rantsoen datter comen en vallen sal na zyn overlyden van al zijn tienden die hij nu possideert, wanneer men die verhuren sal, en zo dickwil dat gebeuren sal: tot haren profyt en haren kinderen. Aan zijn jongste zoon Willem vermaakt hij 17 morgen lands liggende in Steenvoirden, achter zyn huys, in den ambacht van Ryswyk ten vryen eigendom, daaruit te geven zijn zuster juffrou Nelle 3£ gr Vls per jaar, als eeuwige rente op dat land. Item begeert de testateur dat zijn huisvrouw zal eerlicken by [!] Willemyne, professyde nonne tot Leeuwenhorst, zyn dochter alsdat ter eeren toebehoort. Voorts bepaalt hij dat zijn huisvrouw alle genoemde goederen, leen of eigen, huisraat, imboel, gout, zilver, juwelen haar leven lang in lijftocht zal houden om zijn kinderen eerlijk te onderhouden en uit te huwelijken. Zij zal deze niet mogen belasten of vervreemden. Hij benoemt zijn huisvrouw tot tutrix of curatrice over zijn kinderen. Als zij hertrouwt zal haar lijftocht te niet zijn (vgl 1533-08-23, 1537-03-22)

getuigen: heer Pieter van Amersfoort, priester, Joost Ruychrock, wonende in den Haghe